Deze uitgave bundelt zestien essays die geschreven zijn door een groep van gevestigde historici en opkomend talent. Het is een rijke verzameling opstellen over landen, steden en regio’s. Samen illustreren ze de relevantie van onze sociaal-culturele, economische, demografische of politieke geschiedenis. Deze reikwijdte past goed bij Maarten Duijvendak, emeritus-hoogleraar Economische, sociale en regionale geschiedenis. In zijn onderwijs en onderzoek propageerde hij een ‘wijde horizon’ gecombineerd met een ‘scherpe blik’. De essays zijn, elk afzonderlijk en als gebundeld geheel, geïnspireerd op dit adagium.
LINK
Op 1 januari 2007 hield de gemeente Heel (L) op te bestaan. In de laatste gemeentegids uit 2006, wordt in een korte schets de geschiedenis van de drie kernen Heel, Wessem en Beegden uit de doeken gedaan.
DOCUMENT
Inhoud van dit nummer ‐ Symposium ‘100 jaar Opvang en wat nu?’ Met officiële lancering van de Canon Maatschappelijke Opvang 1 ‐ BètaVersie Canon Maatchappelijke Opvang online 1 ‐ Twee nieuwe maatschappelijk aandeelhouders 2 ‐ BètaVersie Canon Zorg voor de Jeugd Online 3 ‐ Nieuwe canons in voorbereiding 4 ‐ 100 jaar Kesslerstichting: opvang, onderdak en begeleiding van daklozen 4 ‐ Niks geteisem! Het legendarische clubhuis De Mussen 6 ‐ Bezuinigingen treffen sociale sector, niet voor het eerst 7 ‐ Geschiedenisles over sociale werkplaatsen 8 ‐ Bronnen voor de geschiedenis van de verzorgingsstaat 9 ‐ Canon Geschiedenis Nederlandse Gezondheidzorg 10 ‐ Canon van de Geneeskunde in Nederland 10 ‐ 100 jaar orthopedagogiek: alweer een schatkamer 10 ‐ De markt van welzijn en geluk: achteraf bezien 11 ‐ In Memoriam Marinus Traas 11 ‐ Bezoekersaantallen aan de canons
DOCUMENT
Bij het historisch schatgraven is één van de meest fascinerende vondsten het fenomeen van de veranderende tijdgeest. We kunnen tijdgeest ook ‘sociaal-culturele conjunctuur’ noemen, naar analogie van ‘economische conjunctuur’. Ik hou het op ‘tijdgeest’. Tijdgeest is een moeilijk te pakken en te verklaren verschijnsel, maar het is er niet minder werkzaam door.4 Als we spreken over een veranderde tijdgeest bedoelen we een omslag in collectieve mentaliteit. Die veranderde tijdgeest maakt dat we anders gaan denken, kijken en voelen over allerlei maatschap¬pelijke verschijnselen, en ook over welzijn, over waarden als solidariteit en gelijkheid, rechten en plichten, verantwoordelijk¬heid en maatschappelijk werk. En er spelen vragen als: wie zijn de kwetsbaren, welke taken heeft de overheid en wat moeten burgers zelf doen?
DOCUMENT
Over de hedendaagse kunst(wereld) in relatie tot de (hedendaagse) geschiedenis.
LINK
Historie van het christelijke, rooms-katholieke begraven in Limburg. Promotieartikel.
