Het plan van aanpak gepresenteerd in deze handreiking is bedoeld als leidraad voor het ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren van verschillende Learning Communities binnen het RAAK-5 project Het Nieuwe Telen: gas erop! Het is bedoeld om zowel inzichten als instrumenten te bieden aan coördinatoren en facilitatoren voor de implementatie van de lokale Learning Communities gedurende het project. Deze handreiking is een noodzakelijke aanvulling op het project vanwege de prominente rol van Learning Communities binnen het project, maar ook omdat er geen wetenschappelijk gebaseerde ontwerpprincipes voor LC’s te vinden zijn. Er zijn veel projecten die Learning Communities uitvoeren, maar een grondige zoektocht naar literatuur en internetbronnen resulteerde niet in ontwerpprincipes.
DOCUMENT
Brengt de iPad in het onderwijs meer gebruiksgemak, snelheid en studievermogen? Sowijs deed onderzoek naar de implementatie van de iPad in het voortgezet onderwijs. Wat is de visie van leerlingen en leraren over de introductie van de iPad en wat zijn belangrijke aanbevelingen?
DOCUMENT
Zes case studies naar succesvolle duurzame implementatie werden geanalyseerd en in de cross-case analyse werden de zes cases met elkaar vergeleken om overeenkomsten en patronen te signaleren in de procesgang die heeft geleid tot die acceptatie en duurzame implementatie. De resultaten worden in deze conclusies gebundeld om een antwoord te geven op de centrale vraagstelling van dit onderzoek. Op basis daarvan worden de inzichten geformuleerd die hieruit kunnen worden afgeleid en die wellicht benut kunnen worden bij processen van onderwijsvernieuwing met ICT. Achtereenvolgens worden de conclusies beschreven, waarbij relaties worden gelegd met bevindingen uit de theorie en uit verwante onderzoeken, waarna wordt beschreven wat dit kan betekenen voor de onderwijspraktijk. Daarna volgt een reflectie op het onderzoek en wordt ingegaan op de mogelijkheden voor vervolgonderzoek
DOCUMENT
Binnen de zorg en het sociale domein is brede steun voor de gedachte dat het tot de basiscompetenties van alle professionals en vrijwilligers behoort dat zij de juiste aandacht kunnen geven aan zingeving in de begeleiding en ondersteuning van mensen. Deze ‘spirituele competentie’ dient daarom onderdeel te zijn hun opleiding met alle relevante competentieprofielen en in de eindkwalificaties van het onderwijs aan toekomstige professionals. Ook op het gebied van implementatie van deze eindkwalificaties in de opleidingscurricula is nog veel te doen. Op dit moment is in de kwalificaties van mbo-hbo-wo-opleidingen geen tot geringe aandacht voor spirituele zorg en begeleiding bij levensvragen en/of zingevingsactiviteiten. In dit onderzoek is in drie fasen toegewerkt naar een opleidingskader waarin competentie en kwalificaties zijn ontwikkeld voor drie domeinen (zorg, welzijn en geneeskunde) op alle aangeboden niveaus. In fase 1 is deskresearch gedaan naar de huidige aanknopingspunten in opleidingsprofielen, domeinbeschrijvingen en bestaande competenties op het gebied van zingeving om een overzicht te krijgen van de huidige competenties, vaardigen en gedragsuitingen op dit specifieke gebied. In fase 2 is in twee ronden een expertraadpleging geweest waarbij een eerste concept kader is voorgelegd in interactieve focusgroepen (n=5) met experts uit opleiding en beroepenveld om een verder ontwikkeld concept opleidingskader te kunnen formuleren. Dit concept is vervolgens middels een enquête landelijk uitgezet om de draagkracht voor het concept in kaart te brengen. In de derde fase is middels een landelijk uitgezette enquête (n=46) nagegaan wat randvoorwaarden voor implementatie zijn voor het in fase 1 en 2 ontwikkelde opleidingskader, wat samengevoegd met wat we uit de literatuur weten van evidence based implementatie strategieën voor onderwijs heeft geresulteerd in een implementatierichtlijn. De opdracht van VWS was om een implementatierichtlijn in de vorm van een Document ‘Opleidingskwalificaties Zingeving in Zorg en Sociaal domein’ op te leveren, met daarin: • een beschrijving van de eindkwalificaties (competenties en leerdoelen) voor elk opleidingsniveau; • de implementatierichtlijn voor de integratie van zingeving in de curricula. Deze richtlijn is in deze rapportage opgenomen in de bijlage, maar ook digitaal separaat beschikbaar gemaakt.
