Gedrag speelt een crucial rol bij de preventie van leefstijlgerelateerde aandoeningen. Hoe het best in te spelen op gedragd is geen vanzelfsprekend onderdeel van de gereedschapskist van de medische professional. Dit hoofdstuk zet recente gedragswetenschappelijke inzichten op en rij.
DOCUMENT
Mensen met een lage sociaaleconomische status en/of een niet-Nederlandse achtergrond hebben een groter risico op leefstijlgerelateerde aandoeningen als hart- en vaatziekten en diabetes; leefstijlinterventie is vaak geïndiceerd. Om hen te ondersteunen bij gedragsverandering kunnen mHealth-toepassingen (gezondheidsapplicaties voor telefoon of tablet) mogelijkheden bieden. Voorwaarde is wel dat de toepassing persoonlijk is afgestemd op de doelgroep.1 In deze kwalitatieve studie is onderzocht welke mogelijkheden Hindoestanen zien voor het gebruik van dergelijke mHealth-toepassingen. Deze doelgroep heeft van nature een verhoogd risicoprofiel voor leefstijlgerelateerde ziekten. https://ntvd.media/artikelen/mhealth-voor-leefstijlinterventie-bij-hindoestanen/ Linkedin: https://www.linkedin.com/in/luka-van-der-veken-ab5532188/ https://www.linkedin.com/in/machteldvanlieshout/ https://www.linkedin.com/in/jacqueline-langius/
MULTIFILE
Onderzoek wijst uit dat veel mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) een ongezonde leefstijl hebben (waaronder ongezonde voeding, inactiviteit en roken). Zij hebben ook vaak één of meerdere lichamelijke aandoeningen (comorbiditeit of multimorbiditeit). Vaak speelt ook langdurige medicatiegebruik dat initiatieven tot gezonder gedrag belemmert. De zorg voor deze patiëntengroep is minder toegankelijk. Hulpverleners kunnen pessimistisch zijn over de effecten van een leefstijlbevorderde aanpak. Hierdoor blijft de aandacht voor een gezonde leefstijl bij mensen met EPA achter bij wat wenselijk en mogelijk is. Gerichte leefstijlinterventies kunnen de risicofactoren voor veel voorkomende lichamelijke aandoeningen gunstig beïnvloeden. Vanuit de principes van shared-decision-making in samenwerking met de patiënt kunnen professionals in de ggz (huisartsenzorg inclusief POH-ggz, generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) lichamelijke aandoeningen herkennen en een gezonde leefstijl bevorderen. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij het bevorderen van een gezonde leefstijl en het uitvoeren van leefstijlinterventies bij mensen met een ernstige psychische aandoening. Mede auteurs: Ronald van Gool, Sonja van Hamersveld, Merlijn Bakkenes, Anneriek Risseeuw, Titia Feldmann, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Matthijs Rümke, Evelyn SlootsJongen, Ingrid van Vuuren, Maarten Bak, Katie Dermout, Marieke van Piere, Digna van der Kellen, Paul de Heij, ichard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl).
MULTIFILE
Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder. Deze veroudering gaat vaak samen met inactiviteit, ongezonde voedingspatronen en gezondheidsproblemen die al op jongere leeftijd ontstaan. Dit leidt bij mensen met een verstandelijke beperking tot een groter risico op leeftijds- en leefstijlgerelateerde aandoeningen. Leefstijlverbetering is dus belangrijk! Maar welke leefstijlondersteuning past bij hen? In dit artikel gaan we hier op in.
LINK
Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder. Deze veroudering gaat vaak samen met inactiviteit, ongezonde voedingspatronen en gezondheidsproblemen die al op jongere leeftijd ontstaan. Dit leidt bij mensen met een verstandelijke beperking tot een groter risico op leeftijds- en leefstijlgerelateerde aandoeningen. Leefstijlverbetering is dus belangrijk! Maar welke leefstijlondersteuning past bij hen? In dit artikel gaan we hier op in.
MULTIFILE
Publicatie bij de rede van Jasmijn Holla, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Kracht van Sport en Bewegen aan Hoogeschool Inholland in Haarlem op 23 juni 2022. Het lectoraat Kracht van Sport en Bewegen richt zich met praktijkgericht onderzoek op het benutten van de potentiële gezondheidswaarde en sociaal-maatschappelijke waarde van sport, bewegen en een gezonde leefstijl. In aansluiting op de uitstroomprofielen van de bacheloropleiding Sportkunde, waaraan het lectoraat nauw verbonden is, heeft het lectoraat speciale aandacht voor het stimuleren van sport, bewegen en een gezonde leefstijl in de zorg, de wijk en op het werk. In dit boekje worden de onderzoekslijnen 'Aangepast Sporten en Bewegen', 'Sport en Maatschappij' en 'Gezondheidsmanagement' beschreven. Aan de hand van de overkoepelende onderzoeksthema's leefstijl, technologie en inclusie worden de achtergrond en visie gepresenteerd van waaruit het lectoraat werkt.
