This paper will explore how a portfolio approach to teaching and learning can help the educator incorporate unique forms of reflective practice into his or her daily work. By being able to express ideas more clearly to himself, the educator can better promote the relational construction of knowledge in his educational communities. This paper, as part of a larger body of research asks, how can a portfolio approach to teaching and learning help the educator develop unique forms of reflective practice that will help him express his ideas more clearly, first to himself and then secondly to his educational communities? Research methodology is primarily participatory action research and includes an autoethnographic review of the author's work, reviews, interviews, observations, and focus groups with student teachers and professional teachers in the United Arab Emirates. The research concludes that in consideration of McLuhan's (1964) notion that the "medium is the message," the interactions that arise through the use of new media tools can lead us to relational, co-constructed ideas that are not those simply passed on from other texts. By making our thinking visible, the portfolio approach allows the educator to capture the contextual relationship between the author, the audience or community, and the knowledge being created.
DOCUMENT
Vierdejaarsstudenten van de HU-opleidingen Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) en Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH, inmiddels Social Work) krijgen voor hun afstuderen de opdracht een artikel te schrijven over een zelfgekozen onderwerp. De vierdejaars van deze opleidingen dongen in 2018 opnieuw mee naar prijzen voor het beste artikel. De winnaar van de Topartikelenwedstrijd 2018 is: Roy Leunen met zijn artikel ‘Help, ik word hulpverlener’. Roy schijft een artikel over peer-support voor aankomend Sociaal Werkers. Hij beschrijft de groeiende aandacht, zowel nationaal als internationaal, voor de inzet van ervaringsdeskundigheid in de GGZ en aangrenzende werkvelden. Hij verwijst naar onderzoeken van zowel Hogeschool Utrecht als Hogeschool Windesheim waaruit blijkt dat twee derde van de studenten van sociale opleidingen persoonlijk of via een naaste, ervaringen heeft met psychiatrie, verslaving of andere problematiek. Deze ervaringen kunnen een bron van kracht en kennis zijn, betoogt Roy. Hij ziet binnen het onderwijs de aandacht voor ervaringskennis van aankomend professionals weliswaar toenemen, maar wijst erop dat het niet eenvoudig is om ruimte te creëren voor het bespreekbaar maken van persoonlijke ervaringen door studenten. Zelfstigma kan daar een rol bij spelen. Hij benadrukt daarom het belang van de introductie van peer-supportgroepen. Peer-supportgroepen zouden ook kunnen bijdragen aan het verlagen van psychische druk die studenten ondervinden, door de confrontatie met hun eigen ervaringen binnen hun opleiding en stage.
DOCUMENT
Rapport dat een overzicht biedt, wat portfolio is en wat het zou kunnen zijn. Een handreiking voor opleidingen die met portfolio's willen gaan werken en het biedt een overzicht van aandachtspunten en een theoretische basis van uit de literatuur tot en met december 2000. Rapportnummer 20365.655-CA/IH.
DOCUMENT
Zo n 160 docenten van hbo-informaticaopleidingen uit heel Nederland kwamen op 10 april 2003 naar Eindhoven om daar de eerste HBO-I docentendag bij te wonen. Het HBO-I, dat met deze dag zijn tienjarige bestaan vierde, is hiermee uitgegroeid tot een platform voor alle medewerkers van de aangesloten opleidingen.
DOCUMENT
Stichting SURF, de ICT-samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek, organiseerde op 5 en 6 november 2002 de SURF Onderwijsdagen 2002, in het Nederlands Congrescentrum in Den Haag.
DOCUMENT
Expectations are high for digital technologies to address sustainability related challenges. While research into such applications and the twin transformation is growing rapidly, insights in the actual daily practices of digital sustainability within organizations is lacking. This is problematic as the contributions of digital tools to sustainability goals gain shape in organizational practices. To bridge this gap, we develop a theoretical perspective on digital sustainability practices based on practice theory, with an emphasis on the concept of sociomateriality. We argue that connecting meanings related to sustainability with digital technologies is essential to establish beneficial practices. Next, we contend that the meaning of sustainability is contextspecific, which calls for a local meaning making process. Based on our theoretical exploration we develop an empirical research agenda.
