By having a healthy and happy social life, social needs are fulfilled. When social needs are not fulfilled, loneliness and social isolation can occur, which have negative consequences for one’s physical and mental health. Social technology, technology that enables social interaction, can be a resource to fulfil the social needs of older people. In this study, we aimed to learn what role social technology plays in the social life of older people. We held 15 interviews with people aged over 70 who regularly use some form of social technology. Our results indicate that social technology plays different roles in the lives of older people. It strengthens the existing social relationships and social structures. It also brings depth and fun to the social contacts of older people and in this way, enriches their social lives. Social technology also gives a sense of safety and peace of mind to the older people themselves but also to their network members. However, there are barriers in the use of social technology. The older people struggled with using social technology and feel that social technology sometimes stands in the way of real human contact. In supporting and facilitating people’s relationship with others, a community and society, technology helps fulfil older people’s need for connectedness, meaningfulness and independence. However, the relationship with independence is ambiguous. Their life experience gives older people a thoughtful way of looking at social technology and the role it plays in their lives
Recensie van: Kahane, A. (2010). Power & Love: een strategie voor blijvende verandering. Den Haag: Academic Service
Deze module is geschikt voor alle deelnemers aan gebiedsgericht werken, zowel formele als informele krachten. De focus ligt bij bachelorstudenten die zich op zo’n praktijk oriënteren. De leerdoelen en de competenties in deze module zijn een combinatie van attitude, kennis en vaardigheden. Deze komen voort uit de vele leergangen en trainingen die in nauwe samenwerking met de praktijk door leden van de Amsterdamse Wmo-werkplaats zijn opgezet.
Fysiotherapeuten willen patiënten niet alleen op het gebied van bewegen behandelen, maar hen ook aanzetten tot een gezondere leefstijl, en dat houdt meer in dan bewegen. Zij vinden dat belangrijk omdat een betere leefstijl een positieve invloed heeft op de werking van hun fysiotherapeutische behandeling. Leefstijl wordt bepaald door iemands gedrag, bijvoorbeeld wat iemand eet en hoeveel er wordt bewogen. Bewustwording, de mate waarin iemand intrinsiek gemotiveerd is en verwacht gedrag te kunnen uitvoeren, zijn belangrijke factoren voor succesvolle gedragsverandering. Voor gedragsverandering is niet alleen kennis, maar ook doe-vermogen nodig. Om gedragsverandering te ondersteunen zijn de ‘Leef!kaarten’ ontwikkeld. Leef!kaarten zijn kaarten die evidence-informed informatie geven over allerlei aspecten over leefstijl en het maken van gezonde keuzes. Fysiotherapeuten zouden zich graag bekwamer willen voelen bij het bespreken van de leefstijl en het motiveren van hun patiënten en denken dat de Leef!kaarten dit op een laagdrempelige manier mogelijk maakt. Betrokken fysiotherapeuten willen dit samen met Zuyd Hogeschool, met patiënten en met elkaar onderzoeken. Het bovenstaande heeft geleid tot volgende vraagstelling: “Hoe kunnen fysiotherapeuten met behulp van de Leef!kaarten patiënten in hun praktijk zo goed mogelijk motiveren om tot gezondere leefstijlkeuzes te komen?” Het onderzoek wordt gedragen door een netwerk, bestaande uit Zuyd Hogeschool (Lectoraat Voeding, Leefstijl en Bewegen, Academie voor Fysiotherapie), fysiotherapeuten van Bruinsma Fysiotherapie, Paramedisch Centrum Zuid, FysioGulpen Koomen en Vandeberg, Fysiotherapie Corine Cuijpers en Fysiovision B.V. en hun patiënten. Inhoudelijk werken fysiotherapeuten met dezelfde specialisaties samen (bijvoorbeeld OncoNet). Nieuw is dat fysiotherapeuten met verschillende expertises ervaringen gaan uitwisselen wat betreft een overkoepelende competentie: leefstijlbevordering. Om dit project te realiseren werken de partners middels een continue wisselwerking tussen praktijk en onderzoek.