Deze studie kijkt naar de factoren die de intentie tot het doen van aangifte of melding na slachtofferschap van cybercrime verhogen en de motieven die daarmee samenhangen. In deze studie wordt gebruikgemaakt van een vragenlijst met daarin vignetten. De factoren die gemeten zijn in de vignetten zijn het type delict, de ernst van het delict, of er een relatie is tussen de dader en het slachtoffer en de mogelijkheden om aangifte te doen. Het blijkt onder meer dat het type en de ernst van het delict bepalende factoren zijn voor zowel meldings- als aangiftebereidheid van slachtofferschap na cybercrime. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
MULTIFILE
Het onderzoek heeft als doel inzicht te verkrijgen in de determinanten van mondzorggedrag.
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 2 waarin de programmadoelen en veranderbare en belangrijke determinanten waarop de leefstijlapp zich zal richten zijn vastgesteld.
DOCUMENT
Marnix Eysink Smeets constateert dat de veiligheidsbeleving van het publiek al langer hoog op de politieke agenda staat. Criminologisch onderzoek op dit terrein heeft veel inzichten opgeleverd in operationalisering, meetmethoden en determinanten van angst voor criminaliteit. Maar over mechanismen, trends, effecten en beïnvloedbaarheid is veel minder bekend. Daarnaast valt op dat veel onderzoekers eenzijdig gericht zijn op de ‘traditionele’ angst voor criminaliteit, terwijl zich inmiddels nieuwe misdrijven en dreigingen hebben gemanifesteerd.
DOCUMENT
Recente studies tonen aan dat publiekscampagnes direct en indirect kunnen bijdragen aan gedragsverandering (Snyder et al, 2007; Noar 2006; Wakefield et al, 2010). Echter om effectieve campagnestrategieën gericht op gedragsverandering te ontwikkelen ontbreekt vaak een praktisch kader binnen publieke diensten om het gedrag en de determinanten daarvan structureel in kaart te brengen. De Nederlandse rijksdienst verantwoordelijk voor de uitvoering van publieke campagnes, "Dienst Publiek en Communicatie" (DPC), heeft zich daarom tot doel gesteld een dergelijk praktisch kader te ontwikkelen om zo de effectiviteit van publiekscampagnes op gedrag te vergroten.
DOCUMENT
ABSTRACT Purpose: To gain insight into determinants of physical activity in wheelchair users with spinal cord injury or lower limb amputation, from the perspective of both wheelchair users and rehabilitation professionals. Methods: Seven focus groups were conducted: five with wheelchair users (n=25) and two with rehabilitation professionals (n¼11). The transcripts were analysed using a sequential coding strategy, in which the reported determinants of physical activity were categorized using the Physical Activity for people with a Disability (PAD) model. Results: Reported personal determinants of physical activity were age, general health status, stage of life, demotivation due to difficulty burning calories, available time and energy, balance in daily life, attitude, and history of a physically active lifestyle. Reported environmental determinants were professional guidance, inconvenient exercise times, accessibility of facilities, costs, transportation difficulties, equipment difficulties, and social support. Conclusions: Important, changeable determinants of physical activity that might be influenced in future lifestyle interventions for wheelchair users are: balance in daily life leading to more time and energy to exercise, attitude towards physical activity, professional guidance, accessibility of facilities (providing information on how and where to find accessible facilities), and social support (learning how to get this)
DOCUMENT
In deze presentatie worden resultaten gepresenteerd: 1) van literatuuronderzoek naar determinanten van een inactieve leefstijl bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie; en 2) semigestructureerd interviewonderzoek bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie (n = 4) naar de wensen en behoeften t.a.v. een mobiele leefstijlapplicatie. Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat problemen met de toegankelijkheid van winkels en gebouwen (n=6), fysieke gezondheidsproblemen (n=6) en kosten verbonden aan trainingen (n=5) de meest voorkomende beweegbarrières zijn bij mensen met een dwarslaesie. Verder werd gevonden dat een hogere eigen-effectiviteit ten aanzien van bewegen was gerelateerd aan meer bewegen. Uit het interviewonderzoek is naar voren gekomen dat mensen met een dwarslaesie behoefte hebben aan diverse functies in een digitale leefstijlapplicatie, zoals: informatie over beweegactiviteiten, eigen beweeggedrag bijhouden, leefstijlbegeleiding en een forum.
DOCUMENT
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
De opkomst van de leefstijlgeneeskunde is een goed voorbeeld van de toenemende aandacht voor gezondheid en gedrag in de zorg. Een ontwikkeling die al enige tijd gaande is. Gezondheid en gedrag hebben echter ook alles te maken met hoe mensen dingen ervaren en de maatschappelijke context waarin dit plaatsvindt. Voor effectieve gedragsverandering is ook aandacht nodig voor de weerbarstigheid van het menselijk gedrag en de maatschappelijke omgeving. Vanuit leefstijlgeneeskunde zal verbinding gelegd moeten worden met de publieke gezondheid en alle partijen die daarin een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan GGD en gemeenten. De gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) laat al goed zien wat daar allemaal bij komt kijken. Het is de kunst om die verbinding goed te leggen en wanneer dat lukt, kan leefstijlgeneeskunde ook bijdragen aan de aanpak van de uitdagingen voor de toekomst, maar dan gaat het verder dan alleen voeding en bewegen.
DOCUMENT