De zogenaamde starterslening is geen geschikt instrument om starters op de woningmarkt te helpen.
LINK
Meerdere gemeenten voeren pilots uit met een ondersteuner op het gebied van jeugd in de huisartsenpraktijk: de specialistische ondersteuner huisarts (SOH) of de praktijkondersteuner huisarts voor jeugd (POH-jeugd). Het lectoraat Jeugd heeft op verzoek van drie gemeenten binnen de provincie Utrecht, De Ronde Venen, Rhenen en Stichtse Vecht, een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. De pilots met praktijkondersteuners in een aantal Utrechtse gemeenten lopen in 2019 af. De gemeenten staan daarom binnenkort voor de keuze om de functie van SOH/POH-jeugd al dan niet te behouden. Indien zij kiezen voor behoud, zullen zij ook een besluit moeten nemen over de invulling van deze functie. In samenspraak met de deelnemende gemeenten zijn de volgende thema’s gedefinieerd: • Profiel van de praktijkondersteuner • Vormgeving, taken en positionerin. • Aansprakelijkheid • Financiering Het doel van dit project is om inzicht te geven in deze thema’s, zodat de gemeenten de bevindingen vanuit de pilots kunnen gebruiken bij het onderbouwen van hun beslissing over het al dan niet voortzetten van deze werkwijze.
DOCUMENT
Over stedelijke ontwikkeling zijn de partijprogramma’s voor de provinciale statenverkiezingen van aanstaande woensdag helder. Wonen staat met stip bovenaan. Maar als sectorale opgave. Lector Cees-Jan Pen mist bij al het ‘woongeweld’ een duidelijke koppeling met de opgaven in binnensteden en op kantoorlocaties. ‘Laat ruimtelijke ordening leidend zijn voor het oplossen van de woningnood, en niet de woningnood voor de ruimtelijke ordening.'
LINK
Een toenemend aantal plattelandsgemeenten stelt een centrumprofessional aan die namens ondernemers en/of de gemeente de samenwerking tussen centrumactoren (ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, maatschappelijke organisaties & inwoners) en de ontwikkeling van het dorpscentrum aanjaagt. Centrumontwikkeling is een urgente uitdaging in veel dorpscentra, omdat het voorzieningsniveau en de leefbaarheid in veel plattelandsgemeenten onder druk staan. Het huidige opleidingsaanbod voor centrumprofessionals is echter vooral gericht op steden. Hierdoor sluit de aanpak van veel centrumprofessionals onvoldoende aan op de plattelandscontext. In steden is een centrumprofessional vooral bezig met het afwegen van georganiseerde belangen, terwijl in dorpen het faciliteren van het beperkt aanwezige economisch potentieel en het versterken van organiserend vermogen crucialer is. Daarnaast hebben centrumprofessionals in plattelandsgemeenten, zeker in vergelijking tot steden, vaak een beperkt aantal uren voor hun taak.Er zijn in een dorp slechts enkele ondernemers die het verschil kunnen maken in de ontwikkeling van het centrum. Dat zijn vaak familiebedrijven die uitgroeien tot local heroes omdat ze 1) sociaal betrokken en lokaal geworteld zijn, 2) concurrerend en onderscheidend zijn als ondernemer en 3) een dubbelrol hebben als vastgoedeigenaar en ondernemer. Local Heroes hebben een sterke handelingscapaciteit en -bereidheid en zijn daarom een belangrijke samenwerkingspartner voor de centrumprofessional.In de praktijk ervaren centrumprofessionals problemen met het bepalen van een rol die passend is bij de lokale centrumcontext en de governance (kader 3, p.19) van centrumsamenwerking. Hierdoor zijn ze niet altijd in staat om tot strategische samenwerking te komen in het centrum. Met dit ontwerpgerichte onderzoek willen we daarom een tool ontwikkelen, waarmee de centrumprofessional in staat wordt gesteld om een strategische rol te pakken in samenwerking met local heroes, andere centrumactoren en de gemeente. We doen dit op basis van een vergelijking van acht cases van plattelandsgemeenten in Noordoost-Nederland.
Een toenemend aantal plattelandsgemeenten stelt een centrumprofessional aan die namens ondernemers en/of de gemeente de samenwerking tussen centrumactoren (ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, maatschappelijke organisaties & inwoners) en de ontwikkeling van het dorpscentrum aanjaagt. Centrumontwikkeling is een urgente uitdaging in veel dorpscentra, omdat het voorzieningsniveau en de leefbaarheid in veel plattelandsgemeenten onder druk staan. Het huidige opleidingsaanbod voor centrumprofessionals is echter vooral gericht op steden. Hierdoor sluit de aanpak van veel centrumprofessionals onvoldoende aan op de plattelandscontext. In steden is een centrumprofessional vooral bezig met het afwegen van georganiseerde belangen, terwijl in dorpen het faciliteren van het beperkt aanwezige economisch potentieel en het versterken van organiserend vermogen crucialer is. Daarnaast hebben centrumprofessionals in plattelandsgemeenten, zeker in vergelijking tot steden, vaak een beperkt aantal uren voor hun taak. Er zijn in een dorp slechts enkele ondernemers die het verschil kunnen maken in de ontwikkeling van het centrum. Dat zijn vaak familiebedrijven die uitgroeien tot local heroes omdat ze 1) sociaal betrokken en lokaal geworteld zijn, 2) concurrerend en onderscheidend zijn als ondernemer en 3) een dubbelrol hebben als vastgoedeigenaar en ondernemer. Local Heroes hebben een sterke handelingscapaciteit en -bereidheid en zijn daarom een belangrijke samenwerkingspartner voor de centrumprofessional. In de praktijk ervaren centrumprofessionals problemen met het bepalen van een rol die passend is bij de lokale centrumcontext en de governance (kader 3, p.19) van centrumsamenwerking. Hierdoor zijn ze niet altijd in staat om tot strategische samenwerking te komen in het centrum. Met dit ontwerpgerichte onderzoek willen we daarom een tool ontwikkelen, waarmee de centrumprofessional in staat wordt gesteld om een strategische rol te pakken in samenwerking met local heroes, andere centrumactoren en de gemeente. We doen dit op basis van een vergelijking van acht cases van plattelandsgemeenten in Noordoost-Nederland.