Noor en Nilab zijn behoorlijk actief op social media, waar ze af en toe een reactie plaatsen. Als ze dat doen, krijgen ze erg veel haat en racistische opmerkingen over zich heen. Terwijl Jan juist dat soort comments plaatst. RTL Nieuws sprak met hen. "Ik doe het als mensen onzin vertellen. En om de tijd te verdrijven."
MULTIFILE
Background: Given the demands posed by excessive practice quantities in modern dance, physical and mental health can be compromised. Therefore, there is a need to consider how quality of practice may be improved and possibly even reduce training times. Sports literature has shown that instructions and feedback given by coaches can have an effect on the quality of training and influence self-regulation and the performance of athletes. However, currently little is known about the use of instructions and feedback by dance teachers. The aim of the current study was, therefore, to examine the type of instructions and feedback given by dance teachers during various dance classes. Methods: A total of six dance teachers participated in this study. Video and audio recordings were made of six dance classes and two rehearsals at a contemporary dance university. The dance teacher’s coaching behavior was analyzed using the modified Coach Analysis and Intervention System (CAIS). Additionally, feedback and instructions were also examined in terms of their corresponding focus of attention. Absolute numbers, as well as times per minute (TPM) rates were calculated for each behavior before, during, and after an exercise. Absolute numbers were also used to calculate ratios of positive-negative feedback and open-closed questions. Results: Most feedback comments were given after an exercise (472 out of 986 total observed behaviors). Improvisation had the highest positive-negative feedback ratio (29) and open-closed questions ratio (1.56). Out of the focus of attention comments, internal focus of attention comments were used most frequently (572 out of 900). Discussion/conclusion: The results make clear that there is a large variability in instructions and feedback over teachers and classes. Overall, there is room for improvement toward a higher positive-negative feedback ratio, a higher open-closed question ratio and producing more comments eliciting an external focus of attention.
Sociale media geven organisaties direct toegang tot hun (potentiele) gebruikers en bieden een mogelijkheid om te leren over wat ze willen en bezighoudt en met wie ze in verbinding staan. Veel organisaties staan via bijvoorbeeld Facebook of Twitter op die manier al met hun gebruikers in contact en geen marketingcampagne doet het meer zonder likes en tweets. Steeds meer organisaties gebruiken dan ook sociale media, deels reeds geïntegreerd in marketing, maar deels ook om de boot niet te missen of ?omdat de klant dat vraagt?. Hoeveel ze daarin investeren en dat in de toekomst ook willen blijven doen, hangt af van de effectiviteit van sociale media. Maar wanneer is het effectief, wat bepaalt die effectiviteit en hoe meten we de effectiviteit? Er bestaan inmiddels talloze hulpmiddelen om daartoe de output van sociale netwerken te monitoren en te analyseren (aantallen likes, comments, tweets, etc.). De belofte van effectiviteit schuilt echter met name in het gaandeweg vormgeven en verspreiden van de communicatie in samenwerking met netwerkgebruikers (user generated content, co-creatie, virale of netwerkeffecten). Sociale media zijn echter zo nieuw en in de mix zo complex dat er over de effectiviteit van deze interactieve vorm van communicatie nog weinig bekend is. Het project ?The Network is the Message? ontwikkelt nieuwe kennis en middelen om de werking van sociale media beter te begrijpen en de mogelijkheden ervan beter te benutten. Onze belangrijkste doelgroep is daarbij de communicatieprofessional, voor wie sociale media inmiddels cruciale tools zijn in de uitoefening van hun taak. Hoewel dat in zijn algemeenheid en voor iedereen geldt, lijkt het MKB in het nadeel ten opzichte van multinationals, die meer capaciteit en middelen hebben om met sociale media te experimenteren. In Nederland zijn het vooral de grotere communicatiebureaus die over voldoende mensen en middelen beschikken om de effectiviteit van campagnes systematisch te meten, terwijl het gros van de communicatiebureaus tot het kleinere MKB behoren. Op basis van de in het project verkregen kennis wordt een speciaal op het MKB gerichte toolkit ontwikkeld en beproefd waarmee communicatieprofessionals beter in staat zijn om een sociaal netwerk te activeren en grip te krijgen op de effectiviteit van hun online interactieve communicatie. De hoofdvraag van het project luidt: ?Hoe kan de effectiviteit van communicatie in online sociale netwerken worden beoordeeld en verbeterd?? De deelvragen hebben betrekking op: 1. De potentie van een sociaal netwerk: Wat maakt een sociaal netwerk tot een goed netwerk? Hoeveel respons kan ik verwachten van een netwerk als ik het aanspreek? Hoeveel doorgifte kan ik verwachten? Wat bepaalt deze respons? 2. De werking van een boodschap: Wat zijn de werkzame elementen van een sociale media boodschap? Welke elementen bepalen of een boodschap wel of niet wordt opgepikt en verspreid? 3. Het resultaat van een sociale actie/campagne: Wat is er beoogd met de actie/campagne en is dit doel bereikt? Aantallen likes en tweets zeggen wel iets over de verspreiding van de boodschap, maar hoe moeten we dit interpreteren? Zijn de juiste personen bereikt (precisie)? De antwoorden op deze deelvragen bepalen in samenhang de kans op succes van sociale media communicatie. Het onderzoek bestaat uit een non-experimentele en een experimentele fase. In de non-experimentele fase zullen praktijkcases aan de hand van het activatiepotentieel (netwerkstructuur en gebruikersprofielen) en mogelijke werkzame elementen (gebruikte communicatietechnieken en versnellende variabelen als een tag of video) worden beoordeeld op resultaten (verspreiding en precisie). De bevindingen uit deze non-experimentele fase zullen vervolgens worden gebruikt om in de experimentele fase systematisch het effect van verschillende technieken en versnellers te bepalen. Voor een zinvolle maat van effectiviteit zal het resultaat van een campagne vergeleken worden met het potentieel van het netwerk.