Positioning paper bij de inauguratie van Vincent Voet als lector Circular Plastics.
DOCUMENT
Deze innovatieve business case richt zich op kostenberekeningen, projectvoorstellen en milieustudies gerelateerd aan op mycelium gebaseerde innovatie in het innovatielab van InHolland Alkmaar. De primaire focus ligt op het onderzoeken hoe de innovatie-inspanningen van het Mycelium-project in het innovatielab InHolland Alkmaar kunnen worden geoptimaliseerd, met specifieke aandacht voor het in kaart brengen van de bedrijfseconomische aspecten. Het doel is om de interesse van relevante partijen in de hele waardeketen te wekken. Het innovatielab erkent de interesse van de markt in myceliumtoepassingen, maar mist cruciale informatie over hoe myceliumpanelen bijdragen aan de materiaaltransitie, de bijbehorende kosten en externe productie-effecten. Lopende studentenprojecten leggen de nadruk op technische aspecten, waardoor er onzekerheid ontstaat over de marktvraag en de bruikbaarheid van het nieuwe isolatieproduct. Het innovatielab heeft tot doel de mogelijkheden van myceliumcomposiet sandwichpanelen voor de bouw aan te tonen. Het doel is om een proefopstelling op te zetten om de isolatiewaarde van mycelium composietpanelen voor wanden of vloeren te bepalen en te valideren. Onzekerheden over de bijdrage van myceliumpanelen aan de materiaaltransitie, de totale kosten en de externe productie-effecten vormen uitdagingen. Hoewel mycelium wordt beschouwd als een duurzame vervanging voor de huidige isolatiematerialen, moeten de potentiële kosten en risico's worden geëvalueerd. Het begrijpen van marktinteresse en schaalbaarheid is cruciaal voor het realiseren van mycelium als levensvatbaar bouwmateriaal. Twee studentengroepen hebben myceliumpanelen met verschillende substraten gekweekt en getest. Aanbevelingen zijn onder meer het produceren van de meest kosteneffectieve panelen (SWOL-HOOI-KIN-32,5 en VLA-SPAW) op basis van de beschikbaarheid van grondstoffen, productie-efficiëntie en schaalbaarheid. Een mogelijke oplossing voor het proces van het maken van myceliumpanelen is een machine ontwikkeld door Engineering-student Thomas Jongejans. Deze machine is veelbelovend voor de toekomst, maar gedetailleerde gegevens over kosten en productiecapaciteit zijn essentieel vóór implementatie. Tests op myceliumcomposietpanelen wijzen op een levensduur van 20-30 jaar, afhankelijk van de weersomstandigheden. Mycelium presenteert een potentiële doorbraak in duurzame bouwmaterialen. Er worden aanbevelingen gedaan voor specifieke paneelkeuzes, productiemethoden en verder onderzoek om de huidige onzekerheden aan te pakken. Omdat de markt voor mycelium relatief nieuw is, zijn het behalen van certificeringen en het garanderen van de productkwaliteit essentieel voor toekomstig succes in de bouwsector. Het innovatielab wil een deelnemer zijn in deze opkomende markt met milieuvriendelijke, kosteneffectieve myceliumcomposietpanelen.
DOCUMENT
Doel van dit onderzoek is het in beeld brengen van veranderingen als gevolg van de transitie van de AWBZ-functie extramurale begeleiding naar de Wmo. Het gaat hier om veranderingen in de ondersteuning van mensen die voor de transitie waren geïndiceerd voor extramurale begeleiding. Hoe wordt deze functie na de transitie door gemeenten opgepakt en hoe vertaalt zich dit in de concrete ondersteuning, participatie en zelfredzaamheid van deze zorggebruikers?
DOCUMENT
We staan voor grote uitdagingen met elkaar, zoals klimaatverandering en groeiende ongelijkheid. Uitdagingen die we alleen samen kunnen trotseren. In dit verhaal laat ik zien hoe we van 'praten over Brede Welvaart' kunnen bewegen naar 'Brede Welvaart doen'.