DOCUMENT
Voor u ligt de wetenschappelijke onderbouwing van de Richtlijn Somatische screening bij patiënten met een ernstige psychische aandoening (2015). Het doel van deze richtlijn is om met name verpleegkundigen te ondersteunen bij de algemene somatische screening van patiënten in de ggz met een ernstige psychische aandoening (EPA) en de te ondernemen vervolgactiviteiten. Somatische screening is zowel klinisch als maatschappelijk zeer relevant, omdat de gezondheidsproblemen van deze patiënten groot zijn en het zorgaanbod er maar beperkt op aansluit. De richtlijn is ontwikkeld voor beroepsgroepen die zorg verlenen aan mensen met een ernstige psychische aandoening: verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen (SPV’en), consultatief-psychiatrisch verpleegkundigen, psychologen, psychiaters, klinisch geriaters, artsen somatisch werkzaam in de ggz, internisten in de ggz, huisartsen, POH-ggz, physician assistants in de ggz, psychomotorisch therapeuten, fysiotherapeuten, diëtisten, sociotherapeuten, ergotherapeuten en ggz-agogen. Dit rapport biedt achtergrondinformatie voor alle zorgprofessionals, zorgmanagers, kwaliteitsmedewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij de algemene somatische zorg voor mensen met een ernstige psychische aandoening en die meer willen weten over de totstandkoming van deze richtlijn. In deze onderbouwing is beschikbare wetenschappelijke kennis samengevat en wordt aangegeven welke overige overwegingen, onder meer vanuit praktijkkennis en voorkeuren vanuit patiënten- en familieperspectief, van belang waren bij het formuleren van de richtlijnaanbevelingen. Deze richtlijn is gebaseerd op wetenschappelijke evidentie, grijze literatuur, de praktijkkennis van professionals en voorkeuren vanuit patiënten- en familieperspectief. Het ontwikkeltraject bestond uit een knelpuntanalyse, een systematische inventarisatie van bestaande richtlijnen, een veldinventarisatie van beschikbare interventies, een transparant literatuuronderzoek, diverse commentaarrondes onder de werkgroep- en klankbordgroepleden en een praktijktoets. Bij de richtlijn werden een indicatorenset en een stroomschema ontwikkeld. De indicatoren worden beschreven in dit rapport. De richtlijn zelf is apart uitgegeven (Meeuwissen et al., 2015a).
MULTIFILE
Bij de richtlijn horen 1) een wetenschappelijke onderbouwing en 2) een samenvattingskaart. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij de somatische screening op gezondheidsproblemen bij mensen met een ernstige psychische aandoening, en ondersteuning te bieden bij de planning en uitvoering van vervolgactiviteiten voor preventie en tijdige diagnostiek en behandeling van somatische problemen. Gerichte leefstijlinterventies kunnen risicofactoren voor bepaalde somatische aandoeningen gunstig beïnvloeden. De richtlijn richt zich op volwassen patiënten (18-65 jaar) met een ernstige psychische aandoening of een verhoogd risico. De aanbevelingen zijn ook toepasbaar voor de POH-ggz. Medeauteurs: Marieke van Piere, Maarten Bak, Merlijn Bakkenes, Digna van der Kellen, Sonja van Hamersveld, Ronald van Gool, Katie Dermout, Titia Feldmann, Anneriek Risseeuw, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Ingrid van Vuuren, Matthijs Rümke, Evelyn Sloots-Jongen, Paul de Heij, Richard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl)
MULTIFILE
Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw is er sprake van een gebrek aan aandacht voor de somatische problemen van psychiatrische en verslaafde patiënten in instellingen voor ggz en maatschappelijke opvang. Ook ontbreekt het aan een goede ketensamenwerking met betrekking tot deze problematiek. Binnen een samenwerkingsverband van de gemeente Utrecht, zorginstellingen en huisartsen is deze gebrekkige aandacht in de afgelopen tien jaar een belangrijk thema geweest, uiteindelijk (in 2012) resulterend in de Utrechtse Somatische Screeningslijst. Met deze screening wordt beoogd somatische gezondheidsproblemen vroegtijdig te signaleren. Daarmee kan een beter beeld gevormd worden van de gezondheid van de patiënten en kan de huisarts eerder worden ingeschakeld. De eerste afgenomen screenings laten zien dat veelvoorkomende klachten en aandoeningen bij deze patiënten zijn: ondergewicht, COPD- en andere longklachten, pijnklachten, epileptische aanvallen en huidaandoeningen. Veel patiënten dragen een gebitsprothese. De verpleegkundigen ervaren de screening als een positieve ontwikkeling binnen hun vakgebied. Er zijn echter ook knelpunten aan te merken. Besloten is de USS bij te stellen, op basis van de eerste bevindingen en van een enquête onder degenen die ervaring met het instrument hebben opgedaan. Met de aangepaste lijst wordt een onderzoek uitgevoerd binnen Victas.
DOCUMENT
Het is een eer om met deze openbare lezing het ambt van hoogleraar Vaktherapie te aanvaarden. Temeer omdat dit de allereerste leerstoel Vaktherapie in Nederland is. Een bijzonder domein van behandelingen voor mensen met psychische aandoeningen en psychosociale klachten dat sinds jaren is ingebed in de geestelijke gezondheidszorg en in sectoren als de ouderenzorg, somatische zorg, basis- en voortgezet onderwijs. ‘Waarom nu pas?’ ‘Waarom is deze of een vergelijkbare, leerstoel niet eerder ingesteld, wetende dat deze behandelingen al jaren worden toegepast binnen de zorg en daarbuiten?’ Er zijn in Nederland veel vaktherapeuten, circa 5800. In vergelijking met de ongeveer 6700 psychotherapeuten in Nederland (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018), is het dus geen klein gebied. Er is ook de actieve Federatie Vaktherapeutische Beroepen, dit is de koepelorganisatie van de verenigingen van vaktherapeutische disciplines. Ik ga daar later nog iets over te zeggen en over de ontwikkelingen die er momenteel gaande zijn. In het buitenland zijn er wel leerstoelen op dit gebied. Dus waarom nu pas een leerstoel Vaktherapie?
DOCUMENT