DOCUMENT
In de Amsterdam Expo eind 2012 tot begin 2013 was een expositie te zien met replica van alle kunstschatten uit het graf van Toentanchamon. Ze zijn van een adembenemende schoonheid en de meest schitterende materialen. Recent wordt er nieuw onderzoek gedaan omdat men vermoedt dat er nog een geheime ruimte is naast de huidige graftombe.Moderne apparatuur zullen uitkomst moeten bieden. Misschien het graf van zijn stiefmoeder Neferititi?
LINK
Inleiding Het College van Bestuur heeft mij benoemd tot lector in het vakgebied Integraal Ontwerpen. De voorzitter van de Faculteit Natuur en Techniek, de heer Udink ten Cate, heeft u verteld over de aanleiding van het instellen van dit lectoraat met de daaraan verbonden leerstoel. Voor het hbo zijn dit nieuwe onderwerpen en u begrijpt dat het voor mij een spannende uitdaging is de leerstoel Integraal Ontwerpen vorm en inhoud te geven. Bij de voorbereiding van de rede kwam ik het werk van kunstenaar Oskar de Kiefte tegen, waar ik in de loop van mijn verhandeling nog op terugkom. De wijze waarop hij speelt met vorm, structuur en functie van verschillende voorwerpen heeft mij erg geïnspireerd. Zijn werk is uitermate geschikt om bepaalde aspecten van Integraal Ontwerpen toe te lichten. Ik moest bij de voorbereiding ook denken aan een bekende kernzin uit de systeemleer van In t Veld: het geheel is meer dan de som der delen. Het onderwerp van mijn openbare les is Integraal Ontwerpen, een nieuwe verleiding voor techniek. Integraal Ontwerpen is voor velen van u een nieuw begrip. Ik ga dit toelichten en inhoudelijk uitwerken. Vervolgens wil ik u duidelijk maken wat Integraal Ontwerpen betekent voor het bedrijfsleven en vooral wat de consequenties zijn voor de ingenieur van de toekomst. Ik durf hier de volgende aannames te doen: dat Integraal Ontwerpen het beroep van (werktuigbouwkundig) ingenieur breder en daardoor aantrekkelijker maakt; dat Integraal Ontwerpen de keuze voor techniek verleidelijker maakt. Ik eindig met een overzicht van activiteiten waarmee ik me de komende tijd ga bezighouden.
DOCUMENT
VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs), het programma van het Platform Bèta Techniek dat zich richt op het primair onderwijs, is in 2004 een project gestart op de pabo gericht op de versterking van techniek. Het gaat ons in dit artikel vooral om de factoren die bijdroegen aan (eventueel) succes, de knelpunten, en uitdagingen voor verduurzaming. Hebben de projecten hun doelstellingen gerealiseerd? Zo ja: wat droeg dear wezenlijk aan bij? Zo nee: wat bleken de knelpunten te zijn? En: zijn we nu klaar met de invoering van wetenschap & techniek op de pabo of valt er nog wat te doen? Zijn er lessen te trekken wear (andere) pabo's hun voordeel mee kunnen doen?
DOCUMENT
Jan Van der Noot (c.1540-c.1601) is a central figure in Dutch literature, widely regarded as the first true Renaissance poet in the Netherlands. He was the earliest Dutch poet to imitate Ronsard, Baïf, and Petrarch, and the first to use the sonnetform. Van der Noot also has vital links with sixteenth-century England and English literature. While living in London (1567-72), he produced the source-text for Spenser and Roest's Theatre of Voluptuous Worldlings. Yet despite this contribution, he is frequently overlooked by English-speaking critics. Even when he does receive consideration, he is seldom viewed as a poet in his own right. As an attempt to redress this, we offer here fresh translations from Van der Noot's work, lightly annotated throughout, concentrating on the sonnets that are the lynchpin of his reputation.
