Inclusie is een begrip met een hoog ideëel gehalte, waaraan verschillende interpretaties gegeven worden. Een van de meest concrete omschrijvingen vinden we bij Schuurman en Nass (2015) die onder inclusie verstaan: ‘De situatie waarin iemand geen obstakels ervaart om mee te kunnen doen aan de samenleving en specifieke maatregelen voor mensen met een beperking vrijwel niet nodig zijn. Het betekent dat iedereen ongeacht zijn achtergrond of huidige situatie er als vanzelfsprekend bij hoort, ervaart dat hij welkom is en contact kan maken met zijn omgeving.’ Het onlangs door Nederland geratificeerde VN Verdrag voor Mensen met een Handicap belichaamt het recht van mensen om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Maar werken aan meer inclusie van mensen met beperkingen blijkt in de praktijk weerbarstig (zie o.a. Bos, 2016). Maar wat is er dan nodig om aan inclusie te werken? Welke kennis en competenties hebben professionals nodig? Welke werkwijzen en activiteiten dragen bij aan meer inclusie? In de periode 2013 – 2015 werd in een zevental proeftuinen verspreid over het land geëxperimenteerd om antwoorden op deze vragen te vinden. Deze antwoorden kunnen het meedoen en meetellen van mensen met een verstandelijke beperking in de samenleving een stukje dichterbij brengen.
De combinatiefunctionaris heeft als doel meer rendement te halenuit de driehoek buurt, onderwijs en sport. Het Instituut voor Sportstudiesvan de Hanzehogeschool draait op dit moment proeftuinprojectenin samenwerking met de gemeente Groningen. “Om heteffect te vergroten koppelen wij ‘sportteams’ met studenten aanelke combinatiefunctionaris,” geeft projectleider Hiske Wiggershet doel van de proeftuinen aan. Samen met collega Arjan Taaijleidt zij een pilot om te kijken hoe er het beste met de nieuwefunctie omgegaan kan worden. In Groningen wordt op een iets anderemanier invulling gegeven aan de combinatiefunctie, waarbijhet belangrijk is om te onderzoeken en te leren van de proeftuinprojecten.
In het innovatieproject PACT trekken wetenschap, praktijk en beleid samen op om de kwaliteit van de pedagogische voorzieningen voor jonge kinderen te versterken. Doel is een inclusieve speelleeromgeving waarin ieder kind mee telt, mee kan doen en zich optimaal kan ontwikkelen. Het middel is het bevorderen van interprofessionele samenwerking tussen kinderopvang, basisonderwijs en zorg. Overal in het land zijn proeftuinen opgezet om die ambitie in praktijk te brengen. Het wetenschapsteam volgde, begeleidde en onderzocht de PACT-proeftuinen met meerdere instrumenten: een kwalitatieve casestudy, de Monitor Interprofessionele Samenwerking en een enquête onder projectleiders naar meetbare resultaten. Deze publicatie gaat over de resultaten van het onderzoek en wordt afgesloten met conclusies en adviezen.
MULTIFILE