In deze bijdrage aan een themanummer van het blad Onderwijsvernieuwing (MESOconsult) over masters houdt Marco Snoek een pleidooi voor post-initële masters boven initiële masters, als middel voor carrière- en professionele ontwikkeling voor leraren. Ze komen als paddestoelen uit de grond, nieuwe masteropleidingen voor leraren. Waar de master traditioneel voorbehouden was aan eerstegraads leraren, zijn er in het afgelopen jaar mastertrajecten ontwikkeld rond speciaal onderwijs, Leren & Innoveren, schoolleiders en recent de mastertrajecten vanuit het NiME. Die ontwikkeling vindt niet alleen in Nederland plaats, maar ook op andere plekken in Europa. Toch zijn er wezenlijke verschillen tussen de ontwikkelingen in Nederland en elders in Europa. Het meest kenmerkende verschil heeft betrekking op de keuze voor initiële masters of voor post-initiële masters: wordt de master beschouwd als een startniveau voor leraren of als een carrièrestap ergens in een loopbaan? Hieronder wordt eerst ingegaan op de Nederlandse context. In het tweede deel wordt beschreven hoe de discussie rond masters elders in Europa speelt. Tenslotte worden kanttekeningen geplaatst bij de Europese trend.
DOCUMENT
In dit artikel gaat Marco Snoek in op het ontwerp van masteropleidingen voor leraren. Onderzoek onder afgestudeerden van de masteropleiding Professioneel Meesterschap laat zien dat het succesvol volgen en afronden van een masteropleiding die gericht is op het leiderschap van leraren lang niet altijd leidt tot het daadwerkelijk inzetten van de ontwikkelde leiderschapscompetenties binnen de school. De scheiding tussen opleidingsinstituut en werkplek zorgt bij dit soort opleidingen voor een transfer-probleem. Wil effectieve transfer van ontwikkelde competenties van de masteropleiding naar de praktijk binnen de school kunnen plaatsvinden, dan zal het ontwerp van de opleiding niet alleen gericht moeten zijn op het kwalificeren van deelnemers, maar ook op het interveniëren in de schoolorganisatie en -cultuur en zal de opleiding moeten kunnen fungeren als boundary object tussen twee activiteitssystemen. Op basis van een reflectie op de ervaringen met de eerste lichtingen afgestudeerden is een nieuw ontwerp voor de masteropleiding gemaakt, waarbij meer aandacht is voor boundary crossing tussen opleidingsinstituut en school. Dit ontwerp wordt momenteel toegepast in een opleidingstraject voor LD-leraren1 van drie ROCs2. In dit artikel schetsen we uitgangspunten voor het ontwerp en de theoretische onderbouwing daarvan
DOCUMENT
In dit rapport wordt aan de hand van beleidsrapporten verkend welke effecten er verwacht worden van post-initiële masteropleidingen voor leraren. Deze verkenning is uitgevoerd in kader van een onderzoek naar de effecten van masteropleidingen op leraren en hun omgeving.In de beleidspublicaties van de afgelopen jaren ligt de nadruk op de bijdrage die masteropleidingen kunnen leveren aan de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep. In de beleidspublicaties is slechts beperkt aandacht voor mogelijke effecten vaste master-opgeleide leraren op de leerresultaten van leerlingen.
DOCUMENT
Van de Lerarenbeurs is bekend dat dit soms tot isolement bij leraren leidt en niet tot de gewenste schoolbrede veranderingen, bijvoorbeeld als leraren met de Lerarenbeurs een masteropleiding volgen. De ervaringen met de Teambeurs PO regeling bieden belangrijke handvatten voor schoolleiders om de impact van masteropleidingen te versterken. Zo kan het volgen van een masteropleiding leiden tot zowel individuele ontwikkeling bij leraren als tot ontwikkeling van de school als geheel.
DOCUMENT
In juni 2019 heeft de Vereniging Hogescholen (VH) de standaard voor masteropleidingen in het hbo geactualiseerd. Het hoger beroepsonderwijs beschikt hiermee over een up-to-date, gemeenschappelijk document, dat de kern van masteropleidingen binnen een hogeschool schetst.
