Aanleiding: Zoetermeer heeft een uitgebreid beleid op het gebied van sport, gericht op vergroting van de sportparticipatie. Verschillende vormen van subsidie en verenigingsondersteuning maken deel uit van het beleidsinstrumentarium. De Rekenkamercommissie wil graag weten of sprake is van een transparant ondersteuningsbeleid en hoe de ontvangen subsidie de contributie en toegankelijkheid van de verschillende verenigingen beïnvloedt. Vraagstelling: Voorliggende rapportage beoogt op basis van ambtelijke stukken, gemeentelijke jaarrekeningen, interviews en verenigingsonderzoek de raad inzicht te verschaffen in de mate van effectiviteit en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Om dit te bewerkstelligen is de volgende hoofdvraag geformuleerd. 'Hoe worden de sportverenigingen in Zoetermeer gefaciliteerd door de gemeente, welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag en hoe effectief en doelmatig is het verenigingsondersteuningsbeleid?'
DOCUMENT
Digital support during self-regulated learning can improve metacognitive knowledge and skills in learners. Previous research has predominantly focused on embedding metacognitive support in domain-specific content. In this study, we examine a detached approach where digital metacognitive support is offered in parallel to ongoing domain-specific training via a digital tool. The primary support mechanism was self-explication, where learners are prompted to make, otherwise implicit, metacognition concrete.In a controlled pre-test/post-test quasi-experiment, we compared domain-specific and domain-general support and assessed the effects, use, and learners' perceptions of the tool. The results showed that self-explication is an effective mechanism to support and improve metacognition during self-regulated learning. Furthermore, the results confirm the effectiveness of offering detached metacognitive support. While only domain-specific metacognitive support was found to be effective, quantitative and qualitative analysis warrant further research into domain-general and detached metacognitive support.The results also indicated that, while students with higher metacognition found a lack of relevance of using the tool, students with lower metacognition are less likely to make (structural) use of the available support. A key challenge for future research is thus to adapt metacognitive support to learner needs, and to provide metacognitive support to those who would benefit from it the most. The paper concludes by formulating implications for future research as well as design of digital metacognitive support.
DOCUMENT
Naar aanleiding van het wetsvoorstel Leerlingvolgsysteem en diagnostische tussentijdse toets voortgezet onderwijs (kamerstuk 33661) heeft het ministerie van OCW aan het College voor Toetsen en Examens (het CvTE) de opdracht gegeven te starten met de ontwikkeling van een diagnostische tussentijdse toets (DTT). Het is de uitdrukkelijke wens van de staatssecretaris van OCW dat de DTT ontwikkeld wordt in nauwe samenwerking met het onderwijsveld. In september 2014 start daarom een meerjarige pilot. Samen met 150 VO-scholen (vmbo, havo en vwo) uit heel Nederland zal intensief en constructief worden samengewerkt aan de ontwikkeling van een voor scholen waardevolle en aantrekkelijke DTT. De DTT is bedoeld voor leerlingen aan het eind van de onderbouw in het voortgezet onderwijs (VO). Voor havo-vwo gaat het om een afname in leerjaar 3, voor het vmbo in leerjaar 2. De ontwikkeling van de DTT is gericht op de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Het CvTE heeft de regie op de ontwikkeling en afname van de DTT. Stichting Cito is aangewezen als toetsontwikkelaar. Het CvTE heeft de taak om de inhoudelijke eisen voor een toets te specificeren in een toetswijzer. Op basis van de toetswijzer stelt het CvTE een constructieopdracht vast voor het construeren van de DTT. Ook geeft de toetswijzer aan leraren en schoolleiders informatie over de inhoud van de DTT. Het CvTE heeft voor elk van de drie doorstroomrelevante vakken Nederlands, Engels en wiskunde een toetswijzercommissie ingesteld om de toetswijzer tot stand te brengen. In deze toetswijzercommissies nemen inhoudsexperts en leraren uit het betreffende onderwijs zitting. De commissies hebben elk een toetswijzer ontwikkeld. Het kader dat het CvTE daarvoor gesteld heeft, is: de inhoud van de toetswijzer dient gebaseerd te zijn op de concept-tussendoelen (SLO, 2012).
