Uitslagen enquêtes eerstejaars studenten SIMM, SIEN en SIRE, schooljaar 2014-2015, over ondernemerschap en het starten van een eigen bedrijf. En de conclusies uit deze enquête.
DOCUMENT
Deze rapportage doet verslag van een enquête onder medewerkers van 77 gemeenten over soevereinen en autonomen. Hoeveel gemeenten hebben ermee te maken, en hoe groot is deze groep? Hoe duiden gemeenten soevereinen en hoe gaan ze met ze om? En wat voor kennisvragen leven er bij gemeenten over soevereinen? Deze enquête draagt bij aan kennisvorming over deze nog onbekende groep en hoe overheidsinstanties er mee omgaan.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Sluizen, bruggen en verkeersinstallaties zijn voorbeelden van Operationele Technologie (OT) die in Nederland ook door gemeenten wordt beheerd. Hoe is het gesteld met de digitale beveiliging van deze vitale infrastructuur? In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en in samenwerking met de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) hebben wij als onderzoekers van de lectoraten Cybersecurity & Safety en Changing Role of Europe van De Haagse Hogeschool een enquête uitgezet over de digitale beveiliging van Operationele Technologie (OT-) objecten van Nederlandse gemeenten. Wij werden bij dit project geholpen door tweedejaarsstudenten van de opleiding Integrale Veiligheidskunde (IVK) die waardevolle input hebben geleverd op de vragenlijst. De enquête werd gericht op de Chief Information Security Officers (CISO’s) van Nederlandse gemeenten en had tot doel om een indruk te geven van de status van de cybersecurity van uiteenlopende OT-objecten en de stand van voorbereiding op de NIS2-richtlijn. Dit is een wettelijke verplichting van de EU die in het najaar 2024 van kracht wordt. In totaal hebben 65 respondenten de enquête ingevuld. Gezien de vrijwilligheid van deelname kunnen we niet stellen dat de antwoorden representatief zijn voor alle gemeenten. De geanonimiseerde data geven echter belangrijke inzichten in het spectrum van meningen onder de CISO’s. Gemeenten verschillen in de mate van voorbereiding op digitale dreigingen, maar geven gemiddeld slechts een “5” als rapportcijfer voor de algehele beveiliging van OT. Dit verslag begint met een beknopte beschrijving van onze onderzoeksvraag op gebied van “gemeentelijke OT”. Hierop volgt een toelichting op de onderzoeksmethode. Vervolgens presenteren we de belangrijkste enquêteresultaten die we illustreren met een selectie van ontvangen commentaren. Veel leesplezier!
DOCUMENT
Over welke onderwerpen leven er vragen in het onderwijsveld op het gebied van IOMC? En welke van die vragen verdienen prioriteit in wetenschappelijk onderzoek én praktijkonderzoek? Voor een antwoord op die vragen is een vragenlijst ontwikkeld en uitgezet onder onderwijsprofessionals buiten het SPRONG Meertaligheid-consortium: leraren, directeuren, intern begeleiders, (taal)coördinatoren in po/vo/mbo, en lerarenopleiders.
LINK
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
The Technical Manual for the digital evaluation tool QualiTePE supports users of the QualiTePE tool in creating, conducting and analysing evaluations to record the quality of teaching in physical education. The information on the General Data Protection Regulation (GDPR) instructs users on how to anonymise the data collection of evaluations and which legal bases apply with regard to the collection of personal data. The technical manual for the digital evaluation tool QualiTePE and the information on the General Data Protection Regulation (GDPR) are available in English, German, French, Italian, Spanish, Dutch, Swedish, Slovenian, Czech and Greek.
DOCUMENT
Het voorliggende onderzoeksverslag inventariseert de effecten van het kabinetsbeleid op de bedrijfsvoering en dienstverlening van woningcorporaties. Hiervoor zijn 410 respondenten benaderd in augustus 2013 en is van 156 een volledig ingevulde enquête ontvangen. De enquête bestaat uit verschillende modules. Gevraagd is naar de doorgevoerde en voorgenomen veranderingen in bedrijfslasten, werkorganisatie, dienstverlening en digitalisering van de bedrijfsvoering.
DOCUMENT
Hart van Vathorst begon met een droom om een leefgemeenschap te realiseren. Vanaf 2015 heeft deze droom vorm gekregen. In Hart van Vathorst zijn twee zorginstellingen (Sprank en Accolade Zorggroep), een kinderopvang (Bzzzonder) en een kerk (Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt ‘de Ontmoetingskerk’) gevestigd. Dit rapport betreft de beantwoording door Viaa (Centrum voor Samenlevingsvraagstukken) van een aantal deelvragen met behulp van een herhalingsmeting onder wijkbewoners en kerkleden en via groepsgesprekken met mantelzorgers van inwonende cliënten. De hoofdvraag van het hele onderzoek is: Wat zijn effecten van het initiatief ‘Hart van Vathorst’ op familieleden, wijkbewoners en kerkleden, vergeleken met de in 2015 gehouden enquête? Uit zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve deelonderzoek vloeien diverse aanbevelingen voort. Deze richten zich op herbezinning op hoe de droom te verwezenlijken en op zichtbaarheid in de wijk. Informatievoorziening is een onderdeel daarvan. Het benutten van het reservoir aan (potentiële) vrijwilligers is van cruciaal belang. Deelnemers aan de groepsgesprekken geven veelal praktische, operationele tips.
DOCUMENT
In maart 2021 is er een enquête uitgezet onder de ISW studenten van de Hogeschool Utrecht. Het ISW bestaat uit de opleidingen Social Work en Vaktherapie, het aantal respondenten dat op de enquête heeft gereageerd is 362. Volgend op deze enquête zijn er negen interviews afgenomen en heeft er één verdiepende focusgroep plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn beschreven in dit rapport. Het belangrijkste resultaat is dat 75% van de studenten aangeeft dat hun welzijn is verslechterd sinds september 2020. Naar aanleiding van de resultaten zijn er drie aanbevelingen geschreven, voor studenten, de Hogeschool Utrecht en de overheid. Dit rapport heeft vijf hoofdstukken over onder andere het welzijn van de studenten en de mate waarin de student zich verbonden voelt met de HU, docenten en medestudenten. Daarnaast wordt toegelicht welke sociale diensten er momenteel worden aangeboden aan de doelgroep om hun welzijn te kunnen bevorderen en een stuk communicatie hierover naar de student. Er wordt gekeken naar een duurzame dienst of product waarbij de toekomst een grote rol speelt. Ook worden daar de resultaten besproken over de visie van de student en of zij bijvoorbeeld nog op de lange termijneffecten zullen ervaren van het COVID19 virus. Tot slot wordt er in het laatste hoofdstuk beschreven over mogelijk passende diensten of producten die aansluiten bij deze doelgroep. Hierbij wordt de behoefte van de student toegelicht.
DOCUMENT