DOCUMENT
Op 6 mei 2018 schreef Elmar Hellendoorn in De Volkskrant dat ‘Europa’ zijn machtspolitieke wortels moet herontdekken, ofwel de wortels van de vroege jaren, toen conservatieve realisten zoals Charles de Gaulle en Konrad Adenauer nog een bepalende rol speelden. Tevens schreef hij hoe ‘aan Amerikaanse universiteiten en denktanks een groeiende desinteresse in Europa merkbaar is’. Immers, de werkelijk bepalende gebeurtenissen van de wereld zijn verbonden met de opkomst van China, de hervonden status van Rusland, de situatie in het Midden-Oosten en misschien zelfs de ongewisse mogelijkheden voor Groot-Brittannië na de Brexit. Europa, het oude continentale Europa, geldt in de Verenigde Staten als oninteressant, vooral vanwege een vermeend gebrek aan leiderschap en visie. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/guido-van-hengel-8312729/
DOCUMENT
Met de vraag 'Wat is economie?' plegen handboeken nog wel eens met een 'kenobject' op de proppen te komen. Zeer bekend is bijv. de bepaling van L. Robbins: 'Economics is the science which studies human behaviour as a relationship between ends and scarce means which have alternative uses'. Dit kan op een neo-scholastieke of een neo-kantiaanse traditie bogen. In zijn inaugurale rede heeft J.J. Klant dit wat hij noemt 'methodologisch essentialisme' afgewezen: 'Bij nadere beschouwing blijken zulke essentiele beschrijvingen neer te komen op doodgewone analytische en nominale definities, die conventies van hun overeenstemming met, wat zij noemen, de werkelijkheid worden aanvaard of verworpen. Zijn alternatief is, met Jacob Viner, 'Economics is what economists do' en 'Een wetenschap heeft geen kenobject dat zich afdoende definiëren laat. Een wetenschap is een verzamelijk vna problemen die veranderen'. Wijn zijn eveneens van mening dat het kenobject zich niet afdoende definiëren laat en dat het opstellen van een onveranderlijke essentie of tafel van apriori-vormen met betrekking tot de economie radicaal ter discussie gesteld moet worden. Doch dat is nog geen voldoende reden om een dergelijke problematiek af te schaffen want economische theorieëm bewegen zich kennelijk binnen een 'omheining' en de problemen die economisten oplossen hebben bij alle veranderingen (van probleemstelling en oplossing) toch een zekere permanentie. Een trend in de hedendaagse wetenschapsfilosofie (Foucault, Kuhn..) getuigt hiervan als zij met termen als épisteme's, paradigmata, wetenschappelijke onderzoeksprogramma's, metafysische blauwdrukken, referentiekaders steeds op het belang van 'historische apriorti's wijst, die de wetenschapsbeoefening richting geven. Overigens hebben traditioneel de economen en hun methodologen zeer veel gevoel gehad voor dit aspect van de economische wetenschapsbeoefening getuige de dominante rol die het zgn. apriorisme in de geschiedenis van het economisch denken heeft gespeeld. In dit artikel willen wij aangeven dat beweringen niet uit hun 'omheining' los te maken zijn - hoewel, wij stellen het nogmaals, dit geen wezenheid is - en beweringen dus, als zodanig, geen exclusieve basis verschaffen voor een wetenschapsfilosofische interpretatie van de economische wetenschap zoals met name door het falsificationisme gesteld wordt.
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
In 1999 werden de gratis kranten Metro en Spits in Nederland gelanceerd. Behalve die twee titels werden ook zes andere gratis dagbladen in Nederland gestart tussen 2000 en 2008. In 2007 bereikte de totale gratis oplage een hoogtepunt van bijna twee miljoen per dag. In dit artikel wordt de geschiedenis van de deze categorie kranten beschreven tegen de Europese achtergrond waar ook sprake is van een ‘levenscyclus’ met een snelle opkomst en een sterke sanering die tijdens de economische recessie inzette. Daarnaast wordt ingegaan op de voorlopers van deze mediasoort, op de lezers van gratis kranten en de gevolgen die gratis kranten op de totale krantenoplage in Nederland heeft gehad. Halfway the first decennium of the 21st century free newspapers in the Netherlands had a circulation of almost two million and were responsible for a third of the total newspaper circulation. Four national titles competed. They saw a quick rise and also a sudden decline after 2008. In 2015 only one national model remains. In this article we analyse this development against the European background as several countries in Europe show the same picture. Also the historical context of the global rise of free newspapers – going back to the late 19th century – and kickstarted in 1995 by Metro Sweden -is provided. As free newspapers rely only on advertising for income, a combination of economic recessions and fierce competition can be lethal. Free newspapers mainly compete among themselves which explained the sudden decline in the number of titles and circulation after 2008. Also the rise of digital media could be harmful for free newspapers as they provide a attractive alternative for young readers, the target group for free newspapers. There always has been a high overlap between the readership of free and paid newspapers, suggesting low substitution. Free newspapers seem to follow a pattern of a classic ‘life cycle’ model.
MULTIFILE