Je kent ze wel: mensen die het roer omgooien en samen een kleinschalige, nieuwe deelgemeenschap vormen, vaak op een afgelegen plek. In Eindhoven gebeurt het ook, maar dan op grotere schaal en in de stad. In het onderzoeksproject Ge Meent ’t volgt Fontys samen met bewoners het ontstaan van een deelgemeenschap in een nieuwe wijk.
LINK
In het kunsten- en erfgoeddecreet werd een aparte categorie ‘Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap’ opgenomen. Zij zouden een symboolfunctie en een sensibiliserende rol voor de artistieke gemeenschap en de gehele Vlaamse bevolking moeten vervullen. Bovendien moeten ze internationale topkwaliteit aanbieden. Door een gebrekkige collectieve opdrachtomschrijving weten deze Gemeenschapsinstellingen echter niet welke service van hen wordt verwacht en dit zowel naar de artistieke gemeenschap als de bredere samenleving toe. De vage taakomschrijving stelt de instellingen met dit uitzonderlijke statuut bovendien voor een distinctieprobleem. Waarin onderscheiden ze zich van andere kunstorganisaties in Vlaanderen die op een reguliere basis tijdelijk worden gesubsidieerd? Ten slotte signaleren de Gemeenschapsinstellingen een internationaal verifieerbare discrepantie tussen een symbolische en een economische, subsidiale erkenning. Door dit alles blijft hun positie vaag tot zelfs ambivalent. Met deze vaststellingen in het achterhoofd werd een essayopdracht geformuleerd. De centrale vragen die daarin gesteld werden luiden: wat is de opdracht, taak en positie van nationale kunstinstellingen? Hoe kunnen ze ideaaltypisch functioneren en hoe doen ze dat in het buitenland? Via een interpretatieve cultuursociologische weg, geschraagd met de inzichten van de kritische theorie werd een antwoord op het voorgelegde vraagstuk gezocht. Het opstel betreft dus geen benchmarking of kunstkritisch betoog. Wel werd via diepte-interviews met beleidsverantwoordelijken en vooral stafmedewerkers van voorbeeldorganisaties in Duitsland, Engeland, Finland, Nederland en Portugal naar mogelijke pistes gekeken.
DOCUMENT
Het Studentsucces Centrum kan voor studenten een belangrijke plek zijn waar binding tussen studenten in een informele setting centraal staat. Sociale activiteiten zorgen er hierbij voor dat studenten niet alleen in sociaal opzicht meer geïntegreerd raken, maar maken tevens belangrijke netwerken voor hen toegankelijk. Op deze manier kan het Studentsucces Centrum studenten toegang geven tot meer sociaal kapitaal en sociale steun. Deze kunnen hen helpen bepaalde doelen te behalen en zorgen voor meer succeservaringen en gevoel van competentie. In dit rapport adviseren we over randvoorwaarden die volgens de empowermentvisie nodig zijn voor het vormen van een inclusieve gemeenschap.
DOCUMENT
De meest wezenlijke vraag met betrekking tot de huidige wooncrisis gaat niet zozeer over de aantallen en snelheid waarmee wordt gebouwd, maar behelst volgens voormalig Rijksbouwmeester Floris Alkemade een fundamentele vraag over hoe we in de toekomst samen willen wonen en leven. Hiervoor moet in co-creatie worden gezocht naar nieuwe perspectieven op een duurzame samenleving bouwend op de veerkracht die besloten ligt in gemeenschappen. Circulariteit moet hierbij iets worden dat van iedereen in die wijk is: de gemeenschappelijke hulpbron. Tegen deze achtergrond is er de laatste jaren meer aandacht voor de ‘commons’. Specifiek verkennen we met dit onderzoek de ontwikkeling van een nieuwe common [deelgemeenschap] in Buurtschap te Veld in Eindhoven. Buurtschap te Veld is een experimentele nieuwe wijk die de potentie heeft om zowel qua vorm als qua methodiek een lerend voorbeeld te vormen voor in de maatschappelijke transitie naar veerkrachtige en circulaire wijken en buurten. Dit onderzoek is een samenwerking tussen Fontys Kenniscentrum Creative Economy, changemaker Minitopia, Woonstichting Thuis, Woonbedrijf Eindhoven en Van Wijnen. Methodologisch bouwen we in dit onderzoek voort op recente studies naar toepassingen van serious gaming in participatieve planningsprocessen en wetenschappelijke literatuur rondom co-design. Co-design is essentieel voor de ontwikkeling van commons. Co-design is een participerende ontwerpende aanpak waarbij leden van een gemeenschap een gelijkwaardige rol hebben in het ontwerpproces. Ondanks de snelle ontwikkeling van nieuwe commons is er nog weinig onderzoek gedaan vanuit een integraal co-design perspectief naar dit zogenaamde fenomeen van commoning. De aanpak die ontworpen wordt in dit onderzoek noemen we Ge Meent t: Ge Meent t [Brabants dialect; serieus I Meent : Nederlands voor commons] is een co-design proces voor het ontwerpen van een serious game waarin bewoners en betrokkenen in een wijk of buurt gezamenlijk beslissen over het ontwerp en de ontwikkeling van een deelgemeenschap op buurtniveau.