MULTIFILE
Kernproblemen in de aansluiting met het hoger beroepsonderwijs zijn de weinig flexibele overgang vanuit voortgezet en middelbaar beroepsberoepsonderwijs en de uitval en vertraging in de propedeuse. Vanaf 2002 werkt Fontys Hogescholen aan een goede doorstroom en aansluiting, die aanhaakt bij de innovaties in het hbo en mbo. De ontwikkeling van de Fontys Competentie Wijzer (FCW) is een belangrijk initiatief hierbij. De FCW is ontwikkeld als instrument voor de student in het middelbaar beroepsonderwijs om te onderzoeken of een vervolgstudie in het hbo iets voor hem is. De FCW is een selfassessment waarin de student zijn loopbaanoriëntatie, studie-interesses, algemene en sectorspecifieke hbo-begincompetenties, leerstrategieën, studiegedrag en ontwikkelpunten zichtbaar maakt. Het invullen van de (digitale) vragenlijst kost ongeveer één uur tijd en de resultaten komen direct beschikbaar. De mbo-student kan met de resultaten een beter onderbouwde keuze maken voor eventuele doorstroom. Ook vormen ze een prima uitgangspunt om te gaan werken aan minder sterke punten. Dit voornemen van de student kan input zijn bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Kortom, de FCW is een instrument om beter regie te kunnen voeren over de eigen studieloopbaan en daardoor kansrijker door te stromen naar en te studeren in het hbo. Wil de FCW succesvol zijn, dan is inbedding in de studieloopbaanbegeleiding voorwaardelijk. Vanuit de ervaringen met de FCW voor het mbo zijn de FCW voor het voortgezet onderwijs (havo) ontwikkeld alsmede de Fontys Propedeuse Wijzer (FPW).
DOCUMENT
Zeventien dagen na de Olympische Spelen vonden in Rio de Janeiro de Paralympische Spelen plaats. Rio had met betrekking tot de Paralympische Spelen voor het bid een concept ontwikkeld rondom het thema 'Live your Passion'. Daarbij zouden de Paralympische Spelen gebruikt worden om economische, stedelijke en sociale ontwikkeling in Brazilië te stimuleren. Het plan maakte deel uit van de visie van de Braziliaanse regering om te investeren in sport als katalysator voor sociale integratie. De intentie was om de Paralympische Spelen te gebruiken om een meer inclusieve samenleving te creëren. Dit hoofdstuk beschrijft de Paralympische Spelen en de investeringen die daarmee gepaard gingen, de beleving van het publiek bij de Spelen die uiteindelijk tot ‘The People’s Games’ werden gedoopt en uitzonderlijke atletische prestaties tijdens ‘The Best Games ever’. Tot slot wordt de legacy, de nalatenschap, met betrekking tot het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking beschreven.
DOCUMENT
Het project Flexibele Toelating Fontys (FTF) beoogt flexibilisering van de toelating tot het hbo. Middels flexibilisering van de toelating tot het hbo kan het tekort aan kenniswerkers worden aangepakt en het verlies aan human capital worden bestreden. In het kader van het FTF-project is een instrumentarium ontwikkeld gericht op het in kaart brengen van elders en eerder verworven competenties (evc's) dat als doel heeft potentiële studenten die niet beschikken over de thans geldende wettelijke vooropleidingseisen om te mogen worden toegelaten, voor een HBO-opleiding te testen. Kandidaten die voor het FTF-project in aanmerking willen komen, zijn personen die ouder zijn dan 16 jaar en jonger dan 21 jaar en die niet aan de wettelijk vereiste vooropleidingseisen voldoen. De kandidaat beschikt wel over voldoende elders en eerder verworven competenties om succesvol een hbo-studie te volgen. Om toegelaten te worden tot de beoogde hbo-opleiding moeten de kandidaten het FTF-traject, dat uit twee delen bestaat, succesvol doorlopen. Het eerste deel is de Fontys Toelatingstest (FTT) en het tweede deel is het Fontys Toelatings Assessment (FTA). Door middel van de toelatingsprocedure toont de kandidaat aan dat hij voldoet aan een niveau van hbo-begincompetenties dat ten minste gelijkwaardig is aan de wettelijke vooropleidingseisen. In het experiment zijn in 2004 t/m 2006 in totaal 182 studenten toegelaten. De studieresultaten in het eerste studiejaar van deze groep zijn vergeleken met de studieresultaten van een referentiegroep en het cohort. Daarbij bleek dat de toegelaten kandidaten ten minste even goede studieresultaten behaalden wat tot de conclusie leidde dat ze over een ten minste gelijkwaardig instroomniveau beschikten.
DOCUMENT