Stakeholders in Zuid-Limburg hebben zich verenigd om te komen tot een Gezondheidsakkoord, met als doel de gezondheid en de participatiegraad te verhogen tot minimaal het landelijk gemiddelde. Aanleiding en verloop van het proces worden geschetst. Grote vraag blijft: komt de beweging op gang en is men in staat om voldoende gas te geven? Net als in het energieakkoord zijn de doelstellingen ambitieus en door geen enkele partij alleen te bereiken. De uitdaging is om te bewerkstelligen dat partijen sectoroverstijgend denken en samenwerken, en vasthouden aan gezamenlijk gemaakte afspraken.
DOCUMENT
De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
DOCUMENT
Al geruime tijd wordt geprobeerd om gezondheid te verbeteren via de inrichting van de leefomgeving. De leefomgeving heeft op verschillende manieren invloed op gezondheid. Denk hierbij aan omgevingsfactoren als luchtvervuiling, het stedelijk hitte-eiland effect, wandel- en fietsinfrastructuur, ontmoetingsplekken, groenstructuren en het voedselaanbod. De rijksoverheid stimuleert lokale overheden, woningcorporaties, gezondheidsinstellingen en private partijen om invulling te geven aan gezonde en leefbare buurten. Ondanks de toegenomen aandacht voor de ruimtelijke aspecten van gezondheid, bestaat er nog veel onduidelijkheid over de vraag welke inrichtingsmaatregelen het meest effectief zijn voor het verbeteren van gezondheidsuitkomsten. Wat is er bekend over de samenhang tussen de leefomgeving en gezondheid? Op welke wijze kan ruimtelijke ordening bijdragen aan een gezonde leefomgeving? En hoe is aandacht voor ruimtelijke gezondheidsverschillen momenteel verankerd in beleid en praktijk? Deze themareeks zoekt antwoorden op deze vragen vanuit onderzoek en praktijk. Dit artikel begint met een beschrijving van de relatie tussen ruimtelijke ordening en gezondheid in Nederland en introduceert daaropvolgend de themareeks.
LINK
Voor u ligt de wetenschappelijke onderbouwing van de Richtlijn Somatische screening bij patiënten met een ernstige psychische aandoening (2015). Het doel van deze richtlijn is om met name verpleegkundigen te ondersteunen bij de algemene somatische screening van patiënten in de ggz met een ernstige psychische aandoening (EPA) en de te ondernemen vervolgactiviteiten. Somatische screening is zowel klinisch als maatschappelijk zeer relevant, omdat de gezondheidsproblemen van deze patiënten groot zijn en het zorgaanbod er maar beperkt op aansluit. De richtlijn is ontwikkeld voor beroepsgroepen die zorg verlenen aan mensen met een ernstige psychische aandoening: verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen (SPV’en), consultatief-psychiatrisch verpleegkundigen, psychologen, psychiaters, klinisch geriaters, artsen somatisch werkzaam in de ggz, internisten in de ggz, huisartsen, POH-ggz, physician assistants in de ggz, psychomotorisch therapeuten, fysiotherapeuten, diëtisten, sociotherapeuten, ergotherapeuten en ggz-agogen. Dit rapport biedt achtergrondinformatie voor alle zorgprofessionals, zorgmanagers, kwaliteitsmedewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij de algemene somatische zorg voor mensen met een ernstige psychische aandoening en die meer willen weten over de totstandkoming van deze richtlijn. In deze onderbouwing is beschikbare wetenschappelijke kennis samengevat en wordt aangegeven welke overige overwegingen, onder meer vanuit praktijkkennis en voorkeuren vanuit patiënten- en familieperspectief, van belang waren bij het formuleren van de richtlijnaanbevelingen. Deze richtlijn is gebaseerd op wetenschappelijke evidentie, grijze literatuur, de praktijkkennis van professionals en voorkeuren vanuit patiënten- en familieperspectief. Het ontwikkeltraject bestond uit een knelpuntanalyse, een systematische inventarisatie van bestaande richtlijnen, een veldinventarisatie van beschikbare interventies, een transparant literatuuronderzoek, diverse commentaarrondes onder de werkgroep- en klankbordgroepleden en een praktijktoets. Bij de richtlijn werden een indicatorenset en een stroomschema ontwikkeld. De indicatoren worden beschreven in dit rapport. De richtlijn zelf is apart uitgegeven (Meeuwissen et al., 2015a).