DOCUMENT
Met dit document sluiten we de divergentiefase af, waarin we alle ideeën verzamelden die we konden bedenken en vinden. Het document dient als basis voor het uiteindelijk plan voor de Bleulandzaal. Er hebben in deze fase een aantal activiteiten plaats gevonden: (1) Ideeën bedenken door Jesse en Dick, bovenop eerdere ideeën; (2) Brainstorm sessie met docenten en Universiteitsmuseum (UM)-personeel; (3) Webonderzoek; (4) Bezoek aan het Dolhuys te Haarlem. Er zijn tal van ideeën, groen en rijp uit al deze activiteiten gekomen. Het heeft ons inziens een aantal haalbare oplossingen opgeleverd. Ook denken we een goed idee gekregen te hebben over hoe we, als dat nodig mocht zijn, de zaal tegen beperkte kosten zo zouden kunnen aanpassen dat er meer nuttig oppervlak beschikbaar komt voor de expositie. Ook is een van de uitkomsten uit de brainstormsessie dat er niet per sé behoefte is (hoeft te zijn) aan een hele sterke link met het heden omdat het verhaal van Bleuland, de voorwerpen in het kabinet, de mensen en de verhalen erachter en de stand van de medische wetenschap eind 18e eeuw interessant genoeg zijn om te vertellen. Je kunt het verhaal van tegenwoordig vertellen met verwijzingen naar vroeger maar je kunt ook het verhaal van vroeger vertellen met links naar het heden. Wellicht dat vanuit de ambiance van de zaal de laatste een mooiere keuze is. Hieronder staan de belangrijkste ideeën kort genoemd: • Dialoogtafel vroeger, heden en toekomst.; • Het diagnosticeren van speelgoedberen met behulp van oude en nieuwe technieken; • Anatomie in de toekomst; • Het maken van beweegbare kleine monitors vlak bij de kasten zelf met daarop informatie over en de menselijke verhalen achter de objecten; • Het vergroten van het vloeroppervlak ‘boven’ door het omtimmeren van de trap en het aanleggen van een smallere aparte trap naar beneden(zie tekening in dit document). Met de beschikbare middelen en gegeven de randvoorwaarden denken wij dat het idee van de interactieve dialoogtafels met drie scenario’s vroeger, nu en in de toekomst het beste zal werken en het meest realistisch is om uit te werken. De randvoorwaarde van 15 personen tegelijk aan de slag is naar alle waarschijnlijkheid te hoog gegrepen omdat vijf personen aan één dialoogtafel niet realistisch is. Naast de dialoogtafels zijn natuurlijk wel de objecten in het kabinet zelf te zien.
DOCUMENT
Handreiking van het Lectoraat Goede Onderwijspraktijken aan de Educatieve Academie van Hogeschool Viaa, om het debat over leren in de wereld te stimuleren. Dit doet het lectoraat door de kennis en ervaringen te delen vanuit de vraag hoe leren en de wereld samengaan in levenswaardig leren. Met deze handreiking wil het lectoraat het gesprek op de scholen over hun visie op goed onderwijs en leren stimuleren in verbinding met de wereld. Uit onderzoeken en praktijkervaring is het beeld ontstaan dat de onderwijspraktijk en de wereld waarin het onderwijssysteem haar plaats heeft, lang niet altijd met elkaar in verbinding staan. Steeds meer kinderen vallen uit op school en het aantal jonge thuiszitters neemt toe (Mulckhuyse & Paalman-Dijkenga, 2023). In een wereld die razendsnel verandert op zoveel verschillende dimensies, lijkt het ondoenlijk voor het onderwijs om te volgen en op tijd een passend antwoord te formuleren. De vraag dringt zich op of het onderwijs zoals dat nu georganiseerd is, nog past bij de snel veranderende samenleving. Het lectoraat wil vanuit een nieuw kader kijken naar het onderwijs en dit meer in verbinding brengen met de snel veranderende wereld. Het doel is voorwaarden te scheppen om levenswaardig leren te creëren waarmee het kind, de jongere en de wereld geholpen zijn.
DOCUMENT
In this chapter it is argued that self-direction is currently well above the head of the majority of youngsters and even of many adults. Evidence for this conclusion stems from developmental and brain research. However, for various reasons it is important that people develop the competences that are necessary for self-direction. To what degree is it possible to develop these competences? Are they 'learnable'? What can education contribute?
DOCUMENT
In dit rapport worden de bevindingen weergegeven van het eerste projectjaar van het project ‘Samen in Beweging met kwetsbare inwoners’. In dit project ontwikkelen zorg-, welzijn- en sportprofessionals, gemeenten en inwoners met elkaar een goede praktijk waarbinnen inwoners gestimuleerd worden om in beweging te komen. In lijn met de theorie van Positieve Gezondheid, wordt bewegen, om de gezondheid te stimuleren, binnen het project breed opgevat. Enerzijds gaat het om bewegen in lichamelijke zin. Anderzijds wordt bewegen binnen dit project meer figuurlijk gezien. Deelname aan activiteiten zorgt ook voor sociale beweging en vergroot het gevoel van onderlinge betrokkenheid van inwoners en mentaal welbevinden. Het onderliggende doel is om inclusie, gezondheid en welzijn van de inwoners te stimuleren.
DOCUMENT