DOCUMENT
In het hoofdstuk Transitie naar collectieve professionaliteit uit het boek Kleuren in coaching (2021) wordt een grote transitie onder de aandacht gebracht, namelijk die rondom professionals en professionaliteit.Het vraagstuk van ‘in de kracht zetten’ van professionals is in veel organisaties aan de orde en een verre van eenvoudig of enkelvoudig. Het reikt veel verder dan het leren en ontwikkelen van professionals. Het vraagt ook om lerende teams, een andere verhouding met leiders, andere ondersteunende systemen en processen, andere accenten in het certificeren, ander beleid van overheid en beroepsverenigingen, ander samenspel met klanten, cliënten, patiënten. Bovendien grijpt deze verandering diep in in vaste patronen en gewoonten, die zich in de loop der tijd hebben vastgezet. Het is inderdaad een transitie en door het zo te noemen, hopen we niet alleen collega’s te prikkelen de uitdagingen hierbinnen serieuzer te nemen en meer in samenhang te bezien, maar ook andere kennis en theorie aan te haken die ons helpt deze transitie gerichter vorm te geven en door te maken. De ontwikkeling naar collectieve professionaliteit is een aanzienlijke stap. Hoe kun je dit als begeleiders van mens en organisatie ondersteunen? Wat is nodig om sterke professionals in soepel samenspel te laten zorg dragen voor goed werk? Het boodschappenlijstje zou er als volgt uit kunnen zien: Herwaarderen van professionals en professionaliteit. Verschuiven van opdrachten naar opgaven. Verstevigen van het werken in teams:werken aan gemeenschappelijke beelden van goed werk; Omgaan met multi(ple) team membership. Versterken van professionele identiteit. Versterken van vakken/beroep (beroepsidentiteit). Omgaan met veranderingen in leiderschap. Balanceren van leren en realiseren. We pakken alle zeven punten in dit hoofdstuk wat verder uit.
LINK
Vier jaar geleden is het IMPACT-lectoratenprogramma goedgekeurd en gesubsidieerd door het ministerie van Economische Zaken (EZ) . Dit gezamenlijke hoger agrarisch onderwijs (HAO)-brede lectoraatsprogramma is ontwikkeld in een samenwerking tussen EZ en de HAO-instellingen: Aeres Hogeschool Wageningen, Dronten, Hogeschool Inholland, HAS Hogeschool en Van Hall Larenstein. Focus: transities in het agro-food domein. In deze uitdagende context stelde IMPACT een aantal cruciale vragen, zoals: hoe werkt transitie in het agro-food domein en wat is er voor nodig in het onderwijs? Hoe stimuleren we fundamentele systeemveranderingen, wat is daarvoor nodig? Wat werkt, wat niet? Bovenstaande vragen zijn leidend geweest in het onderzoek van de afgelopen vier jaar. Deze vraagstukken zijn vanuit vijf verschillende invalshoeken benaderd en bestudeerd: vanuit ondernemerschap met de zoektocht naar betekenisvolle alternatieve (circulaire) bedrijfsmodellen (Aeres Hogeschool Dronten, HAS Hogeschool), vanuit het doorgronden van processen van sociale innovatie als motor voor transitie (Inholland), vanuit de zoektocht naar gezonde en duurzame voeding als preventiemiddel voor welvaartsziekten (Van Hall Larenstein) en vanuit het onderwijs, het zoeken naar hoe we de ontwikkeling van mensen in de dynamieken van duurzaamheidstransitie het beste kunnen ondersteunen, en hoe het leren en het onderwijs er dan uit zou kunnen zien (Aeres Hogeschool Wageningen). Hoewel elk van de lectoraten binnen IMPACT een specifieke focus had zijn er na vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein veel algemene lessen te trekken. Op deze algemene lessen, die gedurende het gehele traject steeds in gezamenlijkheid zijn opgehaald en besproken, is deze post-ambule gebaseerd. We kijken hier terug op vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein in het kader van IMPACT en geven wij een beeld van hoe wij binnen IMPACT als hbo-kennisprogramma het werken aan transitie in het groene domein hebben ervaren. We beginnen ons artikel met de achtergrond van IMPACT; een schets van de problemen in het agro-food domein en transitie in deze context. Daarna volgt vanuit elk van de vijf lectoraten een casus die relevant is in het licht van werken aan transitie in een hbo-kennisprogramma, vanuit deze cases trekken we algemene lessen waarmee we deze post-ambule ook tevens afsluiten.
DOCUMENT
In het kader van de Wmo werkplaats Utrecht wordt een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de transitie AWBZ voor: a) gebruikers van de Wmo wat betreft hun ondersteuningsarrangement, participatie, zelfredzaamheid en mogelijk sociaal isolement; b) de inzet van informele ondersteuning en professionals die hen ondersteunen. In deze literatuurstudie worden de centrale begrippen uit dit onderzoek naar de gevolgen van de transitie AWBZ verder uitgewerkt: wat verstaan wij onder de centrale begrippen, welke relaties veronderstellen we tussen deze begrippen en wat is reeds bekend over de wijze waarop deze begrippen in de onderzoekspraktijk worden geoperationaliseerd?
DOCUMENT
Nederlandse binnensteden bevinden zich als gevolg van diverse trends – klimaat, maatschappij, demografie, economie en technologie – in een dynamisch en complex transitieproces. Deze transitie moet door samenwerkende en betrokken private en publieke stakeholders uit de binnenstad worden gemanaged om zodoende centra veerkrachtig te maken en houden. Lange tijd richtte dit binnenstadsmanagement zich vooral op operationele zaken rond de aankleding van en events in de binnenstad. Zo staat menig binnenstad in de maand december in de kerstspotlights.
DOCUMENT