De PZH neemt aan dat er een tekort is aan IT’ers werkzaam bij het mkb. Dit onderzoek beschouwt in welke mate deze veronderstelling klopt binnen het mkb in de bouw- en maakindustrie. Er wordt zowel gekeken naar het aantal IT’ers als naar specifieke IT-vaardigheden. Dit rapport is tot stand gekomen op basis van data verzameld door middel van deskresearch en pilot interviews met brancheorganisaties. Hiermee wordt onder andere een overzicht gemaakt van de huidige status van de digitale competenties onder het mkb in de bouw en maakindustrie, de marktkansen in relatie tot digitalisering, de belangrijkste uitdagingen waarmee het mkb wordt geconfronteerd bij het adopteren van digitalisering en de bedreigingen die er kunnen ontstaan in de komende jaren bij een aanhoudend tekort aan IT’ers en/of werknemers met de juiste IT of digitale vaardigheden.
DOCUMENT
Iedereen heeft een groot aantal Embedded Systemen in zijn omgeving, maar weet niet dat ze er zijn. Embedded Sytemen doen hun nuttige werk namelijk "achter de schermen": door elektronica en software slim te combineren en te integreren in een apparaat of machine ontstaan nieuwe toepassingsmogelijkheden die eenvoudiger te bedienen zijn en die bovendien een stuk goedkoper op de markt gebracht kunnen worden dan met conventionele technieken. Dit heeft wel tot gevolg dat de embedded systemen zelf elk jaar complexer worden (om aan de buitenkant simpeler te worden). Het ontwerpen en bouwen van dit soort systemen is dus een stevige technische uitdaging. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat de professionals van verschillende vakgebieden goed kunnen samenwerken, vooral over de grenzen van hun eigen vakgebied. Een andere voorwaarde is dat ontwerpers van alle intellectuele niveaus nauw met elkaar moeten samenwerken om het onderste uit de kan te kunnen halen. In de regio Zuidoost Nederland, in een brede strook rond de A67, is een groot aantal bedrijven in de maakindustrie van wereldklasse gevestigd. Het is de maatschappelijke taak van onderwijsinstellingen in het algemeen en Fonts Hogescholen in het bijzonder om voldoende studenten op hoog gekwalificeerd niveau op te leiden, zodat deze bedrijven op wereldniveau kunnen blijven concurreren. Daar wil het Lectoraat Architectuur van Embedded Systemen zo veel mogelijk aan bijdragen door relevant toegepast onderzoek uit te voeren.
DOCUMENT
Projectmanagement in de bouw. We doen niet anders. In de bouw is de projectmatige aanpak immers de enige logische. Je zou kunnen denken: daar valt niet meer zoveel over te zeggen. Niets is minder waar. En dat wordt overduidelijk als u begint te grasduinen in dit boek. Projecten managen in de bouw wordt in rap tempo anders. Het is niet meer voldoende als een projectmanager goed kan plannen en begroten. Steeds meer zal de focus van de projectmanager verschuiven van 'harde' tools naar 'zachte' vaardigheden, omdat steeds meer stakeholders dat eisen. Het gaat niet langer alleen om het effectief managen van eigen projectmedewerkers en onderaannemers, maar ook om het managen van klanten, gebruikers en de projectomgeving. Dit boek laat zien dat ontwikkelingen als ketenintegratie en de instroom van een nieuwe generatie, vragen om ander gedrag. Zelfs de zittende projectmanagers vragen er al om.
DOCUMENT
Relatief kleine, gespecialiseerde bedrijven in de maakindustrie hebben behoefte aan flexibele assemblageprocessen en productielogistiek. Digitalisering biedt veel mogelijkheden om productieprocessen efficiënter en duurzamer te maken, innovatieve producten te fabriceren en over te schakelen op andere businessmodellen. Dit moet dan wel werken voor kleine series en enkelstuks. ‘Kunnen wij het maken?’ verwijst naar onderliggende vragen over: ‘Hoe beheersen we risico’s in complexe maakprocessen?’, ‘Hoe werken we samen in de keten?’ en ‘Wat moeten huidige en toekomstige engineers weten over ‘Industry 4.0’ en circulaire maakindustrie?’. Bijgaand essay, in verkorte vorm uitgesproken als Intreerede, legt uit hoe de onderzoekers van Smart Sustainable Manufacturing aan de slag gaan om een antwoord te vinden op deze vragen, door middel van cocreatie met de beroepspraktijk en het onderwijs in het Re/manufacturing lab.
DOCUMENT
Het Rijk, de provincies en gemeenten moeten ‘maakdeals’ sluiten en zo ruimte reserveren voor maakindustrie. Anders lopen de energietransitie, circulaire transitie en economische groei vast. Dat bepleiten VNO-NCW en MKB-Nederland in een open brief aan de Tweede Kamer. Een terechte maar onvolledige oproep, reageert Cees-Jan Pen.
LINK
Dit boek is een deelverslag van het RAAK project (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie). Het is een explorerend onderzoek naar de wijze waarop kleine en middelgrote bedrijven in de maakindustrie innoveren.
MULTIFILE
Dit rapport bevat de uitkomsten van het eerste deel van het onderzoek, te weten de digitale enquête. Het pretendeert niet een allesomvattende beschouwing over het onderwerp te zijn. Daarvoor kleven er wellicht te veel methodische bezwaren aan, zowel van kwalitatieve als van kwantitatieve aard. Niettemin geeft deze publicatie een indicatief beeld van de verschillende meningen en opvattingen die er heersen binnen de sector. Een beeld dat wordt bevestigd bij het tweede deel van het onderzoek, het rondetafelgesprek met de experts. De bevindingen daarvan staan gepubliceerd in Building Business van november 2008, onder de titel Vernieuwing van de bouw moet doorgaan.
