Ouderenmishandeling is een belangrijk maatschappelijk probleem. Het hangt samen met verschillende negatieve gezondheidsuitkomsten, waaronder verhoogde mortaliteit en morbiditeit, psychologische stress en een groter gebruik van de gezondheidszorg. 1 Toch signaleren zorgprofessionals het nog onvoldoende en is er sprake van een hoge mate van handelingsverlegenheid. Dit mede door onbekendheid met het probleem en kennistekort. Daarnaast rust er zowel onder patiënten als onder zorgprofessionals nog steeds een groot taboe op het bespreekbaar maken van dit onderwerp. 2-4 Ouderenmishandeling komt in allerlei vormen voor en betreft ‘al het handelen of het nalaten van handelen
MULTIFILE
Welke rol heeft de kinderfysio- en kinderoefentherapeut bij de gezonde(motorische) ontwikkeling van kinderen in het primair onderwijs?
In deze handreiking bieden wij richtlijnen voor het behandelen van vrouwen in de (gemengde) klinische forensische zorg. Deze zijn gebaseerd op literatuuronderzoek, een enquête (ingevuld door 295 professionals), interviews met 22 professionals en 11 patiënten (acht vrouwelijke, drie mannelijke), twee expertmeetings met professionals en een expertmeeting met vrouwelijke patiënten en een pilot onderzoek in drie forensische instellingen. In het eindrapport Behandelen van vrouwen: Een vak apart? Ontwikkeling van een handreiking voor het behandelen van vrouwen in de klinische forensische zorg1 wordt de onderbouwing van deze richtlijnen vanuit de literatuur en het door ons uitgevoerde onderzoeksproject uitgebreid besproken. We vinden het belangrijk te benadrukken dat meerdere van de richtlijnen in deze handreiking evenzogoed voor mannen in de klinische forensische zorg waardevol kunnen zijn. Gender-responsief werken betekent rekening houden met genderverschillen, maar ook zo goed mogelijk afgestemd op het individu, of dit nu een vrouw, man of andere genderidentiteit is. Toch vonden we het nodig om specifieke richtlijnen te formuleren voor vrouwen, aangezien tot nu toe de meeste aandacht binnen de forensische zorg, zowel vanuit de wetenschap als de praktijk, uit is gegaan naar mannen. Onderzoek is nog beperkt, maar laat wel zien dat de meeste (risicotaxatie)instrumenten en forensische behandelmethoden minder bruikbaar zijn voor vrouwen en dat aanpassingen of aanvullingen gewenst zijn. Daarnaast denken we dat extra aandacht voor vrouwen van belang is gezien hun duidelijke minderheidspositie in forensische instellingen. We willen graag alle patiënten en professionals die hebben meegewerkt aan het onderzoeksproject (enquête, interviews, expertmeetings en pilot onderzoek) hartelijk bedanken. Hun input was bijzonder waardevol. Ook danken we de leden van de begeleidingscommissie Marije Keulen-de Vos, Marike Lancel, Jeroen Kampkes, Tiemenna Oosterhof, Anne-Marie Slotboom, en Jeantine Stam voor hun constructieve meedenken en Juul Depla en Els Russchenberg, die in het kader van hun onderzoeksstage veel werk hebben verzet. We hopen dat deze handreiking kan bijdragen aan een zo effectief mogelijke behandeling van vrouwen in de klinische forensische zorg in het belang van deze vrouwen, hun directe omgeving (met name eventuele kinderen), de professionals die met hen werken en de maatschappij.
Pijn treft veel mensen en veroorzaakt niet alleen veel persoonlijk leed, maar sluit grote groepen mensen uit van maatschappelijke participatie en brengt dientengevolge ook hoge kosten voor de samenleving met zich mee. Momenteel is het thema ‘pijn’ evenwel slechts gefragmenteerd in het onderwijscurriculum van zorgverleners binnen de HAN opgenomen. Docenten zijn vaak onvoldoende onderlegd op het gebied van pijn en beschikbare richtlijnen worden onvoldoende in de praktijk gebruikt. Ook praktijkgericht onderzoek naar preventie en behandeling van pijn wordt onvoldoende opgezet. Deze postdoc aanstelling biedt een unieke kans om het thema ‘Intensieve pijnzorg’ voor verpleegkundigen en paramedici verder te ontwikkelen en te verbinden in zowel het onderwijs als het praktijkgerichte onderzoek. Hierbij kan worden aangesloten bij wat de afgelopen jaren is ontwikkeld aan onderwijs en onderzoek door de kandidaat zelf. De kandidaat bevindt zich in de unieke positie waarin zij haar functie als docent en coördinator in Bachelor, post-hbo en Master van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) combineert met zowel een functie als onderzoeker en verpleegkundig pijnexpert aan het Radboudumc, als met een functie als voorzitter van de afdeling Pijnverpleegkundigen van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN). De kandidaat beschikt over een uitgebreid nationaal en internationaal netwerk waarin zij een voortrekkende rol vervult. De activiteiten van de kandidaat zullen in de postdoc periode zijn gericht op onderzoek naar preventie van acute en chronische postoperatieve pijn met daaraan verbonden complicaties en het verbeteren van onderwijs over pijn. Deze activiteiten passen bij de activiteiten van het HAN kenniscentrum Duurzame Zorg en meer specifiek het Lectoraat Acute Intensieve Zorg (LAIZ) en zwaartepunt Health. De HAN is tevens de enige opleider in Nederland die op (post-)hbo niveau opleidingen en cursussen aanbiedt op het thema pijn voor verpleegkundigen. Hierin wordt, evenals voor het onderzoek, nauw samengewerkt met het Radboud Expertisecentrum Pijn en Palliatieve Geneeskunde (REPPG).
