Deze rapportage beschrijft wat sociaal professionals en organisaties voor sociaal werk nodig hebben voor het zetten van stappen richting blended sociaal werk. Aan de hand van observaties van intervisiebijeenkomsten van sociaal professionals beschrijven we welke mogelijkheden blended sociaal werk biedt. Daarnaast is er aandacht voor de belemmeringen die sociaal professionals tegenkomen bij implementatie van blended aanbod. De rapportage eindigt met voorwaarden waaraan organisaties moeten werken om blended sociaal werk te faciliteren aan sociaal professionals en inwoners en/of cliënten.
DOCUMENT
In deze rapportage presenteren we de eerste bevindingen uit ons verkennende onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van blended ondersteuning. Het betreft een verkenning van wat sociaal professionals zien als blended ondersteuning; van wat zij zien als de meerwaarde ervan voor het beantwoorden van de hulpvraag van de cliënt; en van wat sociaal professionals nodig hebben om blended ondersteuning te kunnen bieden.
MULTIFILE
In het sociaal werk ontstaan steeds meer initiatieven om met online toepassingen de dienstverlening te verrijken. De combinatie van bestaande face-to-face-ondersteuning en onlinetoepassingen maken samen blended ondersteuning. Met blended ondersteuning wil het sociaal werk ondersteuning verbeteren en aansluiten bij de onlineleefwereld van inwoners. Om de ontwikkeling van onlinetoepassingen en blended sociaal werk aan te jagen, bundelden organisaties voor sociaal werk hun krachten in de Kopgroep Blended, Effectmeting, Benchmark (BEB). De Kopgroep BEB bestaat uit MEE & de Wering, De SMD, Xtra, Versa Welzijn, Elan Welzijn, Wij Heemstede, Welzijn Bloemendaal, Pluspunt Zandvoort en SWOA. AdSysCo is aangesloten als specialist in software voor het sociaal domein aan om de technische wensen te realiseren die gepaard gaan met het ontwikkelen van blended sociaal werk. In 2023 deed het lectoraat Empowerment & Professionalisering een verkennend onderzoek naar het perspectief van inwoners op de komst van blended sociaal werk. De uitkomsten hiervan vindt u in de rapportage via onderstaande link.
DOCUMENT
Dit paper is het eindproduct van leerarrangement 1 (Zin in Leren) van de HBO masteropleiding Leren en Innoveren. Het is een literatuurstudie naar blended learning en hoe blended learning kan bijdragen aan een beter leerresultaat van de student.
DOCUMENT
Binnen het hoger onderwijs in Nederland is sinds 2005 Blended Learning de “standaard”. Ondanks het feit dat iedereen hier iets anders mee bedoelt. Het lectoraat eLearning en de School of Education Rotterdam hanteren de definitie die steeds vaker als uitgangspunt wordt genomen: Blended Learning1 is “Een mix van eLearning en andere vormen van leren, waarbij het gaat om distributie van leerinhouden, vormen van communicatie en didactische methoden in relatie tot soorten leerprocessen, of combinaties hiervan.“ Onder eLearning verstaan we “het gebruik van multimedia technologieën en het internet om de kwaliteit van het leren te verbeteren”.
DOCUMENT
Hoe doen sociaal werkers hun werk in coronatijden? Wat betekent het beeldbellen voor de kern van hun beroep: contact onderhouden? Het wordt moeilijker voor ze om onder deze omstandigheden hun professionele verantwoordelijkheid waar te maken, zo blijkt uit een peiling van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht.
LINK
In deze publicatie trekken wij lessen uit de coronacrisis voor het sociaal domein. Daarbij schetsen wij zes handelingsperspectieven: • Werk vanaf de start samen met lokale partners • Ga in dialoog met diverse doelgroepen en zorg voor passende communicatie • Benut de veerkracht en het zelforganiserend vermogen van burgers • Wees als bestuurder en ambtenaar zichtbaar en benaderbaar • Duid de cijfers aan de hand van concrete verhalen • Leer van het positieve en benut het momentum Deze zes handelingsperspectieven onderschrijven het belang van samenwerking van de lokale overheid met uitvoerende zorg- en welzijnsorganisaties, met vrijwilligersorganisaties en met sleutelfiguren binnen wijken. Deze partijen hebben in de coronacrisis laten zien dat zij verschillende (kwetsbare) groepen kunnen bereiken en kunnen inspelen op hun behoeften.
MULTIFILE
A Magnet-related program has been recently adopted in the Netherlands. Support for staff nurses from nurse middle managers (NMMs) is a key component of such a program. A Bourdieusian ethnographic organizational case study in four hospitals in the Netherlands and the United States (Magnet, Magnet-related and non-Magnet) was conducted to explore NMMs’ supporting role behavior. Bourdieus concepts of habitus, dispositions, field and capital guided the analysis. Eight dispositions constitute NMMs habitus. A caring, clinical and scientific disposition enhance NMMs’ capital in particular organizations-as-fields. Further research is necessary to link Magnet (related) program characteristics to various configurations of dispositions of NMMs habitus.
