Het maatschappelijke debat rondom sociale inclusie is momenteel volop in beweging. Het adagium van de participatiesamenleving, waarin ieder zoveel mogelijk op eigen kracht en met hulp van familie, vrienden en buren meedraait in- en bijdraagt aan de samenleving, heeft zijn invloed op de dagelijkse werkelijkheid van mensen met een beperking, de sociale professionals en het gemeentelijk bestuur. Hoe vertaalt zich dit naar de praktijk en wat is ervoor nodig om daadwerkelijk te bevorderen dat mensen met een beperking mee kunnen doen in de samenleving? Dit rapport vertelt u over de resultaten van een langdurig onderzoek naar vier laagdrempelige buurtprojecten in de regio van Zwolle. Plekken waar mensen met een verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek in contact komen met hun buren. Wat dragen deze plekken bij aan participatie en sociale inclusie van deze kwetsbare mensen, volgens henzelf, hun buren en sociale professionals? Wat moeten sociale professionals in huis hebben om een laagdrempelig buurtproject te runnen? Wat is er nodig vanuit bestuurlijk en gemeentelijk beleid om hier op aan te sluiten? Dit onderzoek pleit voor veilige en alternatieve plekken die ruimte geven aan kwetsbaarheden. Voor zogenaamde ‘kwetsbare gemeenschappen’ die aansluiten bij de leefwereld van de mensen om wie het gaat. Dit rapport kan het best samen worden gelezen met het tussenrapport van het onderzoek: Netwerkondersteuning in buurt en wijk: Gewoon gezellig. (Stouten-Hanekamp, Jager-Vreugdenhil, Bredewold & Velvis, 2017).
DOCUMENT
Dit rapport legt uit hoe lokale voedselinitiatieven en andere buurtprojecten kunnen helpen om gezond eten beter bereikbaar te maken voor mensen met een laag inkomen in Almere. Geld is niet de enige reden waarom dit moeilijk is; ook afstand, kennis en sociale factoren spelen een rol. Oplossingen zijn betere samenwerking, meer informatie en aanpassingen in de omgeving. Zo kunnen lokale initiatieven en de overheid helpen. Het doel is dat gezond eten voor iedereen bereikbaar wordt.
DOCUMENT
RAAK-project in de aandachtswijk Caberg Malpertuis in Maastricht waarin middels het maken van kunstzinnige creaties door de buurtkinderen en ondersteuning van de buurtbewoners (o.a. ouders en leerkrachten) werd gewerkt aan grotere leefbaarheid en gezamenlijkheid in de buurt.
DOCUMENT
Hoe verhoudt ICT zich tot veiligheid? SQM zou niet 'ict oplossingen voor sociale kwesties' als ondertitel hebben, als we geen aandacht gaven aan deze vraag. In de eerste Rode Draad Notitie verkent SQM dit thema.
DOCUMENT
Onderzoek naar de vraag wat verschillende groepen mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking die in de buurt of wijk wonen nodig hebben, om een informeel sociaal netwerk op te bouwen of uit te breiden in hun buurt of wijk, dat er aan bijdraagt dat ze naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving
DOCUMENT
De vermaatschappelijking van de zorg, de herdefiniëring van de verzorgingsstaat en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning doen een appel op burgers om (nog) meer voor elkaar te zorgen. De omstandigheden waaronder mensen informele zorg geven zijn echter veranderd: sociale contacten bewegen zich over grotere afstanden, de participatie op de arbeidsmarkt is de afgelopen decennia fors gestegen en de relatie van bewoners tot hun buurt werd afstandelijker. Als sociale relaties voor een groot deel buurt- of wijkoverstijgend zijn dan heeft dat consequenties voor het zorgvermogen en de zorgvraag in de buurt. Voor kwetsbare mensen die vanwege hun zwakke inkomenspositie, leeftijd, fysieke of mentale beperkingen voor hulp aangewezen zijn op de buurt zouden bovengenoemde ontwikkelingen nadelig kunnen uitpakken. Er is echter onvoldoende kennis beschikbaar over hoe informele zorg op buurtniveau zich voltrekt. Deze studie geeft antwoord op de vraag wat buurtbewoners beweegt om elkaar wel of niet te helpen. Ze brengt de motieven van bewoners die informele zog verlenen in beeld evenals de argumenten van hulpbehoevenden ten aanzien van het zich (al dan niet) te laten helpen. Op basis van de bevindingen worden eveneens handreikingen gedaan aan professionals ten aanzien van het ondersteunen en stimuleren van informele zorg.
DOCUMENT
Heel Nederland heeft de mond vol van ‘participatie in de samenleving’. Dit onderzoek is opgezet om één onderdeel daarvan te belichten: enerzijds hoe actieve burgers, ook wel aangeduid met ‘initiatiefrijke bewoners’ of ‘vrijwilligers’, geïsoleerde bewoners helpen (een beetje) uit hun sociale isolement te raken en weer (wat meer) aan de maatschappij deel te nemen en anderzijds hoe zij wellicht zelf geholpen kunnen worden door sociale professionals in het aangaan van dat contact met die kwetsbare medeburgers.
DOCUMENT
In deze tekst wordt de TWEXX methode, ontwikkelt in de Enschedese wijk Twekkelerveld, geordend, beschreven, geanalyseerd en kritisch doorgelicht. De ondertitel ontwikkelingsgericht participatiemodel is niet voor niets gekozen. Het gaat in deze methode om participatie en ontwikkeling van mensen, sociale netwerken, organisaties en plannen en strategieen. En dat is geen geringe opgave. Het raamwerk van het model bestaat uit vijf samenhangende onderdelen. De Twexx methode is de invulling daarvan toegepast in Enschede. Het model is in principe overal toepasbaar wanneer de principes worden omgezet in maatwerk, gerelateerd aan de lokale context, de mogelijkheden en de ambities. Deze tekst is bedoeld om inzicht te verschaffen in de zoektocht naar een methodische aanpak van bewonersparticipatie binnen de dynamische wereld van het wijkgerichte werken. En vooral hoe, waar en op welke wijze bottom-up en top-down elkaar kunnen versterken.
DOCUMENT
De Vakantiestraat is een (burger)initiatief om de sociale cohesie in een straat te verbeteren door middel van het organiseren van activiteiten die toegankelijk zijn voor alle leeftijden. Je kunt denken aan verschillende activiteiten die inwoners samen kunnen doen om te spelen, bewegen of gewoon samen te zijn. Om een Vakantiestraat op te zetten, moeten veel contacten gelegd worden met sleutelfiguren in de wijk, zoals initiatiefrijke inwoners, de wijkmanager, buurtcommissie, kerken en professionals van een sociaal wijkteam of welzijnsorganisatie. Een individuele benadering van inwoners die zich mogelijk willen inzetten, kost veel tijd, maar is wel directer dan via algemene en niet zo tijdsintensieve vormen als Facebook of een flyer. Het wordt aanbevolen om de opzet klein te houden in de opstartfase en gebruik te maken van een straat-app om activiteiten te organiseren. De les die geleerd kan worden, is dat het belangrijk is om tijdig voorbereidingen te treffen bij het opzetten van een Vakantiestraat, zowel bij het werven van een coördinator als bij het betrekken van individuele inwoners bij het idee.
DOCUMENT