Professionele integriteit is een zwaarwegend en verstrekkend ethisch vraagstuk binnen veel beroepsdomeinen. Aan integriteitsvraagstukken wordt in media, literatuur en beleid regelmatig aandacht gegeven, maar vooral binnen het openbaar bestuur en bedrijfsleven. Hoe met dit vraagstuk wordt omgegaan binnen mensgerichte beroepen is vrijwel niet beschreven. Met het oog op praktijkontwikkeling en onderwijsontwikkeling in met name kerkelijk werk, educatie, welzijn en zorg is dit kennistekort dan ook de probleemstelling van dit onderzoek. De hoofdvraag is wat senior-professionals en experts in mensgerichte beroepen zeggen dat hen kan helpen om integriteitsvraagstukken in hun domeinen te herkennen en te hanteren.
DOCUMENT
Vandaag de dag loopt de discussie over AI hoog op: wat betekent AI voor verschillende beroepen? Welke competenties zijn straks wellicht niet meer relevant en welke juist des te meer? En wat betekent AI voor het onderwijs? Hoog tijd dus om in het onderwijs aandacht te besteden aan het versterken van AI-geletterdheid. Ofwel de competenties die nodig zijn om AI-technologieën kritisch te kunnen evalueren, er effectief mee te kunnen communiceren en mee samen te werken, zowel thuis als op de werkplek, zodat studenten klaar zijn voor een wereld vol AI Antwoord op deze en andere vragen vind je in deze publicatie van het lectoraat Teaching, Learning & Technology zodat je in zeven minuten weer bent bijgepraat over AI geletterdheid. # AI-geletterdheid #teachinglearningandtechnology #inholland
DOCUMENT
Bij het thematiseren van de verhouding tussen professionaliteit en neoliberalisme ligt het voor de hand om gebruik te maken van de resultaten van empirisch onderzoek naar de impact van neoliberaal beleid op professionele praktijken of op zijn minst van illustratieve anekdotes dienaangaande. Toch moeten we dan eerst weten wat we bedoelen wanneer we het over professionaliteit en over neoliberalisme hebben. Het probleem is namelijk dat deze begrippen ieder voor zich al naar complexe realiteiten en constructen verwijzen waar een onoverzienbare hoeveelheid literatuur over is verschenen. Professionaliteit wordt bijvoorbeeld in sociaalwetenschappelijke literatuur vaak geconceptualiseerd op een wijze waar veel professionals zich niet in zullen herkennen, terwijl denkers en doeners die allerwegen als neoliberaal worden beschouwd niet zelden ontkennen dat ze neoliberaal zijn of zelfs dat er zoiets als neoliberalisme bestaat. Daar komt nog bij dat het thematiseren van de samenhang tussen professionaliteit en neoliberalisme allerminst eenvoudig is, omdat deze verhouding zich uitstrekt over het geheel van mens en maatschappij, waarbij met name historische, economische, politieke en morele perspectieven een belangrijke rol spelen
MULTIFILE
Het begrip empowerment komt regelmatig voor in social media en populaire discussies over loopbaanmanagement en professionele ontwikkeling. In zowel linked-in posts als vakliteratuur is de focus op persoonlijke ontwikkeling van skills en eigenschappen een centraal concept. ‘Iemand in de eigen kracht zetten’, ‘je eigenaarschap pakken’, of ‘empoweren’ worden vaak als synoniemen gebruikt om te benadrukken hoe belangrijk het is om je lekker te voelen in je werk en hierbij zelf aan het roer te staan. Zo wordt empowerment in een bijdrage rond e-HRM (Schouwstra, 2006) gelijkgesteld aan het in staat stellen van managers en medewerkers om de rol van HR als businesspartner in te vullen. Ook wordt empowerment zoals hierboven aangegeven vaak omschreven als ‘eigenaarschap’ nemen over de eigen werkzaamheden of loopbaan. Zie bijvoorbeeld ‘De 8 factoren van eigenaarschap van medewerkers’ (Motivaction in HR Praktijk, 21 juni 2016). Of de veelzeggende titel ‘Baas over je eigen loopbaan begint met persoonlijk leiderschap’ (Van Tienen, 2016). Empowerment heeft een bijkans magische betekenis waarbij het zoeken is naar geheimen achter dit felbegeerde doel, zoals Forbes Magazine stelt (2 maart 2017).