IC-verpleegkundigen van het Radboudumc, Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede en Rijnstate Arnhem hebben het lectoraat Acute Intensieve Zorg van de HAN gevraagd met hen een project te starten om familieparticipatie in de basiszorg vorm te geven. Het ontbreekt verpleegkundigen aan handvatten en ondersteunende tools hoe ze familie hierbij kunnen betrekken. Daar moet dit project een antwoord op geven. Het doel is te komen tot een werkwijze en tools die voor IC-verpleegkundigen en naasten ondersteunend zijn voor het betrekken van naasten bij de basiszorg voor de IC-patiënt en het praktisch handelen te verbeteren. In dit project wordt ontwerpgericht onderzoek toegepast om gedurende het onderzoekstraject met IC-professionals en naasten een geschikte tool en werkwijze te onderzoeken, zo nodig te ontwikkelen en deze te pilottesten op toepasbaarheid. Deelvraag 1 omvat een diagnosticerend deel met een kwalitatief explorerende studie. Deze fase bestaat uit focusgroepinterviews met professionals en individuele interviews met ex-IC-patiënten en hun naasten. Deelvraag 2 omvat een ontwerp-/ontwikkelgericht deel en is gericht is op “het ondersteunen van het professioneel handelen in kennisintensieve beroepen”. Het ontwerpgerichte deel bestaat uit het opstellen van ontwerpcriteria, een literatuurstudie naar beschikbare tools, ontwerpen van werkwijze en tools, testen van de werkwijze en tools, evalueren en zo nodig bijstellen van de werkwijze en tools. Deelvraag 3 omvat de testfase met voorlichting en scholing, het (pilot-)testen van de werkwijze en tools, analyse van de testresultaten, vragenlijstonderzoek en een focusgroepinterview. Dit project wordt gestart met consortiumpartners (HAN en 3 ziekenhuizen). Als niet-consortiumpartners zijn ervaringsdeskundigen (via Stichting Family and Patient Centered Intensive Care), professionals uit andere instellingen (Santeonziekenhuizen en het Reinier de Graaf Gasthuis), beroepsvereniging V&VN IC, en kennispartner IQ Healthcare betrokken. De ontwikkelde kennis en producten zullen via alle partners en hun netwerken verder worden verspreid om toepassing van familieparticipatie in de basiszorg aan IC-patiënten te vergroten.
Achtergrond: In acute intensieve werksettings, waar de werkdruk al hoog was en er altijd impact is van indrukwekkende gebeurtenissen, zorgt COVID-19 voor toename van druk. Zorgprofessionals worden geconfronteerd met een nieuw en onbekend ziektebeeld, lopen risico op besmetting of om een besmettingsbron voor patiënten te zijn, communicatie met de patiënt is minder goed mogelijk, en zij krijgen te maken met een hogere werkdruk. Dit leidt tot een ongezonde werksituatie. De potentiële gevolgen hiervan zijn (post-traumatische) stress, burn-out en uitval. Er is daarom noodzaak om curatieve ondersteuning tijdens de crisis/indrukwekkende gebeurtenissen en preventieve ondersteuning ter voorbereiding op crisis/indrukwekkende gebeurtenissen en ter nazorg aan te bieden. Professionals uit het netwerk van Lectoraat Acute Intensieve Zorg werkzaam in de frontlinie vanuit ambulance, Spoedeisende Hulp (SEH), Acute Opname Afdelingen en Intensive Care geven aan moeite te hebben met het omgaan met de indrukwekkende situaties bij de COVID-19 crisis. Ze hebben gevraagd om een toolkit van werkzame interventies die kunnen worden ingezet om beter met deze situatie om te kunnen gaan om hiermee duurzame inzetbaarheid in, tijdens en na crisissituaties te vergroten. Het gaat hierbij om interventies gericht op curatieve en preventieve ondersteuning. Plan van aanpak: In dit project wordt ontwerpgericht onderzoek middels mixed methods design toegepast. In co-creatie met de praktijk ontwikkelen we een toolkit met bruikbare, zo mogelijk evidence based, interventies om zorgprofessionals te ondersteunen om om te gaan met indrukwekkende gebeurtenissen, gebaseerd op lessen uit de COVID-19 crisis. Deze toolkit dient ervoor om duurzame inzetbaarheid te ondersteunen en te vergroten. Vanuit de HAN werken de lectoraten Acute Intensieve Zorg en Human Resource Management nauw samen met beroepsverenigingen en publieke instellingen uit de acuut intensieve keten. Alle partners verspreiden ontwikkelde kennis en producten via hun netwerk.