In dit artikel beschrijven we de opzet en werkwijze van zogenoemde leerateliers en de ervaringen met deze werkwijze. Leerateliers zijn leeromgevingen waarin studenten van verschillende lerarenopleidingen samen leren met docenten voortgezet onderwijs. Een leeratelier bestaat uit docenten van verschillende scholen en studenten die op deze scholen stage lopen. In de werkwijze van de leerateliers worden vier uitgangspunten gehanteerd: 1) focus op het leren van de leerling; 2) werken vanuit een eigen leervraag; 3) onderzoeken en ontwikkelen; 4) samen werken en leren. Met de aanpak van leerateliers worden drie doelen nagestreefd: a) opleiden van kritische (toekomstige) docenten die oog hebben voor het leren van de leerling; b) integreren van opleiden van studenten met professionalisering van ervaren docenten; c) bijdragen aan schoolontwikkeling. In dit artikel beschrijven we op basis van de ervaringen van deelnemers op welke wijze in de praktijk invulling is gegeven aan de vier uitgangspunten. We constateren dat de kracht van de ateliers zit in het gezamenlijk leren, tijd krijgen om te experimenteren in de eigen onderwijspraktijk en hier met elkaar kritisch op terugkijken. De mix van deelnemers van verschillende vakken, scholen en achtergronden (student en docent) zorgt voor interessante opbrengsten. Via de inzet van leerateliers kunnen lerarenopleidingen en scholen er samen voor zorgen dat opleiden en professionaliseren meer met elkaar verweven worden, zodat er een brede doorgaande lijn van professionele ontwikkeling ontstaat.
DOCUMENT
Door de ontwikkeling van ZSM zijn ketenpartners beter gaan samenwerken, maar er is een focus op ‘snel afdoen’ ontstaan. De ambitie is voor kwetsbare slachtoffers en verdachten meer betekenisvol te werken door te verdiepen en meer tijd te nemen om maatwerk te leveren. Daarom vonden van februari 2016 tot eind november 2016 er in een pilot drie experimenten plaats in de vorm van leerateliers verdiepingsomgeving Jeugd Gezin en Zeden. De bedoeling van de leerateliers is het vergroten van veiligheid en veerkracht van kwetsbare daders, slachtoffers en belangrijke derden. De pilots zijn opgezet om een nieuwe vorm van samen werken bij ZSM te ontwikkelen. Het KSI van de Hogeschool Utrecht rapporteerde over de leeropbrengsten van alle drie leerateliers. De sluitsteen is dit korte overkoepelende reflectieverslag dat een aantal kernthema’s bevat waarin telkens per kernthema een aanbeveling wordt gedaan.
DOCUMENT
Bedoeling van de leerateliers is het vergroten van veiligheid en veerkracht van kwetsbare daders, slachtoffers en belangrijke derden. De pilot is opgezet om een nieuwe vorm van werken bij ZSM te ontwikkelen. Openbaar Ministerie (OM), politie, 3RO, Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), Slachtofferhulp Nederland (SHN), en bureau jeugdzorg (BJz), allen vaste partners op ZSM, vormden in Maastricht met Halt, Maatschappelijke organisaties (Moveoo, Vangnet, Levanto) en de William Schrikker Groep (WSG) een team. Er was nauw contact met de Veiligheidshuizen VHH) en Veilig Thuis (VT). Er zijn voor de pilot in Limburg vier doelgroepen geselecteerd: twee daarvan zijn landelijk vastgesteld: 1)jeugdigen, betrokken als dader, slachtoffer of als betrokkene en 2)huiselijk geweld zaken waar kinderen bij betrokken zijn. Limburg heeft daar de volgende doelgroepen aan toegevoegd: - verwarde personen - mensen met een verstandelijke beperking - jong volwassenen In dit beknopte rapport beschrijven we de resultaten van het tweede leeratelier in Limburg in de periode van mei tot juli en de belangrijkste leeropbrengsten en leerpunten die opgespoord zijn. Voordat de werkwijze van het leeratelier Maastricht en de resultaten worden beschreven in hoofdstuk 4, 5 en 6 zullen we eerst toelichten hoe de leerateliers zijn ontstaan en wat de leidende visie is voor de leerateliers (hoofdstuk 2) en wat de vragen zijn waarop de pilots een antwoord moeten geven (in hoofdstuk 3).
