Energiebesparing in de gebouwde omgeving is onderdeel van het nationale beleid om de emissie van broeikasgasende, de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en het gebruik van duurzame energiebronnen te stimuleren. De energiezuinigheid van woningen en gebouwen komt tot uitdrukking in de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC), berekend volgens de Energie Prestatie Norm voor Gebouwen (EPG, NEN 7120). Hoe lager de EPC waarde, hoe energiezuiniger de woning of het gebouw. Volgens de huidige Nederlandse wetgeving geldt vanaf 1 januari 2011 voor de nieuwbouw van woonhuizen EPC=o,6. Vanaf 2015 wordt dit EPC=0,4 en vanaf 2020 geldt: EPC=0 Om energiezuinigheid en wooncomfort te bereiken is in Duitsland de zogenaamde Passief Huis methodiek ontwikkeld waarbij de gewenste energiezuinigheid met extreme isolatie en luchtdichtheid wordt bereikt. Om te bepalen of een huis een passief huis genoemd mag woden wordt de zogenaamde PHPP (Passiv Haus Projectierungs Paket) rekenmethodiek gebruikt.
MULTIFILE
Volgens berekeningen van het Sociaal en Cultureel Planbureau kan zorgdomotica de collectieve lasten per Nederlander jaarlijks met maximaal € 6000 terugdringen bij een eenmalige investering van € 7500 per woning en een klein jaarlijks onderhoudsbudget. Thuiszorgorganisatie MiddenLand heeft daarom besloten de cliënten die te maken hebben gehad met valincidenten in de woning, de beschikking te geven over een valdetectiesysteem op basis van infraroodsensoren en drukmatten. De organisatie vraagt zicht af wat er nodig is om het systeem in de woning aan te kunnen brengen, zoals aansluitingen voor dataverkeer, het aanbrengen van eventuele leidingen en onderhoud.
LINK
Met de gewijzigde inzichten en bouweisen is de positie van de installatietechniek in het bouwproces grondig gewijzigd. Met name bij het ontwerp van passiefhuizen blijkt het niet altijd even makkelijk om de installatietechniek een juiste plaats te geven in de veranderde (bouwkundige) context. De nadruk moet liggen op een goede ventilatietechniek en het voorkomen van oververhitting.
MULTIFILE
Met de gewijzigde inzichten en bouweisen is de positie van de installatietechniek in het bouwproces grondig gewijzigd. Met name bij het ontwerp van passiefhuizen blijkt het niet altijd even makkelijk om de installatietechniek een juiste plaats te geven in de veranderde (bouwkundige) context. De nadruk moet liggen op een goede ventilatietechniek en het voorkomen van oververhitting.
MULTIFILE
Met de gewijzigde inzichten en bouweisen is de positie van de installatietechniek in het bouwproces grondig gewijzigd. Vooral bij het ontwerp van passiefhuizen blijkt het iet altijd even gemakkelijk om de installatietechniek een juiste plaats te geven in de veranderde (bouwkundige) context. De nadruk moet liggen op een goede ventilatietechniek en het voorkomen van verhitting.
MULTIFILE
Nederland staat naast de nieuwbouwopgave, voor de enorme uitdaging om de bestaande gebouwde omgeving klimaatadaptief en toekomstbestendig te maken. Dit vraagt om medewerkers met de juiste skills en een cultuurverandering in de bouw- en installatietechniek. Maar dat gaat niet vanzelf. Het doel van dit onderzoek is om in de praktijk toepasbare inzichten te ontwikkelen over cultuurverandering in de bouw- en installatietechniek. Met deze doelstelling in het achterhoofd is de volgende centrale vraagstelling voor dit onderzoek geformuleerd: Hoe kan een samenwerkingscultuur in de bouw- en onderhoudssector worden veranderd om leer- en innovatieprocessen te versnellen? Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK en TKI Bouw en Techniek. Met conclusies en aanbevelingen.
DOCUMENT
Buildings need to be carefully operated and maintained for optimum health, comfort, energy performance, and utility costs. The increasing use of Machine Learning combined with Big Data in the building services sector has shown the potential to bring energy efficiency and cost-effectiveness. Therefore, upskilling and reskilling the current workforce is required to realize new possibilities. In addition, sharing and preserving knowledge are also required for the sustainable growth of professionals and companies. This formed the basis for the Dutch Research Council funded TransAct project. To increase access to education on the job, online learning is experiencing phenomenal growth. A study was conducted with two focus groups - professionals of a building service company and university researchers - to understand the existing challenges and the ways to improve knowledge sharing and upskilling through learning on the job. This study introduced an Enterprise Social Network platform that connects members and may facilitate knowledge sharing. As a community forum, Yammer from office 365 was used. For hosting project files, a SharePoint page was created. For online courses, the company’s online learning site was utilized. The log data from the online tools were analysed, semi-structured interviews and webinars were conducted and feedback was collected with google forms. Incentive models like social recognition and innovative project results were used to motivate the professionals for online activities. This paper distinguishes the impacts of initiatives on the behaviour of university researchers vs company employees.
DOCUMENT
Binnen het Expertisecentrum Gezondheidszorg en Technologie van Fontys (Fontys EGT1) loopt het meerjaarse project Verpleeghuis van de Toekomst (VETO). Binnen Fontys EGT wordt ruimte gegeven aan een minor gezondheidszorg en technologie aan derdejaars studenten, stagiaires en afstudeerders. Studenten werken in interdisciplinaire groepen aan projecten en onderwijs, onder andere aan het maken van prototypes die met eindgebruikers getest worden.
DOCUMENT
Het onderhavige onderzoek naar de doorstroom van mbo naar hbo in de technische sector houdt zich bezig met een belangrijk thema van de school als loopbaancentrum. Kunnen we het beroepsonderwijs zo programmeren en organiseren dat niet langer institutionele afscheidingen en grenzen bepalend zijn, maar een geëngageerde bemiddeling ten faveure van de loopbaan van de student? Het overheidsbeleid heeft de uitdaging geformuleerd om een groei in de doorstroom van mbo naar hbo waar te maken, nl. door voorop te stellen dat binnen afzienbare tijd de helft van de Nederlandse schoolverlaters hoger onderwijs achter de rug dient te hebben. Hierboven op geldt ook nog dat in het bijzonder de deelname aan het bèta/technisch onderwijs dient toe te nemen. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat De Haagse Hogeschool al jarenlang in samenwerking met ROC's, in het bijzonder in de techniek, doorstoomactiviteiten uitvoert. Hoewel bij de theoretische uitwerking en ook bij de empirische aanpak kanttekeningen te plaatsen zijn, meen ik dat het onderzoek voldoende reflectiekracht heeft om behulpzaam te kunnen zijn bij verbetering van de doorstroom tussen mbo en hbo. De onderzoekers werken dit in het laatste hoofdstuk van hun rapportage nader uit.
DOCUMENT