MULTIFILE
De samenleving verandert. Dat is van alle tijden, maar de snelheid van deze veranderingen neemt toe. In mijn openbare les die ik op 20 april 2017 heb ik uitgesproken als lector Organiseren van Verandering in het Publieke Domein, aan het kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht heb ik mijn visie gegeven op deze toegenomen snelheid in onze samenleving en is een onderzoeksmodel gepresenteerd waarmee ik door middel van praktijkonderzoek de verbinding zou willen maken tussen de zogenoemde ‘beweging van onderop’ en de ‘beweging aan de top’. Wat deze bewegingen precies inhouden komt verderop aan de orde. Dit artikel is een verkorte weergave van die openbare les. Aan de hand van het werk van Hartmut Rosa laat ik zien welke gevaren de toenemende snelheid oplevert, maar ook hoe er toch verbinding binnen publieke organisaties en lokale samenlevingen tot stand kan komen. Meer specifiek wil ik stilstaan bij de vraag hoe er verbinding kan (blijven) bestaan tussen de werkvloer en de top van publieke organisaties, maar ook hoe er verbinding kan blijven bestaan tussen de burger en de ‘top’ van de lokale samenleving: de gemeenteraad. De centrale vraag van dit artikel luidt dan ook: welke verbindingen zijn er mogelijk tussen de beweging van onderop en de beweging aan de top in de context van een steeds sneller wordende samenleving? Om deze vraag te beantwoorden heb ik me laten inspireren door inzichten uit de sociologie, organisatiekunde en bestuurskunde
MULTIFILE
De afgelopen jaren heeft in het Onderzoeksnetwerk Normatieve Professionalisering onder de bezielende leiding van Harry Kunneman en Hans van Ewijk een bezinning plaatsgevonden op funderende teksten voor de traditie van normatieve professionalisering. Dit artikel is ontstaan naar aanleiding van de bespreking van enkele teksten van Donald Schön over de reflectieve praktijkwerker. Het is niet moeilijk aan te tonen dat het gedachtegoed van Schön een belangrijke inspiratiebron is geweest en gebleven voor normatieve professionalisering; tegelijk blijft het concept van de reflectieve praktijkwerker een belangrijke uitdaging om met name de pragmatische aspecten van professionele praktijken volledig recht te doen.
LINK
Rede, uitgesproken bij de openbare aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Professionalisering van de verpleging en verzorging in de ouderenzorg aan Tilburg University op 29 september 2023 door Prof. dr. Robbert J.J. Gobbens
DOCUMENT
Het doel van het project is om samen met HHU-partners te onderzoeken welke vaardigheden de (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst nodig heeft (fase 1) en komen tot oplossingsrichtingen om deze professionals goed toe te rusten (fase 2). Dit resulteert in een plan van aanpak. Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen en beoogde eindresultaten geformuleerd. Voor fase één is de vraag: Wat hebben (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessionals nodig om de zorg van de toekomst te leveren en wat is hierop van invloed? Met als beoogd eindresultaat een overzicht van vaardigheden die de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst nodig heeft, en waarbij de gemeenschappelijke opgave van zorg en welzijn helder is geworden. De vraag voor fase twee is welke oplossingsrichtingen bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. Hierbij wordt uiteindelijk een plan van aanpak opgeleverd met oplossingsrichtingen.
DOCUMENT
Andries Baart ontwikkelde de presentietheorie vanuit onderzoek naar de werkzaamheid van het oude-wijkenpastoraat. Op zoek naar de essentie van het werk van de pastores ontdekte hij dat hij ‘met verkeerde ogen’ keek; hij zocht naar problemen die door de pastores opgelost werden, hij keek of ze wel volgens een bepaald plan werkten en volgens effectief gebleken methoden. In zijn bijna duizend bladzijden tellende boek toont hij duidelijk aan dat het werk van de pastores, hoe zinvol ook, in geen enkele theorie lijkt te passen. Baart zette zich om die reden aan het ontwerpen van een nieuwe theorie: een theorie van de presentie. Baart heeft een theorie willen ontwerpen die vaststelt wat de betekenis is van ‘er te zijn’ voor iemand (Baart 2001).
DOCUMENT
Kwaliteit van samenleven in een stedelijke omgeving is een uitdagend onderwerp. In deze notitie is de context geschetst en zijn de eerste aanbevelingen gegeven op welke wijze de HU dit thema optimaal kan ontrafelen om het in te zetten ter versterking van (de kennisinstelling in) haar omgeving. Steden ontwikkelen zich sterk en snel, daaruit ontstaan allerlei kansen en bedreigingen. Tegelijkertijd is in steden ook de veranderkracht het grootst. Op verschillende manieren kan tegen deze ontwikkeling aangekeken worden. Het perspectief waarmee naar de stad gekeken wordt, leidt tevens tot een categorisering van de meest actuele thematieken en geeft een prioritering aan relevante vraagstukken. Hogeschool Utrecht staat midden in de samenleving en haar onderwijs en onderzoek draagt direct bij aan de kwaliteit van samenleven in de stedelijke omgeving. De specifieke unieke kenmerken van de stad Utrecht zijn daarbij van belang, waarbij Utrecht als proeftuin voor innovaties op het gebied van kwaliteit van samenleven in de stedelijke omgeving beschouwd wordt. Een inventarisatie van de verschillende perspectieven hoe een stad ‘beschouwd’ kan worden, leidt tot de driedeling: a. gezonde duurzame stad; b. sociale, zorgzame en rechtvaardige stad; en c. economisch sterke, creatieve en culturele stad. Lectoren opereren binnen deze driedeling, of begeven zich juist op de cross-overs tussen deze manieren om naar de stad te kijken. Een systeembenadering, waarbij kwaliteit van samenleven in de stad het overkoepelende thema is, is hierbij krachtig in het besef dat de stad leert, zich ontwikkelt en feitelijk ook als proces beschouwd kan worden.
DOCUMENT