DOCUMENT
Het sectoraal adviescollege Hogere Sociale Studies (SAC-HSS) van de Vereniging Hogescholen (VH) heeft in het voorjaar van 2015 een project geïnitieerd met als doel de gemeenschappelijke kennisbasis van de bachelor opleidingen voor het sociaal werk vast te stellen. De kennisbasis zal voor een substantieel deel de inhoud van deze opleidingen gaan bepalen, waarbij opleidingen en studenten ruimte houden voor profilerende invullingen en aanvullingen. Het SAC-HSS beoogt met het project een bijdrage te leveren aan het versterken van de kwaliteit van de opleidingen. Aanleiding voor het project zijn de rapporten ‘Meer van Waarde’ van de Commissie Boutellier en ‘Sociaal werk op solide basis’ van de Gezondheidsraad waarin geconstateerd is dat de kwaliteit van de beroepsuitoefening van sociaal werkers in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning achterblijft bij de verwachtingen. Voor een duurzame kwaliteitsverbetering is een goed functionerend kennissysteem nodig. Kennis afkomstig uit wetenschappelijk onderzoek en uit de beroepspraktijk, van professionals en van ervaringsdeskundige burgers. Kennis die samen met beroepsvaardigheden en houdingen het curriculum van sociaal werk opleidingen uitmaken en studenten helpen zich te ontwikkelen tot start bekwame sociale professionals. Het onderhavige rapport heeft als doel een overzicht te bieden van het wetenschappelijk deel van de kennisbasis.
DOCUMENT
Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie Gemeenten zijn vanaf 2015 voor een nog grotere groep kwetsbare burgers de toegangspoort tot ondersteuning bij het meedoen in de samenleving. Door de decentralisatie van de AWBZ begeleiding zal de vraag waarmee burgers naar de gemeente komen complexer worden. Gemeenten pakken deze complexe vraagstukken steeds meer op vanuit een brede blik, dat wil zeggen over levensterreinen heen en op het hele sociale domein (werk, inkomen, opvoeding, zorg en ondersteuning) Dit vraagt behoorlijk wat van de gespreksvoerder die het Gesprek voert met de burger. In deze Train-de-trainer bieden de Hanzehogeschool Groningen, Academie voor Sociale Studies – lectoraat Rehabilitatie; Hogeschool Utrecht, kenniscentrum sociale innovatie – lectoraat participatie, zorg en ondersteuning; en Movisie trainingsmateriaal voor de gespreksvoerder, zodat deze in staat is het gesprek op een goede manier te voeren. In deze training besteden we aandacht aan: 1. De context en het kader waarin het gesprek plaatsvindt. 2. Het Gesprek met verschillende doelgroepen. 3. Gesprekstechnieken en contactvaardigheden. 4. Integraal werken en netwerkversterking.
DOCUMENT
De kwaliteit van afstudeerproducten in het hbo moet omhoog. Bachelor - studenten hebben structurelere ondersteuning nodig bij het doen van literatuuronderzoek. Integratie van bibliotheektrainingen in de leerlijn Professional Skills moet ervoor zorgen dat de onderzoeksvaardigheden van ICT-studenten verbeteren
DOCUMENT
Het doel van het project Every Picture Tells a Story is om samen met het werkveld methoden, technieken en kennis te ontwikkelen voor het produceren van effectieve infographics. Dit is nodig omdat de vraag naar infographics in de markt snel toeneemt. Bedrijfsleven en overheden kiezen er steeds vaker voor om infographics te gebruiken om grote hoeveelheden of complexe informatie begrijpelijk te maken voor hun doelgroepen. Om aan de vraag van deze opdrachtgever te kunnen blijven voldoen hebben producenten van infographics (vaak ontwerpen communicatiebureaus) nieuwe kennis nodig op het gebied van het interdisciplinaire productieproces, communicatie- en mediatechnieken en ‘usability’. Hogeschool Utrecht, Beroepsvereniging voor Nederlandse ontwerpers (BNO), Argumentenfabriek en In60seconds hebben zich voor dit project verenigd in een consortium. Daarnaast hebben zich bedrijven uit het werkveld aangesloten en een onderwijsinstelling, de Universiteit van Amsterdam. De partijen hebben elkaar gevonden in de wens samen nieuwe kennis en vaardigheden te ontwikkelen op het gebied van infographics. Zij streven ernaar toepasbare oplossingen in het werkveld te implementeren. Het consortium zal het onderzoek sturen en de resultaten ervan laten circuleren in onderwijs en praktijk.
DOCUMENT
Het doel van het project Every Picture Tells a Story is om samen met het werkveld methoden, technieken en kennis te ontwikkelen voor het produceren van effectieve infographics. Dit is nodig omdat de vraag naar infographics in de markt snel toeneemt. Bedrijfsleven en overheden kiezen er steeds vaker voor om infographics te gebruiken om grote hoeveelheden of complexe informatie begrijpelijk te maken voor hun doelgroepen. Om aan de vraag van deze opdrachtgever te kunnen blijven voldoen hebben producenten van infographics (vaak ontwerpen communicatiebureaus) nieuwe kennis nodig op het gebied van het interdisciplinaire productieproces, communicatie- en mediatechnieken en ‘usability’.
DOCUMENT