Sinds het najaar 2020 heeft Netwerkcentrum De Opstap de deuren geopend en geeft daarmee invulling aan de transformatieopdracht in het Sociaal Domein van de gemeente Waadhoeke. Om meer te laten zien over de betekenis van De Opstap is er via een ontwerpgericht onderzoek met 13 deelnemers die vanaf de start actief zijn bij De Opstap gewerkt aan een serie portretten om de waarde van De Opstap creatief in beeld te brengen. Wat is hun verhaal, wie zijn ze en wat betekent De Opstap in die eerste fase voor de deelnemers. Door middel van een cultural probe waarbij zes opdrachten (die gingen over: zelfportret, groei en bloei, trots, talent, een dag bij De Opstap, en wat neem je mee naar huis) deels zijn uitgevoerd of meegenomen in contextual interviews zijn er van elke deelnemer middels een poster portretten gemaakt. De posters zijn weergegeven in hoofdstuk 1. Naar aanleiding van deze portretten zijn de stagiaires (3) bij De Opstap nog verder gaan observeren middels een Fly on The Wall naar betekenisvolle momenten en het vastleggen van momenten van waarde middels een fotosafari. In deze momenten van observaties zijn korte micro narratieven opgehaald welke zijn te vinden in hoofdstuk 2. Afsluitend heeft er een bijeenkomst met netwerkleden van De Opstap plaatsgevonden. Met verschillende werkvormen is de waarde van De Opstap in beeld gebracht, bekeken vanuit het perspectief van de netwerkpartners. Hoofdstuk 3 bevat een verslag van deze bijeenkomst. Tot slot geven we in hoofdstuk 4 de bevindingen samengevat weer en bekijken ze door de bril van Sociale Kwaliteit.
Lager opgeleiden vinden niet zonder meer hun weg in de publieke dienstverlening. In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd om dit te verbeteren. Proceselementen zoals brieven, online omgevingen en gesprekstechnieken zijn aangepast en verbeterd. Toch is de samenwerking tussen lager opgeleide cliënten en professionals nog lang niet optimaal. Onderzoek naar de oorzaak hiervan wijst op het bestaan van drie cruciale factoren die in samenspel met de proceselementen een effectieve samenwerking tussen cliënten en professionals onder druk zetten. Deze drie factoren zijn samengevoegd in drie pijlers. Dit zijn: begrijpen, willen en kunnen. Begrijpen we de ander, willen en kunnen we hem écht helpen? Deze pijlers komen uitgebreid aan bod in de animatie behorend bij stap 1. Voorliggend assessment is bedoeld om na te gaan wat jouw ervaringen zijn in de samenwerking met lager opgeleiden als het gaat om het begrijpen van de ander en het willen en kunnen helpen van de ander. Dit assessment wil jou ondersteunen bij het onderzoeken van de mogelijkheden om de hulp- en dienstverlening aan lager opgeleiden te verbeteren.
In het recent gepubliceerde Integraal Zorg Akkoord (IZA) 2023-2026 wordt toegewerkt naar goede, toegankelijke en betaalbare zorg. Thema’s die in het akkoord worden genoemd zijn passende zorg, samenwerking tussen zorg en welzijn, strakke samenwerkingsafspraken, elektronische gegevens uitwisseling, versterking eerstelijnszorg. Maar ook: uitkomstgerichte zorg. Dit sluit aan bij het visiedocument van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) ‘De diëtist en de diëtetiek in 2030’. Deze visie, voor en door diëtisten beschrijft het punt op de horizon en hoe we daar, vanuit een opgestelde veranderagenda hier naar toewerken. Hiervoor is het nodig dat (kosten)effectiviteit wordt aangetoond en is de integratie tussen praktijkvoering, onderwijs en onderzoek randvoorwaardelijk. Zowel de visie van de NVD en het IZA sturen er op aan dat diëtisten hun doelmatigheid moeten aantonen. Onder doelmatigheid verstaan we in dit project: - Onderzoek naar uitkomsten/effecten van hun eigen handelen in de praktijk - Dat diëtisten data kunnen inzetten voor reflectie op het eigen handelen en het bijsturen op kennis en kunde - Dat zij van hieruit effectieve en passende zorg kunnen aanbieden - Dat zij dit doen in samenwerking met overige zorgverleners, de patiënt zelf en vanuit doorverwijzing naar het sociaal domein - Dat zij onderdeel zijn van een (multidisciplinair) samenwerkingsverband om de samenwerking tot stand te laten komen Diëtisten zien de nut en noodzaak van deze ontwikkeling, echter missen zij handvatten om dit vorm te geven passend binnen hun huidige bedrijfsvoering en werkzaamheden. Het doel van dit project is dat het lectoraat Voeding, Diëtetiek en Leefstijl en de NVD (Academy), samen en in co-creatie (d.m.v. de methodiek Design Thinking) met diëtisten uit de eerstelijns- en tweedelijnszorg, een professionaliseringsaanbod ontwikkelen passend bij wensen en behoeften, zodat zij in staat zijn om in de toekomst doelmatigheid te kunnen aantonen en aan te sluiten bij de visie van de IZA en de NVD.
