Het LEVV-LOGIC project is een tweejarig onderzoek naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVVs) voor stadslogistiek. In het project ontwikkelen drie hogescholen samen met ondernemers, publieke instellingen en netwerkorganisaties nieuwe kennis over logistieke concepten en business modellen met LEVVs. In het LEVV-LOGIC Living Lab worden vijf experimenten opgezet door marktpartijen. Het consortium project gebruikt deze experimenten om kennis te toetsen en te vergaren. Dit rapport presenteert de resultaten van het eerste experiment: een samenwerking tussen Greenolution, Het Lokaal en 2Wielkoeriers in Amersfoort.Greenolution, opgericht door Christian Suurmeijer, heeft de CycleSpark-CargoBikeXL ontwikkeld. Het elektrisch aangedreven voertuig heeft drie wielen en kan met aanhanger tot 500 kilogram vervoeren. De cargobike is vanaf april 2017 wekelijks getest door 2Wielkoeiers voor de levering van goederen van Het Lokaal, een duurzame markthal (“streeksupermarkt”) in Amersfoort. Het doel van het experiment was om zicht te krijgen op de toepasbaarheid van het voertuig, de voordelen en verbetermogelijkheden.De evaluatie bestond uit een afstudeeronderzoek door een student van de Hogeschool van Amsterdam, een workshop logistiek concept visualiseren, een workshop business model analyse en een evaluatie met de betrokkenen op locatie bij Het Lokaal. Tijdens het experiment is gebleken dat het voertuig geschikt is voor het vervoer van zware producten waaronder melk en kratten met levensmiddelen. Het voertuig heeft lagere kosten in vergelijking met een bestelbus en past bij de duurzame bedrijfsvoering die Het Lokaal nastreeft. In praktijk spelen echter andere factoren mee die maken dat de bestelbus niet compleet vervangen kan worden. Deze wordt gebruikt voor woon-werkverkeer, gedeeld met een andere ondernemer en de bestelbus biedt flexibiliteit bij vroege pick-ups net buiten de stad. Met de auto ben je buiten de stad sneller dan met de fiets, waardoor bij krappe tijdsvensters de voorkeur uit gaat naar de bestelbus. Binnenstedelijk biedt de cargobike voordelen, bijvoorbeeld door het kunnen gebruiken van eenrichtingswegen. De omstandigheden in Amersfoort zijn echter niet vergelijkbaar met elke stad. De acceptatie van het voertuig door andere weggebruikers kan mogelijk in drukkere steden of met een andere fietsinfrastructuur lager zijn dan nu in Amersfoort het geval was.Verbetermogelijkheden van de CargoBikeXL zijn:- Betrouwbaarheid van elektrische ondersteuning (waterbestendigheid)- Koelmogelijkheden inclusief sensoren om de temperatuur te meten- Stuurbekrachtiging- Piekvermogen van 750 WAanvullende punten die de inzet van de CargoBikeXL kunnen verbeteren zijn:- Gebruik van standaard kratten- Training voor gebruikers- Efficiënt, gebruiksvriendelijk en dynamisch routeplanningysteem (met fietsroutes)- Platform voor vraag en aanbod van cargobike fietskoeiers- Inzicht in transporttarieven en voertuig-leaseconstructiesAndere toepassingen zijn:- Meubilair / verhuizingen- Tuincentra producten / bloemen
Extending the lifespan of products can be approached in several ways. One promising way is to give users a greater sense of ownership of the products that are used. In the context of Product Service Systems (PSS), products are often used temporarily, shared with others, and offered through a technology-mediated environment. Not much is known about psychological ownership in this context. To evaluate psychological ownership affordances as an intermediate knowledge tool in the context of PSS, we started a case study focused on a bicycle sharing service of The Student Hotel (TSH). The central question was how a design approach, based on psychological ownership, can help to redesign the bicycle-service of TSH to contribute to extended lifespans of the bicycles. This resulted in ten exemplary designs as project outcomes and two implemented design interventions in a TSH branch. All project members and stakeholders (app supplier X-bike and Roetz-bikes mechanics) and students of Eindhoven University of Technology (TU/e) and Utrecht University of Applied Sciences (HU) (n=42) were interviewed on process efficiency, process quality and design quality at the end of the collaboration. We performed a qualitative analysis to identify when and how the team members applied the design tool, how these obstructed or supported the design process, and if the team members show shared understanding of the behavioral and/or social consequences of their decisions. The results show both top-down and bottom-up insights, leading to four suggestions for adapting the existing model as an intermediate knowledge tool: (1) being more goal-oriented, (2) consider a hierarchy of affordances, (3) consider to add a new affordance and (4) recognize a more active role of the service provider.
