In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Het Nederlandse bedrijfsleven is in hoge mate gedigitaliseerd. In 2016 had 91 procent van de Nederlandse bedrijven toegang tot internet, een percentage dat sindsdien a Ileen maar is toegeno-men. Minstens de helft van de bedrijven doet betalingen online en beheert digitaal vertrouwelijke gegeven. Door deze digitalisering zijn Nederlandse bedrijven ook vatbaar geworden voor cyberaanvallen, zoals het middels ransomware versleutelen van bestanden of het platleggen van een website via een DdoS aanval. Dergelijke aanvallen kunnen grote consequenties hebben voor bedrijven: van het verliezen van belangrijke data tot het platleggen van het bedrijfsproces. De schade van online crimi-naliteit voor de Nederlandse economie in 2014 besloeg ongeveer 1,5% van het BNP is, dus € 8,8 miljard. Uit een analyse van Deloitte blijkt dat cybercriminaliteit Nederlandse bedrijven en de overheid jaarlijks ongeveer 10 miljard euro kost. Het bovenstaande probleem van cybersecurity is mogelijk nog problematischer voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). Het mkb vormt de ruggengraat van de Nederlandse economie. Er zijn meer dan 1 miljoen mkb-bedrijven in Nederland, die gezamenlijk zorgen voor meer dan drie miljoen ban en en een totale omzet van 858 mil-jard euro.4 Deze grote groep mkb'ers, met een belangrijke rol in de Nederlandse economie, blijkt echter relatief vaak slachtoffer van cyberaanvallen te worden.5 Dit probleem wordt versterkt doordat het mkb onvoldoende middelen, kennis en toegang tot kennis heeft om cyberdreigingen te onderkennen en zich vervolgens weerbaar te maken. Basale beveiligingsmaatregelen, zoals het updaten van software, het gebruik van sterke wachtwoorden of het maken van back-ups van belangrijke bestanden, worden vaak niet genomen.6 Tenslotte liggen ondernemers met name wakker van sociaaleco-nomische ontwikkelingen. Mkb-ondernemers achten zichzelf veelal niet interessant genoeg voor cybercriminelen en zien on line criminaliteit niet als een van de belangrijkste risico's voor de or-ganisatie. Door het hierboven beschreven risico van onvoldoende kennis, middelen, genomen maatregelen en risicobewustzijn lijkt cybersecurity een aanzienlijk probleem voor het mkb en daarmee de Nederlandse samenleving in zijn geheel. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/raoul-nott%C3%A9-290b6661/ https://www.linkedin.com/in/lisanne-slot-82039642/ https://www.linkedin.com/in/susanne-van-t-hoff-de-goede/ https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/