Vanuit partijen voor agrarisch natuurbeheer in Overijssel is begin 2016 het initiatief genomen om een coalitie op te zetten van de organisaties en overheden die werkzaam zijn in het buitengebied van de gemeentes Dalfsen, Ommen en Hardenberg.Deze Gebiedscoalitie Vechtdal bestaat uit onder andere gemeenten, waterschappen, vertegenwoordigers van de agrariërs, terreinbeheerders en het middelbaar beroepsonderwijs.De partners oriënteren zich op hun gebiedsgrenzen, hun gezamenlijkeopgaven en organisatievorm en hebben daarbij het lectoraat Sustainable Landscape Management betrokken. Dit artikel richt zich vooral op de zoektocht naar de gebiedsgrenzen,waar zowel landschappelijke als bestuurlijke uitdagingen liggen.
MULTIFILE
Meer dan de helft van de boerenbedrijven moet stoppen of krimpen vanwege de stikstofaanpak. Veel boeren willen toch al stoppen, omdat ze geen opvolger kunnen vinden én omdat het verdienmodel al jaren onder druk staat. Tot 2030 komen er in de Regio Foodvalley meer dan 1,6 miljoen vierkante meter aan stallen en schuren leeg te staan. We spreken dan van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB). Regio Foodvalley bestaat uit acht gemeenten, namelijk Barneveld, Ede, Nijkerk, Rhenen, Renswoude, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. Betonfabrikanten zoeken naar alternatieve grondstofstromen voor zand en grind door stijgende grondstofprijzen en ontregelde toeleveringsketens. VAB bestaat voor 56% uit beton en 28% uit metselwerk. De stromen worden op dit moment laagwaardig hergebruikt als funderingsmateriaal onder wegen. Bij demontage van VAB (het separaat breken van beton- en metselpuin) kunnen de stromen worden hergebruikt door betonfabrikanten voor hoogwaardige betonproducten, waardoor de cirkel wordt gesloten. Dit project heeft tot doel om de keten in Foodvalley in beeld te brengen qua hoeveelheden VAB en wie per ketenschakel partijen zijn en welke partners gezamenlijk een circulaire betonketen uit VAB willen vormen. Het projectresultaat is de aanzet tot een circulaire betonketen in Foodvalley met een goede businesscase en passende governance. Het consortium bestaat uit de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), Bosch Beton en Living Lab Regio Foodvalley Circulair en betreft een nieuw netwerk. Partijen uit de triple helix werken in Regio Foodvalley, onder de naam Living Lab Regio Foodvalley Circulair, aan een toekomstbestendige en volhoudbare economie waarin circulair de gewoonte is. Betonfabrikant Bosch Beton heeft behoefte aan een continue stroom van beton uit VAB, een winstgevend verdienmodel en zekerheid dat alle ketenpartijen meewerken aan de circulaire betonketen uit VAB, voordat zij hierin gaat investeren. In dit project worden deze randvoorwaarden onderzocht.