De Maatschappelijke Waarde van Fietsen Elektrische fietsen worden steeds populairder, zowel voor personen als voor vracht. Moderne e-bikes worden daarnaast steeds krachtiger waardoor de benodigde spierkracht ten opzichte van de elektromotor afneemt. Hiermee wordt het verschil tussen volledig elektrisch aangedreven voertuigen en e-(bak)fietsen steeds kleiner. Twee fietsfabrikanten, Van Raam en Nijland Cycling, krijgen regelmatig vragen over het ontwikkelen van voertuigen zonder trapaandrijving. Voor deze bedrijven, met een lange traditie in fietsenbouw, is het moeilijk inschatten in hoeverre een transitie naar 100% elektrisch zal doorzetten naast de markt voor fietsen met trapondersteuning. Vandaar dat men op zoek is naar de maatschappelijke meerwaarde, nu en in de toekomst, voor trapondersteuning, zowel voor personen als voor vrachtfietsen. Ontwikkeling en innovatie op een nieuw terrein (volledig elektrische aandrijving) kan interessant zijn, maar mocht blijken dat de huidige trend van het fietsen in de toekomst zal doorzetten, dan zullen deze bedrijven zich blijven richten op de doorontwikkeling van hun bestaande productlijnen. De verwachting is dat energieverbruik en gezondheid de meerwaarde voor fietsen zullen bepalen. Het doel van dit onderzoek is daarom om beter zicht te krijgen op de vraag wat de maatschappelijke waarde van fietsen is t.o.v. volledig elektrische aandrijving en wat dit betekent voor de fietsindustrie. De centrale vraag die zal worden beantwoord is: Hoe kan de maatschappelijke meerwaarde van fietsen (voor nu en de toekomst) worden bepaald en wat is dan de specifieke bijdrage van de spierkracht in ritten op een voertuig met trap-ondersteuning. Het resultaat is een eerste indicatie van de bijdrage van fietsers aan de energieprestatie en zullen aanbevelingen worden gedaan hoe een en ander kan worden vertaald naar gezondheidsclaims en andere maatschappelijke belangen. Deze zijn van belang bij het maken van een ontwerp voor een Maatschappelijke Kosten baten Analyse voor de fiets. (woorden samenvatting: 292; projectvoorstel: 1408 (t/m hoofdstuk 7))
E-cycling intelligence is a research project directly connected to the PhD-research of Joost de Kruijf at the Utrecht University. Within the program the effects of the introduction of e-bikes in daily commuting are being investigated. Using a large-scale incentive program targeting on behavioral change among car-oriented commuters the next four specific components are being :- Modal shift to e-cycling- Well-being and travel satisfaction of e-bikes vs. car- Weather circumstances and e-cycling- Behavioral intention to e-bike vs. actual behavior Using a combination of three surveys (baseline, one month and half a year) and continuous GPS-measurement on the behavior of more than 800 participants makes this research unique. In collaboration with the TU/e the GPS-dataset is being translated into relevant information on modal shift on different trip purposes offering a new range of possibilities to analyses behavioral change. Knowledge on every of the four topics in the project is translated scientific paper. The expected end of the project is July 2021.With the research not new insights are being gained, the Breda University of Applied Sciences also develops a scientific network of cycling related researchers together with a network of cycling engaged road authorities.
De toenemende belangstelling voor toerisme en recreatie, vooral in natuurgebieden, staat voor verschillende uitdagingen. Voor Natuurgrenspark De Groote Heide is dit niet anders. Samenwerking over de grens heen en bezoekersmanagement zijn cruciaal, gezien het gebied zich uitstrekt over Nederland en Vlaanderen.Grensloos Park De Groote Heide verbind Vlaanderen en Nederland letterlijk, door te werken aan fietsroutes die abrupt eindigen bij de grens en historische locaties die afhankelijk zijn van herstel aan de andere kant van de grens. Een tweede uitdaging is het vergroten van de toegankelijkheid voor diverse doelgroepen, zoals mensen met een fysieke beperking. Het gebied mist geschikte toegangspoorten en routes voor fietsers en e-bikes. De projectpartners willen lokale bewoners en verenigingen actief betrekken om het cultuur-historische karakter van het gebied meer tot uiting te laten komen in de thematische routes en via eigentijdse belevingselementen. Het betrekken van lokale gemeenschappen zal op termijn niet alleen de identiteit van het natuurgrenspark versterken, maar ook een breder draagvlak creëren voor beheer en bescherming. Dit brengt ons bij de derde uitdaging van het project om een duurzaam evenwicht te vinden tussen natuur en recreatie. Het Grensloos Park richt zich hiervoor op innovatieve oplossingen, ondersteund door gedetailleerde dataverzameling en -analyse, om bezoekersstromen beter te begrijpen.Collaborative partnersNatuurgrenspark De Groote Heide BGTS, Gemeente Heeze-Leende, Stad Hamont-Achel, Gemeente Cranendonck, Gemeente Valkenswaard, Gemeente Eindhoven, Natuurpunt Beheer.