DOCUMENT
Halverwege februari 2016 startte in Haarlem het eerste leeratelier verdiepingsomgeving Jeugd, Gezin en Zeden. Dit leeratelier was een pilot van 8 weken, om een nieuwe vorm van werken op ZSM te ontwikkelen. OM, politie, 3RO, Raad voor de Kinderbescherming en SHN, vaste partners op ZSM, vormden in Haarlem met Halt, Veiligheidshuis en Veilig Thuis een team dat samen verdieping zocht bij zaken waarbij jeugd betrokken is (als dader of als betrokkene bij huiselijk geweld. Het kan in het laatste geval dus ook gaan om hele kleine kinderen,). In de leerateliers is ruimte om te handelen volgens de bedoeling: het vergroten van veiligheid en veerkracht. In dit beknopte rapport beschrijven we de resultaten van het leeratelier, de belangrijkste leerpunten en de valkuilen en spanningsvelden die er opgespoord zijn. Doel van deze beschrijving is om overdracht van het geleerde naar volgende pilots mogelijk te maken en toekomstige ontwikkelingen na de pilots te versterken. In Maastricht gaat in mei een pilot van start voor de regio Limburg, in Utrecht in september voor de regio Midden Nederland. Ook over de resultaten van deze pilots zal beknopt gerapporteerd worden. Aan het einde van de drie leerateliers komt er een overkoepelend eindrapport, waarin gereflecteerd wordt op de leerateliers en de impact daarvan op de reguliere ZSM-aanpak. De bevindingen moeten handvatten opleveren voor de toekomst, die vanuit de verschillende samenwerkende organisaties kunnen worden gedragen.
DOCUMENT
In september 2016 is in Utrecht het derde leeratelier verdiepingsomgeving Jeugd, Gezin en Zeden gestart. Dit leeratelier duurde 12 weken. Er gingen twee leerateliers in Haarlem en Maastricht aan vooraf die een periode van acht weken duurden. De eerste twee leerateliers vonden plaats vijf dagen per week, hele dagen. Het leeratelier Midden Nederland vond plaats op twee dagen in de week, een deel van de middag. Bedoeling van de leerateliers is het vergroten van veiligheid en veerkracht van kwetsbare daders, slachtoffers en belangrijke derden. De pilot is opgezet om een nieuwe vorm van werken bij ZSM te ontwikkelen. Het leeratelier team bestond uit vaste partners op ZSM, het openbaar Ministerie (OM), politie, 3RO, Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), Slachtofferhulp Nederland (SHN) met daaraan toegevoegd Halt, en drie Veilig Thuis organisaties. In het begin was er ook contact met het Veiligheidshuis regio Utrecht (VHRU) die zich later na enkele weken terugtrok omdat er te weinig overlap was tussen hun casuïstiek en die van het leeratelier.
DOCUMENT
Halverwege 2020 startte de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord-Holland (RKJ-NH) met vier leerateliers, alle gericht op het vraagstuk hoe in de regio vanuit verschillende invalshoeken betere aansluiting gevonden kan worden bij (potentiële) informele hulpbronnen van jeugdigen met een ondersteuningsbehoefte. De Regionale Kenniswerkplaats Jeugd wordt gesubsidieerd door ZonMw. Dit onderzoeksverslag gaat specifiek over de onderzoeksresultaten uit leeratelier 4. Centraal thema in dit leeratelier is het versterken van de samenwerking tussen de formele en informele steunbronnen rondom het kind, om zo de professionele zorg zo kort mogelijk in te zetten. Er is hierbij gebruikgemaakt van een literatuuronderzoek van Paula Smith uit 2021)1 en van kwalitatief onderzoek, bestaande uit semigestructureerde interviews en dossieronderzoek. Dit onderzoeksverslag betreft de resultaten van het kwalitatieve onderzoek.
DOCUMENT
SIMONE is een intramurale voorziening nieuwe stijl waar kwetsbare mishandelde vrouwen en hun kinderen, vaak met meervoudige problemen, via de WMO instromen in een eigen woonvoorziening met een eigen voordeur. Deze aanpak vraagt van groepswerkers om meer vakinhoudelijk maatwerk te leveren en pro-actief te zijn. De werkwijze van SIMONE is gevolgd via bestudering van kerndocumenten, interviews met professionals en bewoners, en observaties. Op grond daarvan zijn in samenspraak met de staf leidende principes en klantbeloftes geformuleerd die gaan over waarden als gelijkwaardigheid, bejegening, compassie en talentontwikkeling. In deze handreiking wordt beschreven hoe het werken in de nieuwe voorziening van Arosa, medewerkers en cliënten richting kan geven bij de overgang van een leefgroep- en groepsgerichte aanpak naar een individueel en systeemgerichte maatwerk aanpak. De nieuwe voorziening biedt per 1 februari 2018, 20 appartementen - zelfstandige woonruimten - voor vrouwen met en zonder kinderen
DOCUMENT
Jaarverslag van het lectoraat Beroepsonderwijs.
DOCUMENT
Aly Gruppen werkt aan de Hogeschool Utrecht met twee collega’s in het project ‘Moresprudentie’. Dat project zich richt op de morele dilemma’s van uitvoerende hulpverleners. Huub Wiltschut sprak met haar over ‘transfermedewerkers’, één van de verbindende schakels tussen opleiding en werkveld.
DOCUMENT
Een MRI scanner produceert een geluidsniveau dat gehoorschade kan geven. Er bestaan diverse methoden om de geluidsoverlast te verlichten.
DOCUMENT