Stadslabs zijn een veel gebruikte werkvorm voor het opbouwen en verdiepen van coalities tussen gemeenten, burgers, onderzoekers en lokale ondernemers om te werken aan innovatieve lokale (wijkgerichte) oplossingen. Deze oplossingen kunnen worden vastgelegd in strategisch en/of frontline beleid en kunnen, idealiter, ook opgeschaald worden naar andere wijken.Doel De centrale onderzoeksvraag is: op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat deze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? Hierbij wordt gekeken hoe samenwerking tussen verschillende partijen gestalte krijgt en hoe wordt omgegaan met de spanning tussen gelijkwaardige samenwerkingsrelaties in de stad tegen de achtergrond van meer traditionele vormen van bestuur en beleid. Resultaten In de praktijk brengt deze werkvorm echter ook veel vragen en dilemma’s met zich mee. De uitkomsten van een stadslab zijn minder makkelijk te meten, net als de meerwaarde voor burger en gemeente. Ook blijkt het lastig burgers geëngageerd te houden in het proces en zijn er vragen omtrent de rol van de burger in publieke besluitvormingsprocessen (bijvoorbeeld in hoeverre mogen burgers daadwerkelijk participatief meewerken aan beleidsvorming). Impact van stadslabs Stadslabs zetten zich in voor verbinding en saamhorigheid in de stad en proberen de buurt te verrijken. Wat is de impact van deze stadslabs? En welke lessen geven de onderzoekers die betrokken zijn bij deze stadslabs mee? In onderstaande video delen onderzoekers Anke Hamers en Maaike van Ooijen de successen en uitdagingen van de stadslabs Utrecht900 en de Sint Maarten Parade. Bekijk alle MOOCs over de stad als lab. Looptijd 01 september 2020 - 31 augustus 2022 Aanpak Het project zal in 3 fases worden uitgevoerd: Fase 1: Regionale inventarisatie van living labs, duur: 6 maanden; Fase 2: Verdiepend actie-onderzoek in 8 stadslabs in de randstad, duur: 12 maanden; Fase 3: het delen en verspreiden van bevindingen, duur: 6 maanden. Samenwerking met kennispartners Met de type vragen en dilemma’s beschreven in bij Resultaten gaat Hogeschool Utrecht, samen met De Haagse Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam, en InHolland aan de slag. Dit tweejarige onderzoeksproject Stadslab RAAK wordt gesubsidieerd door NWO-SIA. Daarnaast werken we samen met de volgende partners: De Haagse Hogeschool Hogeschool van Amsterdam Hogeschool InHolland Universiteit van Amsterdam Wageningen Universiteit & Research Public Cincema SIA Platform Stad & Wijk Gemeente Amsterdam Gemeente Den Haag Gemeente Delft Gemeente Utrecht Gemeente Rotterdam Gemeente Zoetermeer ZIMHIC - Utrecht
In steden ontstaan steeds vaker coalities waarin wijkprofessionals samen met burgers, onderzoekers en lokale ondernemers werken aan innovatieve lokale oplossingen. Onder wijkprofessionals worden professionals verstaan die op strategisch (beleid) en/ of operationeel (frontlijnwerkers) niveau vanuit de gemeente of maatschappelijke organisaties aan de stad werken. Stadslabs zijn hierbij een veel gebruikte werkvorm die tot mooie resultaten leiden en waarvan veel wordt verwacht. Maar ervaringen in de praktijk leren dat het samenwerken aan innovaties binnen een stadslab gepaard gaat met prangende vragen en lastige dilemma's. Er bestaat onvoldoende duidelijkheid over de precieze uitwerking, er is onzekerheid over de meerwaarde voor betrokken wijkprofessionals en hun organisaties en er zijn vragen over de (door)werking van gehanteerde lab-werkwijzen in de praktijk. Over deze vragen gaat dit tweejarige onderzoeksproject dat wordt uitgevoerd door de HHS, HvA, HU en InHolland. De centrale onderzoeksvraag is: Op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat ze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? Vragen die aan de orde komen zijn: op welke wijze en voor welke problemen worden stadslabs opgezet als oplossing? Hoe werken wijkprofessionals samen in stadslabs en wat is daarvan de doorwerking? Welke ontwerpprincipes voor stadslabs zijn uit bestaande ervaringen te destilleren? Daarbij wordt gekeken hoe samenwerking tussen verschillende partijen gestalte krijgt en hoe wordt omgegaan met de spanning tussen gelijkwaardige samenwerkings-relaties in de stad tegen de achtergrond van meer traditionele vormen van bestuur en beleid. Doel van dit onderzoek is professionals te voorzien van inzichten, ervaringen en vaardigheden die nodig zijn voor het succesvol opzetten, meewerken aan en uitvoeren van stadslabs. De uitkomsten van dit onderzoek bieden wijkprofessionals praktische tools bij het opzetten van stadslabs en levert de volgende producten op: ● Staalkaart Stadslabs ● Adviesrapport: Problemen en dilemma’s in het stadslab ● Handreiking Waardevol Samenwerken in een Stadslab ● OMOOC Stadslabs