De USA heeft al vier staten met meer dan dertig procent windenergie in hun elektriciteitsmix. In Europa haalt alleen Denemarken dat niveau. In de meer zonnige streken in de USA verschijnen in rap tempo uitgestrekte zonneparken. Dit jaar produceert de USA per inwoner een kwart meer elektriciteit uit wind en zon dan Nederland. En terwijl de CO2-emissie in Europa de afgelopen jaren is gestegen, noteerde de USA een dalende trend.
LINK
Aanleiding voor deze position paper was het grote aantal vragen over de relatie tussen wereldburgerschap en internationalisering die we kregen van mbo- en hbo-docenten. Om te verduidelijken hoe wereldburgerschap en internationalisering leven onder mbo- en hbodocenten, hebben we een survey afgenomen in samenwerking met Nuffic en UNESCO Nederland. De resultaten bevestigen onze vermoedens: wereldburgerschap wordt vooral begrepen in termen van diversiteit of interculturele vaardigheden en internationalisering in termen van mobiliteit en, eveneens, interculturele vaardigheden. Respondenten zien een sterke relatie tussen wereldburgerschap en internationalisering, maar hebben uiteenlopende opvattingen over deze relatie. Terwijl sommigen wereldburgerschap als een onderdeel van internationalisering zien, denken anderen het tegendeel. Veel respondenten verbinden zowel internationalisering als wereldburgerschap met diversiteit, inclusie en interculturele vaardigheden. Voor wereldburgerschap is deze vernauwing problematisch omdat het daardoor apolitiek en ajuridisch wordt. Hiermee bedoelen we dat de politieke en rechtelijke dimensie van wereldburgerschap verdwijnt, terwijl die zo cruciaal is om als wereldburger te kunnen participeren. Voor internationalisering is het problematisch dat de aandacht zich nog steeds primair richt op mobiliteit voor een kleine minderheid van studenten in plaats van allereerst op internationalisering van het curriculum voor alle studenten. De kern van wereldburgerschap hebben we gedefinieerd als kritische participatie in een globaliserende wereld. Het laten oefenen van zulk wereldburgerschap betekent studenten toerusten met verschillende soorten kennis (real world knowledge) en het vermogen om kritisch na te denken, morele afwegingen te maken en te participeren in publieke discussies over globale en lokale maatschappelijke vraagstukken. Wereldburgerschap in het beroepsonderwijs betekent participatie oefenen, niet alleen als wereldburger, maar ook als beroepsbeoefenaar. Internationalisering Is gericht op pluriforme perspectieven uit andere landen, culturen en contexten. Een geïnternationaliseerd -en ‘geïnterculturaliseerd’ curriculum is relevant voor alle studenten omdat ze met deze dimensies te maken krijgen in hun beroepspraktijk en in de samenleving waarvan ze deel uitmaken. We hebben vervolgens omschreven en met voorbeelden geïllustreerd hoe, volgens ons, wereldburgerschap en internationalisering op een betekenisvolle manier zijn verweven. Zo doen we recht aan beide concepten en brengen tegelijkertijd de kwaliteit van het onderwijs een stap verder. In onze visie is de kern van deze verwevenheid dat we studenten uit verschillende disciplines/beroepen, culturen en landen groepsgewijs aan wicked (deel)problemen laten werken. Op deze wijze werken aan wereldburgerschap en internationalisering vraagt erom zorgvuldig de leeractiviteiten voor te bereiden: van de opdracht tot aan de doorvoering. Het vraagt er ook om dat docenten en studenten buiten de grens van de eigen discipline samenwerken (samenwerkend leren), ervaren wat het betekent om een kritische en democratische discussie te voeren en besluiten te nemen over mogelijke (deel)oplossingen, rekening houdend met diversiteit en inclusie en het lokale met het mondiale verbindend. Om de perspectiefwisseling nog te versterken raden we aan om COIL te gebruiken. Met deze position paper hopen we inzichten te hebben verschaft aan docenten die aan de slag willen met wereldburgerschap en internationalisering.
MULTIFILE
In Ruimtelijke ordening en veiligheid wordt ingegaan op de manier waarop de ruimtelijke ordening een bijdrage kan leveren aan de beheersing van veiligheidsrisico’s. Naast een introductie op het vakgebied van de ruimtelijke ordening, wordt ingegaan op het beleid voor externe veiligheid, waterveiligheid en verkeersveiligheid. Zowel huidige strategieën en instrumenten, als actuele ontwikkelingen worden besproken. Het boek is bestemd voor studenten planologie en integrale veiligheidskunde aan hogeschool en universiteit en voor professionele planologen en veiligheidskundigen die betrokken zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen.
