Een motiverende leeromgeving binnen het vakgebied LO staat misschien wel op gespannen voet met het geven van cijfers. In een promotieproject wordt momenteel onderzocht wat de invloed is van beoordeling bij LO op de motivatie van leerlingen.
DOCUMENT
In het project ‘Een Punt voor Gym?!’ werkt een aantal organisaties samen om meer kennis te verzamelen rondom beoordelen binnen LO. Onderdeel daarvan is een landelijk onderzoek naar de stand van zaken in het voortgezet onderwijs. In dit artikel wordt ingegaan op de kwaliteit van beoordelingen binnen lessen LO in Nederland.
DOCUMENT
Wat beoordeel je nu eigenlijk bij LO? Op het Heerbeeck College in Best werd er, zoals op veel scholen, jarenlang vooral beoordeeld op bewegingsvaardigheden en op inzet. Sinds dit schooljaar worden leerlingen echter ook op omgangsbekwaamheden, regelbekwaamheden en (zelf)reflectie beoordeeld.
DOCUMENT
Uit cijfers van het CBS zien we dat de vraag naar biologische producten achterblijft. De meerprijs die consumenten moeten neerleggen voor biologische productalternatieven blijkt een belangrijke belemmering te zijn voor de overstap naar biologisch. Hoe kunnen we deze gepercipieerde prijsbarrière bij de consument overkomen?
Voor zowel de jaarcijfers als de leverbetrouwbaarheid is het noodzakelijk om voorraad in een magazijn te tellen. Vaak gebeurt dit periodiek. Een populair fenomeen is Cycle Counting, dit betekent dat alle voorraad (op een gedefinieerd moment) wordt geteld, bijvoorbeeld elke 90 dagen. Het tellen van voorraad wordt handmatig uitgevoerd door medewerkers. De medewerkers worden gestuurd naar een locatie in het magazijn die minder dan 90 dagen geleden is geteld, gevraagd wordt of deze pallet nog op de locatie aanwezig is en wat het aantal stuks is. Het idee is om dit proces te automatiseren met een drone. De drone moet in staat zijn om autonoom in een gangpad te navigeren en opnames te maken van de voorraad. Vervolgens kunnen deze beelden geanalyseerd worden en de juiste locatie aan het juiste palletnummer worden gelinkt. Ook zouden lege locaties herkend kunnen worden om vervolgens te controleren of deze overeenstemmen met data uit het voorraadbeheersysteem. Autonoom navigeren met een drone die buiten vliegt op basis van GPS is een commodity. Een drone autonoom indoor te laten navigeren in een GPS-deprived omgeving is op zich al een uitdaging. Om echter van de toepassing een commercieel succes te maken moet dit een zo goedkoop mogelijke drone zijn waar, behalve de camera, zo min mogelijk extra sensoren aan worden toegevoegd. Het idee achter dit project is om een vooronderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden om drones autonoom te laten navigeren in magazijnen. Indien dit mogelijk is kan verder onderzoek plaats vinden hoe met behulp van drones Cycle Counting geautomatiseerd kan worden. De Twirre architectuur biedt een goed uitgangspunt om het autonoom vliegen met drones in een magazijn te ontwikkelen. De projectpartners hebben met dit KIEM project de volgende doelstellingen: • onderzoeken of visuele markers in combinatie met een camera gebruikt kunnen worden om in een magazijn de positie van een drone te bepalen; • indien nodig inventariseren welke extra sensoren gebruikt kunnen worden om in een magazijn de positie van een drone te bepalen; • onderzoeken of door alleen van de camerasensor gebruik te maken in een magazijn obstakels kunnen worden gedetecteerd die ontweken moeten worden; • indien nodig inventariseren welke sensoren gebruikt kunnen worden om in een magazijn obstakels te kunnen detecteren die ontweken moeten worden; • keuzes maken voor positie- en antibots-sensoren, deze integreren in de Twirre architectuur; • een drone met de uitgebreide Twirre architectuur testen in een magazijn, autonoom door de gangen in het magazijn te vliegen, de positienauwkeurigheid te bepalen en de botspreventie te testen; • daarmee de basis leggen voor een vervolgproject gericht op het ontwikkelen van een platform dat op basis van een autonoom vliegende drone Cycle Counting kan uitvoeren.
Het project ‘composteren van organische reststromen’ komt voort uit de wens van boeren en tuinders om het composteerproces van eigen en regionale organische afvalstromen te optimaliseren. Nu is compostering meestal iets wat erbij gedaan wordt en dat komt de kwaliteit van de compost niet ten goede. In het project worden potstalmest van een bedrijf met vee, groenafval van een tuinbouwbedrijf, en een mengsel van die beide in tweevoud gecomposteerd. Studenten monitoren het composteringsproces middels het meten van de temperatuur en de vochtigheid. Aan het begin en het einde van het composteringsproces wordt de hoeveelheid stikstof en fosfaat gemeten. Stikstof gaat makkelijk verloren, wat boer en tuinder willen beperken, fosfaat is zeer stabiel en daarom geschikt als proces marker. Beide elementen spelen een rol in de mineralen problematiek in Nederland, waarbij stikstof de hoofdrol heeft. Na afloop van het composteringsproces worden de gehaltes van het eindproduct bepaald. Vanuit de cijfers wordt berekend welke mate van verlies er is opgetreden. Door vergelijking van de gehalte verandering in de drie verschillende composttypes ontstaat zicht op welke compostering het meest gevoelig is voor verliezen en in welke mate verliezen op kunnen treden. In samenwerking met het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM) en Praktijkcluster AGRO van CIV Groen worden de resultaten van dit proces gedeeld met docenten en met de agrarische vakwereld. Zo wordt bijgedragen aan een beter composteringsproces op boerderijniveau. Het team bestaat uit practor Kringlooplandbouw Ruud Hendriks van Aeres MBO en lector Duurzaam Bodembeheer Gera van Os van Aeres HBO Dronten. Zij gaan aan de slag met de ondernemers van GAOS Swifterbant, tuinderij Warmonderhof Dronten, MBO-studenten van Aeres MBO Dronten en een docent tuinbouw.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool