Deze notitie bevat het verslag van het onderzoek naar de zogenoemde gespreksfase van de bezwaarschriftprocedure. Dat wil zeggen de fase waarin met de bezwaarmaker een (vervolg) gesprek wordt gevoerd naar aanleiding van het bezwaarschrift en waarin (verder) wordt gezocht naar een passende afdoening. De informele aanpak veronderstelt immers dat de bezwaarbehandelaar telefonisch contact zoekt met de bezwaarmaker, om na te gaan wat het probleem is en op welke wijze het bezwaarschrift behandeld zou kunnen worden. Soms volstaat het eerste telefoongesprek, soms volgt een nader gesprek met de bezwaarmaker en eventuele derden, soms wordt (daarnaast) een formele hoorzitting gehouden.
Intimiteit en seksualiteit zijn belangrijke dimensies van kwaliteit van leven, ook voor oudere volwassenen die langdurig afhankelijk zijn van verpleegkundige zorg. Veel verpleegkundigen weten niet hoe ze een gesprek over dit intieme onderwerp kunnen starten. Om bestaande gesprekshulpmiddelen beter in te zetten is een website met een brochure beschikbaar, die verpleegkundigen gepersonaliseerd advies geeft bij het starten van dit gesprek.
MULTIFILE
Het betrekken van het gezin en ouders in de logopedische behandeling wordt steeds belangrijker gevonden. Een vorm van betrokkenheid is het gezamenlijk opstellen van doelen voor de logopedische behandeling. Dit gaat niet altijd vanzelf; een logopedist kan sturend zijn en/of een ouder afwachtend omdat niet duidelijk is welke rol/inbreng wordt verwacht. Keuzetools, zoals de tool ENGAGE, hebben als doel de logopedist en ouders van kinderen met TOS te ondersteunen in het gezamenlijk opstellen van doelen. In evaluatiegesprekken met logopedisten die ENGAGE hebben gebruikt werd een positief effect op de samenwerking met ouders genoemd. In deze studie is via interviews met logopedisten nagegaan wat de verandering in de samenwerking inhield, en hoe en wanneer deze verandering plaatsvond. Uit de analyse van de interviews komen verschillende contextfactoren, mechanismen en uitkomsten naar voren die door logopedisten gelinkt worden aan ouderbetrokkenheid. Er lijken drie effecten te zijn die bijdragen aan de ervaren positieve samenwerking: 1) een open en luisterende houding van de logopedist en hierdoor een grotere inbreng van ouders in het gesprek, 2) meer uitwisseling en kennis en hierdoor meer wederzijds begrip tussen logopedist en ouders en passende en relevante doelstellingen en 3) het proces van gezamenlijk opstellen van doelen en hierdoor meer ervaren ouderbetrokkenheid.
Het project GOUD (Geïntegreerde Ondersteuning voor multidisciplinaire Uitrol van Datagedreven zorg in verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg [VVT]) komt voort uit toenemende druk op de VVT-sector door vergrijzing en het tekort aan zorgverleners. Volgens recente beleidskaders kan datagedreven zorg helpen bij de benodigde zorgtransitie. Bij datagedreven zorg leren, beslissen en verbeteren hbo- en mbo-zorgverleners o.b.v. data uit het primaire zorgproces zoals sensordata en rapportages. VVT-organisaties zijn begonnen met top-down visievorming en technisch gedreven pilots, maar komen niet verder. Dit komt omdat datagedreven zorg een complex vraagstuk is dat actieve betrokkenheid van diverse stakeholders (zorg, ICT, staf) vereist, iets waar VVT-organisaties moeite mee hebben. Om dit probleem aan te pakken, werken onderzoekers van Windesheim, Saxion, Hogeschool Utrecht en Deltion College samen om twee VVT-organisaties (Den Bouw Woon-zorg-centrum en AxionContinu) te ondersteunen bij de uitrol van datagedreven zorg. Dit doen ze via ontwerpgericht onderzoek. Ze volgen hierbij de fasen van het recent gepubliceerde cyclische model voor “data in een lerende organisatie” (Vilans, 2023), dat niet eerder geoperationaliseerd is in de praktijk: 1.Richten: Visievorming via multidisciplinaire gesprekstools; 2.Inrichten: Vaststellen (technische) infrastructuur, werkprocessen en definiëren van rollen, taken en verantwoordelijkheden; 3.Verrichten: Methodisch experimenteren met zorgdata; 4.Leren/veranderen: Reflectie op gerealiseerde veranderingen. De hulpmiddelen die in deze werkpakketten worden ontworpen worden geïntegreerd in een toolbox, die het cyclische model operationaliseert en beschikbaar wordt gesteld via de website van het landelijke netwerk “Samen datagedreven werken in Zorg en Welzijn”. Verdere doorwerking in de praktijk wordt ondersteund door Werkgeversvereniging Zorg & Welzijn, Health Valley, Scamander, Beter Healthcare en drie andere VVT-organisaties (Noorderboog, Baalderborg groep en Zorggroep Apeldoorn). Het onderwijs en de competentieprofielen voor zorgprofessionals worden doorontwikkeld via TZA IJssel-Vecht, Aart Eliëns Advisering en V&VN. Doorwerking richting onderzoek gebeurt via betrokken practoren- en lectorenplatformen, Vilans, en Maastricht University