DOCUMENT
Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof. dr. H.R.B.M. Kummeling, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 1 december 2023 des middags te 12.15 uur.
DOCUMENT
Full text beschikbaar met HU-account Achtergrond Multimorbiditeit, functionele beperkingen en kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen leiden tot een toenemende zorgcomplexiteit in de eerstelijn. Een proactieve, integrale aanpak is hierbij noodzakelijk. In de periode oktober 2014–oktober 2015 is een evidence-based proactief zorgprogramma voor kwetsbare ouderen geïmplementeerd in de regio Noord-West Veluwe en Zeewolde. In deze studie is de haalbaarheid van de implementatie geëvalueerd. De focus lag op de verbinding en samenwerking tussen het medische en sociale domein. Methoden Met een mixed-methods design zijn verschillende procesindicatoren geanalyseerd. Data waren afkomstig van routine zorggegevens uit de huisartsenpraktijk, vragenlijsten en interviews met ouderen. De vragenlijsten gaven inzicht in verwachtingen en ervaringen ten aanzien van het programma en waren op baseline en na zes maanden follow-up afgenomen bij huisartsen, praktijkondersteuners ouderenzorg (POH’s-OZ) en na 12 maanden bij andere professionals uit verschillende domeinen (stakeholders). Interviews met ouderen en hun mantelzorgers brachten de ervaringen in kaart. Regionale werkgroepen waren opgezet waarin verschillende professionals participeerden om de verbinding tussen de domeinen te realiseren. Resultaten Het proactieve zorgprogramma is geïmplementeerd in 42 huisartsenpraktijken die zorg verlenen aan 7904 75-plussers. In totaal vulden 101 zorgverleners en 44 stakeholders de vragenlijst in. Voorafgaand aan de implementatie bleek zowel bij zorgverleners als bij de stakeholders behoefte aan meer structuur, samenwerking en coördinatie in de zorgverlening aan kwetsbare ouderen. De implementatie van het proactieve zorgprogramma verbeterde significant de structuur in de organisatie van zorg en transparantie over verwijsmogelijkheden met respectievelijk 34 % (p ≤ .001) en 27 % (p = .009). Zowel zorgverleners als stakeholders gaven na afloop van de implementatie aan kwetsbare ouderen beter in beeld te hebben dan voor de implementatie (p = .005). Ongeveer de helft van de deelnemers vond na afloop dat de regionale afstemming is verbeterd. Kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers waren tevreden met de insteek, opzet en uitvoering van de nieuwe proactieve zorg. De POH’s-OZ gaven aan dat de screeningsvragenlijst te lang was en veel tijd kostte. Ook is niet voor alle ouderen die kwetsbaar waren een zorgplan opgesteld. Conclusie De implementatie van het proactieve zorgprogramma bleek haalbaar. Een sterke verbinding en domein overstijgende samenwerking is gerealiseerd. Het programma kon eenvoudig aangepast worden aan de actualiteit en de lokale context.
DOCUMENT
Projecten die succesvol waren afgerond in het onderzoeksprogramma Tussen Weten en Doen van ZONMw konden een aanvraag doen voor een subsidie voor verdere verspreiding en implementatie van de resultaten. Op basis van een drietal criteria is een selectie gemaakt en zijn vijf projecten gekozen. Deze criteria waren: de aanwezigheid van een concreet product, een bestaande infrastructuur voor verdere verspreiding en implementatie en een actueel onderwerp. Deze geselecteerde projecten zijn een jaar lang met financiële ondersteuning van ZonMw begeleid en geëvalueerd op proces en productresultaten. Drie onderzoeksinstituten (Sciencia Kennistransfer GGZ, Lectoraat EBP van Fontys Hogeschool Verpleegkunde & UMC St, Radboud IQ Healthcare) hebben dit project gezamenlijk uitgevoerd. Tijdens dit project, het I(implementatie)-impulsproject, werden vijf richtlijnen (Smetten, Orale Mucositis, Misselijkheid en Braken, Omgaan met Jeuk en Vochtbeperking bij Hemodialyse) door 15 personen geïmplementeerd in 11 verschillende zorgorganisaties waaronder ziekenhuizen, thuiszorg en een verpleeghuis.