DOCUMENT
Met onderzoekspartners Ruben Vrijhoef (HU), Erlijn Eweg (HU), Raymond Stijkel (BAM), Arnold Homan (Inbo), Bas Slager (Repurpose). Uit de Inleiding: "In september 2015 heeft Hogeschool Utrecht een project aanvraag ingediend bij NRPO SIA, genaamd Circulaire gebouw installaties, samen met de partners BAM, Inbo en Repurpose. De insteek van het onderzoek was dat de gebouwinstallaties van het onderwijsgebouw aan de Padualaan 99 en 101 onderzocht werden op de mogelijkheid voor circulair hergebruik, met de partner bij de grootschalige renovatie van deze twee HU gebouwen. Op 23 februari ontvingen we de toekenning van NRPO SIA. Het oorspronkelijke project was gepland om eind oktober, begin november 2015 te starten. Door de toekenning later dan wij verwacht hadden, moesten we echter opnieuw met de projectpartners in overleg. In het project was uitgegaan van een bepaald onderzoeksobject, een gebouw. Het in het projectvoorstel omschreven onderzoeksobject was inmiddels al gestript en gesloopt (januari 2016). Daardoor is er in onderling overleg, besloten tot de volgende inhoudelijke projectwijzigingen: 1) De keuze voor een ander onderzoeksobject. 2) Het uitgangspunt wordt omgebogen naar de toepassing van multifunctionele bouwdelen, waarin de installaties al verwerkt zijn. De in het oorspronkelijke projectplan genoemde resultaten blijven in hoofdlijnen ongewijzigd, maar de resultaten op detailniveau worden iets anders ingevuld en uitgewerkt. De aanloop van dit project laat direct één van de kritische succes factoren zien bij een circulaire economie in de praktijk. En dat is de afstemming van vraag en aanbod van bouwmaterialen en producten binnen de keten. Als we materialen uit sloop en renovatiepanden elders willen hergebruiken en de timing van sloop of bouw wordt vertraagd, hapert het proces. Bij dit KIEM-VANG project ging het precies andersom: de sloop/renovatie van het beoogde onderzoekspand was al gebeurd op het moment dat de aanvraag werd goedgekeurd."
MULTIFILE
Since the film of Al Gore An inconvenient truth, sustainability stands high on the national agenda of most countries. Concern for the environment is one of the main reasons in combination with opportunities to innovate. In general, innovation and entrepreneurship are important in the realm of national economies because they hold the key to the continuity and growth of companies (e.g. Hage, 1999; Cooper, 1987; Van de Ven, 2007) and economic growth within a country. It is therefore obvious that national governments are investing money to enable and improve innovation management and entrepreneurial behaviour within organizations with sustainability in mind. Policy measures are aimed at reduction of carbon dioxide emission, waste management and alternative use of energy sources and materials. In line with these measures companies are urged to integrate sustainability in their business processes and search for innovative sustainable solutions. While on a national level policy measures towards a more sustainable society are defined, enterprises - and especially small and medium sized companies - lag behind and fail in incorporating these measures appropriately in their day-to day business. As a result research for sustainability has become an important driver for innovation. Within the Centre for Innovation and Entrepreneurship (CI&E) at The Hague University of Applied Sciences we have taken the initiative to develop an innovation and research program for the construction industry to help small and medium sized companies (SME's) integrate sustainability in their business processes, while simultaneously professionalizing students and lecturers. This paper is part of ongoing research among 40 companies in the region of South-Holland. The companies are mostly SME's varying from very small (6 employees) to middle-sized (more than 100). According to Rennings (2000) while innovation processes toward sustainable development have received increasing attention during the past years, theoretical and methodological approaches to analyse these processes are poorly developed. This paper describes a theoretical approach developed at our university's Centre for Innovation and Entrepreneurship, which combines education and research. It is an inductive approach that departs from real-life problems encountered by companies, and is aimed at developing a model that supports companies in integrating sustainability in their business and innovation processes. We describe the experiences so far with a number of companies in the construction industry, which participate in the innovation and research program described above and the barriers they encounter. Our sustainable program is centred on four themes: cradle-to-cradle, social corporate responsibility, climateneutral construction and sustainability and customer orientation in the building process. It is an exploratory research in which students and undergraduates are involved under the supervision of a lecturer as senior researcher of this program. Through an in-depth analysis of the companies, participant observation and indepth interviews with the owners/directors of the companies, experts and prominent sustainable trendsetters, insight is gained in innovation processes towards sustainable development. Preliminary conclusions show that on a company level one of the main bottlenecks is the dilemma posed by the need for profit for the continuity of a company, while taking into account people and planet. The main bottleneck is however the inability of companies to translate policy measures into strategy and operations. This paper is set up as follows. In section 2 we give an account of European and Dutch policy measures geared at stimulating sustainability in a business context and especially the building and construction industry. In section 3 an overview is given of the economic importance and characteristics of the Dutch building and construction industry and the problems in this sector. These problems are offset against the opportunity of sustainability as a strategic option for SME's in this sector. In section 4 the innovation and research program developed at the CI&E is introduced in the context of the main research question. Following that in section 5, methodological choices are addressed and the research design is presented. We finalize this paper in section 6 with our conclusions and recommendations for further research.
DOCUMENT