DOCUMENT
Inleiding. Gedurende de opleiding Sportkunde leren studenten gezondheidsproblemen signaleren en leefstijlverbeteringen te bedenken. Dit o.a. middels eHealth. eHealth biedt sportkundige extra mogelijkheden voor informatieoverdracht, optimale monitoring en feedback. In het derde jaar ontwikkelen studenten een leefstijl-bevorderende groepsinterventie, met speciale aandacht voor eHealth. Deze module paste een meer digitale aanpak. Een digitale leeromgeving stelt studenten in staat flexibeler en verdiepend te leren en vereenvoudigd het zien van verbanden tussen opdracht, theorie, praktijk. Doelstelling. De ontwikkeling en evaluatie van een blended-onderwijsmodule ‘Gedragsverandering en leefstijlinterventie met behulp van eHealth’ voor de opleiding Sportkunde. Methode. Met een vooronderzoeksfase en ontwerpfase is op systematische wijze gewerkt aan de nieuwe onderwijsmodule over eHealth. In het vooronderzoek zijn zes focusgroepen uitgevoerd met studenten (n=25), docenten (n=6) en professionals (n=10). Hierbij zijn ervaringen, wensen en behoeften rondom eHealth geïnventariseerd en geanalyseerd. Samen met leerdoelen uit de leerlijn zijn de resultaten uit deze inventarisatie gevormd tot een script voor de nieuwe module. In werksessies is de inhoud en vorm bepaald. In de ontwerpfase is dit script omgezet tot een blended-aanpak in de digitale leeromgeving van Inholland: Moodle. Theorie en passende praktijkvoorbeelden, alsook individuele- en groepsopdrachten werden toegevoegd. Om het groepsproces van studenten te monitoren is de TeamTester ingezet. In het tweede semester van studiejaar 2019/2020, is een eerste prototype van de module met 25 derdejaars sportkunde studenten getest en formatief geëvalueerd om verbeterpunten te verzamelen. De nieuwe opzet is geëvalueerd middels een logboek door de docent en een online vragenlijst (halverwege en eind) voor de studenten. Het logboek beschreef geplande taken en doelen per bijeenkomst, aangevuld met ervaringen en eventuele adaptaties tijdens de uitvoer. De anonieme vragenlijsten voor studenten bestond uit stellingen over opzet en inhoud van de module (geheel mee eens – geheel mee oneens), aangevuld met open vragen voor diepgang. Met behulp van deze formatieve evaluatie werd bestudeerd of de aanpak volgens de student relevant, bruikbaar en van meerwaarde was. Stellingen met de hoogst afwijkende scoren of zorgwekkende opmerkingen werden elementen voor aanpassing. Resultaten. Uit de focusgroep gesprekken in de vooronderzoeksfase, bleek dat informatie over en praktische toepassingen van eHealth van toegevoegde waarde zouden zijn voor het werkveld en onderwijs. De centrale opdracht in de module is het ontwikkelen van een eHealth interventie volgens de stappen van Intervention Mapping (IM). In de module worden eHealth theorie en toepassingen getoond en is het IM-proces visueel gemaakt in een tekening (figuur 1a) en deze tekening is met H5P (software voor interactieve content) voorzien van doorklik-links naar bijpassende lesactiviteiten, lesmateriaal, eHealth informatie. De module was opgezet in een blended-vorm, maar door COVID-19 na 6-weken, zonder grote problemen, overgegaan naar een volledige online module. Deze onverwachtse overgang kan een negatief effect hebben gehad op de evaluatie van de module. Desondanks was de evaluatie van studenten positief over opzet en inhoud. Vele studenten zouden de structuur en helderheid van deze opzet vaker terugzien in het onderwijs. Als verbeterpunt werd aangegeven dat ze (meer) weekstructuur en duidelijkheid in de werklijnen wensten. De docent was enthousiast over de toegenomen betrokkenheid van de studenten, maar binnen de digitale omgeving miste zij enkele technische koppelingen in het systeem. Deze veranderingen zijn inmiddels doorgevoerd. Conclusie. De blended module is goed beoordeeld. De aanpak binnen de module draagt bij aan effectief leren en sluit aan op de eHealth informatie behoefte van studenten, docenten en praktijk. De module is reeds geïmplementeerd in het 3e leerjaar van Sportkunde en de eerste mooie interventies zijn ontwikkeld. De opzet en structuur dient nu al als voorbeeld voor vele anderen collega docenten. Ook wordt vanuit Vitale Delta de informatiebehoefte omtrent eHealth bij andere hogescholen bestudeerd.
DOCUMENT
During the first half of 2020, the outbreak of the COVID-19 virus had a huge global impact. The physical health of many was (often severely) threatened and affected, resulting in numerous deaths. Furthermore, all aspects of human coexistence came under pressure, such as economic activities and material living conditions, psychological well-being and social contacts, human rights and democratic decision-making, international political relations and global solidarity. As in other parts of the world, COVID-19 kept the Netherlands in its grip.In this article we would like to address the following questions:-What impact did pandemic and policy have on Dutch social work education and how was this experienced by students?-What was the impact of pandemic and policy on social work practices and what were its challenges for social professionals?-What does this all mean for the future of social work education, since it has to take the present concerns of students into account as well as prepare them for social work practice in the near future?
DOCUMENT