DOCUMENT
"De voorliggende rapportage maakt deel uit van het vervolg op het project ‘Lokaal & Integraal Werken aan Participatie’ dat onder andere in gemeente Houten in de periode 2018-2020 plaatsvond. Dit initiële project heeft kennis opgeleverd over de wijze waarop professionals integrale samenwerking effectief vorm en inhoud kunnen geven. In samenwerking met de participerende gemeenten hebben we gewerkt aan innovatieve werkwijzen om de lokale praktijk te verbeteren. In Houten is zodoende met ondersteuning van dit project geëxperimenteerd met de aanpak ‘Op Koers’. Het huidige project is bedoeld als een ‘Verspreidings- en implementatie impuls’ (VIMP) om de opgedane kennis verder te brengen. In Houten hebben we zodoende de mogelijkheid gekregen om het implementatieproces van Op Koers te ondersteunen en de opbrengsten van het project te verduurzamen."
DOCUMENT
Samenvatting Doel Door de COVID-19-pandemie is een nieuwe groep revalidanten ontstaan waarbij voor een deel intensieve multidisciplinaire geriatrische revalidatie cruciaal lijkt te zijn. Gezien de nog beperkt beschikbare wetenschappelijke kennis en ervaring met het ziektebeeld, was er behoefte aan een praktijkgericht groeidocument en een continu cyclisch proces om praktijkkennis en nieuwe wetenschappelijke kennis direct te implementeren in de praktijk. Dit artikel beschrijft het proces van ontwikkeling, implementatie, evaluatie en doorontwikkeling daarvan in de praktijk, welke onder bijzondere omstandigheden heeft plaatsgevonden. Methode Het hele proces van de totstandkoming van het multidisciplinaire CO-FIT+ revalidatieprogramma bestond uit multipele iteraties van de PDCA-cyclus op zowel projectorganisatie-, projectuitvoerings- als implementatieniveau. Het behandeladvies post COVID-19-geriatrische revalidatie van Verenso is gebruikt als leidraad. Dit is aangevuld met de kennis en expertise van de GRZPLUS-professionals, ketenpartners, aanbevelingen vanuit de beroepsverenigingen en kennis uit wetenschappelijk onderzoek onder andere op het gebied van geriatrische (long-)revalidatie en post IC-revalidatie. Resultaten Een multidisciplinair geriatrisch revalidatieprogramma CO-FIT+ welke is geïmplementeerd in de praktijk. Dit heeft geresulteerd in een uniforme werkwijze en een continue verbetercyclus.
DOCUMENT
De implementatie van zowel evidence-based behandelingen als het evidence-based gedachtegoed verloopt vaak moeizaam. Om het primaire proces te veranderen wordt veel inspanning gericht op de professional. Dat blijkt niet voldoende te zijn. Is die professional zo onwillig? Nee, de professional handelt in een context die minstens zo belangrijk is in implementatieprocessen. Het implementeren van evidence-based practice (EBP) valt nog niet mee. Er is veel geschreven over de kloof tussen praktijk en wetenschap en over het beperkte gebruik van wetenschappelijke kennis door verpleegkundigen. Verpleegkundigen gebruiken de kennis die ze in hun mbo- of hbo-opleiding hebben geleerd. Als ze in de praktijk tegen een probleem of kennistekort aanlopen, vragen ze eerder een collega dan te rade te gaan bij de wetenschappelijke literatuur. Ook als het gaat om concrete interventies of handelingen zijn tradities zeer sterk. Zelfs als er stevige implementatieprojecten worden ingezet, lijkt het niet altijd te lukken. Het resultaat van een serie goed begeleide doorbraakprojecten in de geestelijke gezondheidszorg bleek bijvoorbeeld zeer teleurstellend.
LINK