MULTIFILE
Onderzoek wijst uit dat veel mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) een ongezonde leefstijl hebben (waaronder ongezonde voeding, inactiviteit en roken). Zij hebben ook vaak één of meerdere lichamelijke aandoeningen (comorbiditeit of multimorbiditeit). Vaak speelt ook langdurige medicatiegebruik dat initiatieven tot gezonder gedrag belemmert. De zorg voor deze patiëntengroep is minder toegankelijk. Hulpverleners kunnen pessimistisch zijn over de effecten van een leefstijlbevorderde aanpak. Hierdoor blijft de aandacht voor een gezonde leefstijl bij mensen met EPA achter bij wat wenselijk en mogelijk is. Gerichte leefstijlinterventies kunnen de risicofactoren voor veel voorkomende lichamelijke aandoeningen gunstig beïnvloeden. Vanuit de principes van shared-decision-making in samenwerking met de patiënt kunnen professionals in de ggz (huisartsenzorg inclusief POH-ggz, generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) lichamelijke aandoeningen herkennen en een gezonde leefstijl bevorderen. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij het bevorderen van een gezonde leefstijl en het uitvoeren van leefstijlinterventies bij mensen met een ernstige psychische aandoening. Mede auteurs: Ronald van Gool, Sonja van Hamersveld, Merlijn Bakkenes, Anneriek Risseeuw, Titia Feldmann, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Matthijs Rümke, Evelyn SlootsJongen, Ingrid van Vuuren, Maarten Bak, Katie Dermout, Marieke van Piere, Digna van der Kellen, Paul de Heij, ichard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl).
MULTIFILE
Bij de richtlijn horen 1) een wetenschappelijke onderbouwing en 2) een samenvattingskaart. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij de somatische screening op gezondheidsproblemen bij mensen met een ernstige psychische aandoening, en ondersteuning te bieden bij de planning en uitvoering van vervolgactiviteiten voor preventie en tijdige diagnostiek en behandeling van somatische problemen. Gerichte leefstijlinterventies kunnen risicofactoren voor bepaalde somatische aandoeningen gunstig beïnvloeden. De richtlijn richt zich op volwassen patiënten (18-65 jaar) met een ernstige psychische aandoening of een verhoogd risico. De aanbevelingen zijn ook toepasbaar voor de POH-ggz. Medeauteurs: Marieke van Piere, Maarten Bak, Merlijn Bakkenes, Digna van der Kellen, Sonja van Hamersveld, Ronald van Gool, Katie Dermout, Titia Feldmann, Anneriek Risseeuw, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Ingrid van Vuuren, Matthijs Rümke, Evelyn Sloots-Jongen, Paul de Heij, Richard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl)
MULTIFILE
In 2020 verscheen de eerste Stand van het Noorden, een op feiten gebaseerde analyse van de Noordelijke economie. Het document beschreef op hoofdlijnen de staat van de Noord-Nederlandse economie, de ontwikkelingen die zich afspelen in de context van het Noorden en hoe daar vanuit het Noorden op gereageerd zou kunnen worden. Op 26 juni 2020 heeft de Board besloten de Stand van het Noorden jaarlijks uit te laten voeren, bedoeld om het goede gesprek over de economie in de board te kunnen voeden en als verzamelplaats van onderzoeken en wetenschappelijke inzichten.
DOCUMENT
In Amsterdam pakken diverse basisscholen de motorische achterstanden van leerlingen aan met de Ondersteuningsroute Bewegen en Motoriek. Twee intern begeleiders en twee gymleraren vertellen over de voordelen van samen optrekken en de samenwerking in het netwerk rondom het kind. ‘Hoe vroeger je erbij bent, hoe beter voor de algehele ontwikkeling van een kind.’
DOCUMENT
Sociaal ondernemen is al enkele jaren onderwerp van discussie in Nederland. Dit document geeft een beknopte samenvatting van de stand van zaken van dit fenomeen en van de discussie anno 2019. De tekst gaat in op wat sociaal ondernemen is en hoe in Nederland en daarbuiten sociale ondernemingen gedefinieerd worden. Vervolgens schetst die trends en ontwikkelingen in de sector van sociaal ondernemen in Nederland en gaat die tenslotte uitgebreider in op de relatie tussen sociaal ondernemen en de overheid op lokaal en nationaal niveau.
DOCUMENT