Elke docent heeft er wel mee te maken gehad. Een leerling landt op de voet van een andere leerling of net naast de mat. In 2018 kwamen maar liefst 13000 kinderenop de eerste hulp terecht als gevolg van een (ernstige) blessure tijdens het bewegingsonderwijs (Veiligheid.nl, 2019). Hiermee bezet het bewegingsonderwijs een stevige 2e plaats, na het veldvoetbal met ruim 33000 bezoeken. Dit heeft grote persoonlijke een maatschappelijk gevolgen. Gelukkig is er de laatste jaren veel aandacht voor het herstel na een blessure. In dit artikel willen we echter nadruk leggen op de preventie van blessures. Dit doen we niet alleen.
DOCUMENT
Voor een sportieve en vitale samenleving zijn openbare sportvoorzieningen in de directe woonomgeving van de inwoners van groot belang. Openbare ruimte is in Nederland echter schaars. De beperkte ruimte die beschikbaar is voor sport en recreatie moet zo optimaal mogelijk worden ingericht. Zo ook outdoor fitness locaties: openbare sportvoorzieningen met veilige en laagdrempelige fitness toestellen. In dit stappenplan worden 10 stappen benoemd die van belang zijn voor het creëren van succesvolle outdoor fitness locaties: 6 stappen die van belang zijn bij het aanleggen van een nieuwe locatie en 4 stappen die van belang zijn voor het bevorderen van het gebruik van zo’n locatie. Dit stappenplan is opgesteld aan de hand van een onderzoek van het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving van De Haagse Hogeschool naar het gebruik van zeven ‘fitplaatsen’ in de gemeente Den Haag.
DOCUMENT
Het Europese project Sport Empowers Disabled Youth (SEDY) heeft als doel een bijdrage te leveren aan het verhogen van sportparticipatie van kinderen met een beperking door de sportwens en het aanbod beter bij elkaar te brengen. De sportparticipatie van kinderen met een beperking blijft achter bij hun leeftijdgenoten zonder beperking (Von Heijden et al, 2013). Deelnemen aan sportactiviteiten heeft een positief effect op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen met een beperking (Crawford, 2015). Voor dit kwantitatieve onderzoek is een enquête afgenomen op drie sportdagen in Nederland voor cluster 3 en 4 scholen (n=89). Gemiddelde leeftijd was 14 jaar (SD 2,2). 65% tevreden is over het huidige sportaanbod, 48% zegt genoeg keus te hebben en 54% zegt dat sporten meer zelfvertrouwen geeft. Als ze een sport zouden willen doen in je vrije tijd dan blijkt dat 62% in een groep wil sporten en 55% wil sporten voor het plezier.
DOCUMENT
Blessures zijn één van de grootste problemen in de paralympische sport. Niet alleen is het aantal blessures hoog, maar ook de impact in het dagelijks leven is groot. In gesprekken met de beroepspraktijk (sporters, coaches, Embedded Scientist) komt de urgentie van dit probleem met name naar voren bij rolstoelsporters. In dit geval kan een blessure namelijk een acute bedreiging vormen voor de zelfredzaamheid, omdat zij in het dagelijks leven ook afhankelijk zijn van de rolstoel. Helaas is het voorkomen van blessures op dit moment moeilijk door de verscheidenheid aan blessures en onduidelijkheid over wat de oorzaken van deze blessures zijn. Hierbij speelt de complexiteit van het probleem een grote rol omdat allerlei factoren belangrijk kunnen zijn, zoals onder andere de belasting in het dagelijks leven, mentale aspecten en de slaapkwaliteit van de atleten. In dit project willen we de eerste stappen zetten om te achterhalen wat de risicofactoren zijn voor het oplopen van een overbelastingsblessure in rolstoelsporten. Om dit bereiken stellen we een integrale en data gedreven aanpak voor, waar Artificiële Intelligentie en Data Science een essentiële rol spelen. Op deze manier willen we de invloed van alle aspecten tegelijk bekijken en ook de mogelijke wisselwerkingen tussen de potentiële risicofactoren. In samenwerking met praktijkpartners, kennisinstellingen en bedrijven willen we verkennen wat noodzakelijk is voor onze integrale aanpak van blessurepreventie in rolstoelsporten. De opbrengst van dit project is een ingediende vervolgaanvraag met een goed afgebakende onderzoeksvraag en een sterk consortium. Ook zal een data-infrastructuur worden ontwikkeld, die gebruiksvriendelijk is voor de rolstoelsporter en de data gedreven aanpak naar blessurepreventie mogelijk maakt.
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).
De druk op dansers is enorm. Lange en intensieve werkdagen, veel reizen en verschillende werkplekken maken het lastig om lichaam en geest goed te verzorgen. Hierdoor liggen blessures en mentale klachten op de loer. In het RAAK project Fit to Perform hebben Het Nationale Ballet (HNB), Scapino Ballet Rotterdam en Codarts de krachten gebundeld om de fysieke en mentale gezondheid van dansers te verbeteren en prestaties te optimaliseren. Het project is gestart in april 2016 en heeft inmiddels de volgende resultaten opgeleverd: 1. De Performing artist and Athlete Health Monitor (PAHM) is ontwikkeld. Dit is een online tool dat real-time informatie over de fysieke en mentale gezondheid van podiumkunstenaars verzamelt, analyseert en visualiseert. Via een persoonlijk dashboard koppelt het systeem de uitkomsten van de fysieke testen en de maandelijkse gezondheidsvragenlijst terug aan de studenten (Codarts) en dansers (Het Nationale Ballet en Scapino Ballet Rotterdam). 2. Binnen Codarts wordt de kennis uit PAHM gebruikt voor a) vernieuwing van het onderwijscurriculum, b) evidence based onderbouwing voor het handelen van het Performing Arts Health Team, c) individuele begeleiding van de studenten op het gebied van fysieke en mentale gezondheid door een health coach, d) het ontwikkelen van een traject rondom Periodisering Op Maat (POM). 3. Vier publicaties in internationale wetenschappelijke tijdschriften en diverse presentaties op (inter)nationale congressen. 4. Borging en uitbreiding van het consortium voor 8 jaar door honorering van een SPRONG subsidie resulterend in de oprichting van PEARL (PErforming artist and Athlete Research Lab). Gedurende het RAAK project zijn is er zowel vanuit het onderwijs (Codarts), het praktijkveld (Het Nationale Ballet) als de wetenschappelijke wereld (congresorganisaties) de vraag gesteld aan de projectgroep om de beschikbare gegevens verder te analyseren. Doel van deze top-up aanvraag is het vergroten van de impact van het Fit to Perform project door het verbeteren van de doorwerking van de resultaten richting: 1. Onderwijs: De 4 internationale publicaties worden omgezet naar begrijpelijke factsheets/ infographics. 2. Onderzoek: Er worden secundaire analyses uitgevoegd op de Fit to perform database om inzicht te krijgen welke vragenlijsten door onderzoekers gebruikt moeten worden in projecten om inzicht te krijgen in de omvang, aard, risicofactoren en preventieve maatregelen van fysieke en mentale klachten bij dansers. De uitkomsten worden gepubliceerd in een internationaal tijdschrift en weergegeven in een toegankelijker factsheet/infographic. 3. Praktijk: Er worden secundaire analyses uitgevoerd op de Fit to Perform database om inzicht te krijgen in welke kenmerken van dansers (leeftijd, aantal jaren danservaring, vooropleiding, rang in het gezelschap etc) van invloed kunnen zijn op het grootste blessurerisico. Deze blessureprofielen worden via een presentatie teruggekoppeld aan Het Nationale Ballet.