Informele zorg (zorg door mantelzorgers, aangevuld met inzet van vrijwilligers) is van onschatbare waarde voor mensen die zorg nodig hebben, alsook voor de samenleving als geheel. In een recente kamerbrief beschrijft de staatssecretaris dat zorgakkoorden zoals het IZA, GALA en WOZO sterk leunen op (meer) informele zorgverlening als basis voor de houdbaarheid van het zorgstelsel. Het rapport ‘Anders leven, anders zorgen’ beschrijft de grote noodzaak tot samenwerking tussen verleners van informele en (semi)formele zorg. Hiervoor is een fundamentele omslag in het denken over hoe we de zorg organiseren nodig. Het vertrekpunt is dat informele zorg het vanzelfsprekend fundament vormt en formele zorg daarbij aansluit. Deze omslag heeft grote implicaties voor zowel professionals, hulpvragers en hun informele zorgverleners. Bovendien overstijgt deze omslag het zorgdomein en vraagt het dus om verregaande samenwerking tussen professionals in zorg en welzijn. Het platform Informele Zorg bestaat uit lectoren vanuit zorg (3) en welzijn (4) aangevuld met de grote landelijke koepelorganisaties op het gebied van IZ: MantelzorgNL, Pharos en Movisie. Samen gaan wij bijdragen aan bovenstaande uitdaging. Het platform IZ heeft drie ambities om dit vorm te geven: 1) toewerken naar een landelijke onderzoek- infrastructuur die moet leiden tot duurzame samenwerking, samenhang en versterking van kwalitatief hoogwaardig praktijkgericht onderzoek op het thema IZ binnen zorg en welzijn, 2) agenderen en programmeren van het thema IZ binnen de landelijke onderzoekprogrammering en bijbehorende subsidie stromen en 3) innovaties in praktijk en opleidingen voor zorg- en welzijn opschalen, ontwikkelen en testen. Hiermee sluiten we aan bij de toekomstgerichte adviezen van de RVS en de missie KIA-Gezondheid en Zorg (II en IV) waarin de informele zorg het vertrekpunt is voor veranderingen in het zorgsysteem waarbij zorg meer en meer in de eigen leefomgeving wordt georganiseerd en samenwerking met informele zorg van cruciaal belang is.
Het belang van gezondheidsbevordering en de preventie van chronische ziekten is evident en heeft een prominente plek in het nationaal Preventieakkoord, het recente Integraal Zorgakkoord en de Topsector Life Sciences & Health. Binnen de Kennis- en Innovatieagenda ‘Gezondheid & Zorg’ wordt het belang van een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving onderstreept. Voor gezondheidsbevordering moeten ‘alle hens aan dek’. Dit vraagt naast een andere organisatie en financiering van de zorg ook om competente professionals in zorg & welzijn die in staat zijn om op effectieve wijze bij te dragen aan een gezonde leefstijl van hun patiënt/cliënt. In de professionele praktijken van zorg & welzijn spelen een aantal knelpunten. Leefstijl wordt niet gezien als integraal onderdeel van het werk. Professionals geven advies, maar gebruiken zelden effectieve methodieken voor gedragsverandering. Daarnaast geven professionals aan dat zij behoefte hebben aan nieuwe competenties voor het bevorderen van een gezonde leefstijl, want “patiënten doen niet wat ik zes maanden geleden gezegd heb”. Binnen de gedragswetenschappen is bekend dat kennis niet genoeg is voor gedragsverandering en dat leefstijl ook gedrag is. Maar dit is nog niet terecht gekomen in de alledaagse praktijk. Onlangs schreven twaalf hoogleraren een position paper over de sleutelrol van gedragswetenschappelijke kennis bij het ontwikkelen en implementeren van leefstijlinterventies. Het paper werd mede ondertekend door een groot aantal partijen, maar niet door het hoger beroepsonderwijs. Dit lectorenplatform verenigt lectoren uit verschillende domeinen met de missie om effectieve methoden voor het bevorderen van gezonde leefstijl te vertalen naar de praktijk en te integreren in professioneel handelen. Expertise en best practices worden gedeeld, transfereerbaarheid naar andere domeinen wordt verkend en het perspectief van professional, patiënt/cliënt en burger wordt gehoord en benut. We verenigen onze krachten voor agendasetting voor gezonde leefstijl in praktijkgericht onderzoek en hbo-onderwijs.