MULTIFILE
Het voorliggende werkdocument beschrijft de mogelijkheden tot regie en ordening van warmtenetten in de ondergrond.
MULTIFILE
Dit lectorenboek biedt een overzicht van actueel onderzoek aan hogescholen op het terrein van erfgoed en ruimte. In dit boek staan bijdragen van verschillende auteurs die toegepast onderzoek doen naar cultureel erfgoed. Zij hebben daardoor een pragmatische kijk op de sector. Het boek geeft een indruk van het onderzoek en onderwijs zoals dat bij hogescholen op het gebied van ruimtelijke ordening en erfgoed plaatsvindt. Onderwerp van de artikelen is de bijdrage die erfgoed kan leveren aan stedelijke, landschappelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen.
LINK
Eerder gepubliceerd in ROMagazine, nr. 3, 2017 Met de Structuurvisie Ondergrond, die eind 2016 is gepubliceerd, staat de 3D-ruimtelijke ordening op de agenda. Een samenhangende visie en integraal beleid voor ondergrond en bovengrond is uitgangspunt voor de nationale Omgevingsvisie en voor regionale en lokale omgevingsvisies. De Provincie Overijssel werkt aan een ‘ladder voor de ondergrond’, een concrete werkwijze om afwegingen met de ondergrond een plek te geven in de fysieke leefomgeving.
MULTIFILE
Over stedelijke ontwikkeling zijn de partijprogramma’s voor de provinciale statenverkiezingen van aanstaande woensdag helder. Wonen staat met stip bovenaan. Maar als sectorale opgave. Lector Cees-Jan Pen mist bij al het ‘woongeweld’ een duidelijke koppeling met de opgaven in binnensteden en op kantoorlocaties. ‘Laat ruimtelijke ordening leidend zijn voor het oplossen van de woningnood, en niet de woningnood voor de ruimtelijke ordening.'
LINK
Het negatieve effect van 'verdozing' leeft als nooit tevoren. Het debat daarover gaat ook niet meer alleen over de verrommeling van ons landschap, de bouw van blokkendozen en het ontstaan van een nieuwe lelijkheid. Met vooruitziende blik heeft Rijksadviseur Wouter Veldhuis de noodzaak van een nieuw verhaal voor de logistiek hoog op de nationale agenda gezet. In een column elders heb ik zijn oproep volmondig gesteund: ''Nederland distributieland maakt meer landschap en vestigingsklimaat kapot dan je lief is."
LINK
Kindheid van denken is speels maar ook ernstig. Ze gaat uit van diepgaande ontvankelijkheid voor dat wat niet ‘gehoord’ wordt. Daarmee betreft ze iets ‘onbestemds’, iets dat niet alleen in de kindertijd maar ook in de volwassenheid schuilgaat. ‘Kindheid’, in het Frans enfance, komt van het Latijn in-fantia, letterlijk: ‘niet-sprekendheid’. Onze manier van denken en spreken, al onze tweedelingen en ordeningen, worden altijd ook bestookt door die kindheid. Door wat slechts gevoeld, maar niet gezegd of gehoord kan worden. De sprakeloosheid. Van het gevoel zelf, dat slechts gevoeld kan worden. Vanuit het differentiefilosofische perspectief schiet de mens met zijn tweedelingen en ordeningen altijd te kort. En ‘kindheid van denken’, te beginnen met ons besef ervan, creëert ruimte voor het aanvoelen van en inspelen op nieuwe mogelijkheden. Een dergelijke ontvankelijkheid voor het nieuwe, buiten allerlei bestaande kaders, of er dwars doorheen, is in de kunsten cruciaal. Een pleidooi voor meer ‘kindheid van denken’, voorbij alle denken in tweedelingen, betekent daarom ook altijd een pleidooi voor de veelheid en het experiment.
DOCUMENT
In deze notitie hebben we een poging gedaan om uit de verscheidenheid aan definities en betekenissen van het begrip ‘integraal werken’ die we in onderzoeken en in andere publicaties tegen komen, tot een conceptuele analyse en ordening te komen. De analytische ordening in vier vensters is bedoeld om de consequenties ervan in de praktijk voor professionals, in relatie tot hun primaire doelgroep (burgers in alle soorten en maten, de samenleving), binnen hun organisatorische kaders en in relatie tot beleid en bestuur te kunnen onderzoeken en te kunnen duiden. We sluiten deze notitie af met een samenvatting van de bovengenoemde vier vensters en een korte beschouwing.
DOCUMENT