DOCUMENT
In deze bijdrage aan een themanummer van het blad Onderwijsvernieuwing MESOconsult) over masters gaat Marco Snoek in op de bijdrage die masteropleidingen kunnen leveren aan het ontwikkelen van brede professionaliteit (extended professionalism) van leraren.
DOCUMENT
Met de publicatie van het eindrapport is een vierjarig onderzoek naar de effecten van masteropleidingen voor leraren en hun omgeving afgerond. Doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen welke effecten het volgen en afronden van een post-initiële masteropleiding heeft voor leraren, voor het onderwijs dat ze verzorgen, voor hun collega’s en voor de school als geheel. Van alle mogelijke effecten die een masteropleiding kan hebben op leraren en hun omgeving, wordt door dit onderzoek een beperkt aantal aangetoond. Vrijwel alle aan te tonen effecten zijn positief en betreffen vooral het pedagogisch-didactisch handelen van leraren, de onderzoekende houding van leraren en de professionaliteit van de schoolorganisatie Deze effecten worden herkend door alumni van masteropleidingen en hun schoolleiders en veelal toegeschreven aan het geleerde binnen de masteropleidingen. Voor het kunnen toepassen van de geleerde kennis en vaardigheden door masteropgeleide leraren zijn cultuur, beleid en visie van de schoolorganisatie van wezenlijk belang.Met dit onderzoek wil het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zicht krijgen op de effecten van meer masteropgeleide leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, op de werkzame mechanismen die daaraan ten grondslag liggen en de condities die daarbij gelden. Effecten zijn gemeten aan de hand van een ‘verschil-in-verschilmeting’, waarbij de ontwikkeling van leraren die een masteropleiding volgen is afgezet tegen de ontwikkeling van een vergelijkbare groep van leraren die geen masteropleiding volgen of hebben gevolgd. Daarnaast is gebruikgemaakt van een vragenlijst onder schoolleiders over de impact van masteropgeleide leraren. Ten slotte zijn enkele afgestudeerden en leidinggevenden geïnterviewd om meer zicht te krijgen op onderliggende mechanismen en stimulerende en belemmerende factoren.Het onderzoek laat zien dat masteropleidingen invloed hebben op de kwaliteiten van leraren, op de bijdrage die ze leveren aan het leren van leerlingen, op de aantrekkelijkheid van hun beroep en de uitdaging die ze daarin ervaren, op de betrokkenheid bij vak- en klas-overstijgende processen en op schoolculturen. De gevonden invloeden hangen af van het type masteropleiding dat gevolgd is en zijn met name als het gaat om invloeden op schoolniveau afhankelijk van de condities en de cultuur binnen de school.
DOCUMENT
Alle hbo-opleidingen besteden tegenwoordig aandacht aan onderzoek. Nu er ook steeds meer initiatieven komen voor masteropleidingen met relevantie voor de LO, is het in het kader van dit topic Onderzoek interessant om eens te bekijken hoe bacheloronderzoek zich nu onderscheidt van masteronderzoek.
DOCUMENT
Op verzoek van de HBO-raad heeft Marco Snoek de eindredactie gehad over een gemeenschappelijk referentiekader voor alle HBO masters op het terrein van onderwijs. Dit referentiekader is een gemeenschappelijk vertrekpunt voor de verdere ontwikkeling van educatieve masters. Op basis van dit referentiekader hebben Marco Snoek en Peter Teune een invulling gemaakt voor een nieuw te ontwikkelen master Leren & Innoveren en een competentie-profiel ten behoeve van deze master ontwikkeld. De eindproducten zijn verschenen in de bijlagen van de publicatie ‘Kwaliteit vergt Keuzes’ van de HBO-raad (vanaf pagina 76)
DOCUMENT
Integrated approach aims at bridging the gap between theory and practice in designing persuasive eHealth applications. Developed from a didactic and educational perspective and is being implemented in our master program. It enables our master students to design user-centered persuasive eHealth applications. Inspiring educators on how to teach design of persuasive eHealth applications and support development of best practices in this area.
DOCUMENT