In response to demographic changes in the Netherlands, schools in the Dutch higher education sector aim to develop and implement diversity policies and interventions to increase the representation of ethnic minorities in the work place. How can such a structural movement for diversity development within an institution for higher education be achieved? This is the central research question in our study. In order to answer this question, we implemented a set of five interrelated diversity innovations in a relatively homogeneous school for higher education. The innovations were designed to increase both recruitment and retention of minority workers and an inclusive organisation culture where the extra value of diversity is appreciated and utilized. The outcomes of the interventions were studied, using various research methods such as interviews and observations. The analysis shows that the interventions have indeed stimulated an active involvement for diversity development in the organization. They increased the visibility in the minority community of the school as a potential employer that values diversity. They raised the awareness of both minority and majority employees in the school of the importance of diversity for the quality of their work, and showed them ways to make better use of this diversity. For the organization, they increased awareness of which organizational strategies, policies and practices can be used to become more diverse and make better use of the diversity that is present in the organisation. And most important, they increased the intention to actively integrate diversity in all organizational practices. These results underline the importance of involving all organizational members in designing and implementing diversity policies.
DOCUMENT
Er zijn tegengestelde trends zichtbaar. Enerzijds is de samenleving erop uit minder in te grijpen in de privésfeer en de oplossing van problemen rond opgroeien en veiligheid zo veel mogelijk bij de jeugdigen, het gezin en het sociale netwerk te laten. Anderzijds willen steeds meer partijen (zoals gemeenten) gedwongen ingrijpen achter de voordeur juist beter mogelijk maken, vanuit zorg voor de onveiligheid van kinderen of de samenleving. Er is behoefte aan een heldere visie op een verantwoorde jeugdhulp, waarin het perspectief op veiligheid en het perspectief op verandering vanuit eigen kracht goed samen kunnen gaan. Waarin beide perspectieven tot hun recht kunnen komen als de situatie daarom vraagt en waarin zowel de gemeentelijke overheid als professionals zich baseren op de wetenschappelijke kennisbasis van het werken binnen en buiten het gedwongen kader. Zodat adequaat gereageerd kan worden op situaties waarin de veiligheid van kinderen in gevaar is, of waarin kinderen (jeugdigen) door hun gedrag onveiligheid veroorzaken.
DOCUMENT
Professionals in de ggz hebben meer dan gemiddeld zelf ervaring met psychische problemen. Die kunnen ze inzetten bij het herstelproces van cliënten in de ggz. Vooral sociaal werkers hebben daarin een voorsprong, zegt onderzoeker Simona Karbouniaris
DOCUMENT
We hebben hoge verwachtingen van leraren als het gaat om de kwaliteit van hun lessen, maar er is nauwelijks tijd om goede lessen voor te bereiden. Kernvraag van de podcastreeks is of het verlagen van het aantal lesuren van leraren ten gunste van (gezamenlijke) ontwikkeltijd kan bijdrage aan betere lessen.In deze zesde aflevering kiezen we voor een wat ander perspectief. In de vorige afleveringen zijn we telkens in gesprek gegaan met en over leraren en wat zij nodig hadden. Het ging daarbij ook vaak over wat van belang is voor leerlingen, zonder nog leerlingen zelf aan het woord te laten. In deze aflevering willen we daarover ook met hen in gesprek gaan. Kernvraag is hoe leerlingen aankijken tegen onderwijstijd, hoe effectief zij de onderwijstijd op dit moment ervaren, en of zij het wenselijk vinden om minder lestijd te hebben. Hun beelden worden aangevuld met resultaten uit het langlopende internationale onderzoek Health Behaviour in School-aged Children waarin onder andere geconstateerd wordt dat de schooldruk die jongeren ervaren de afgelopen 20 jaar verdrievoudigd is. Dat roept o.a. de vraag op in hoeverre het verminderen van het aantal lesuren kan leiden tot een verlaging of een verhoging van de ervaren schooldruk.We gaan in deze aflevering in gesprek met Roukaya el Hassani , oudleerling van het Lumion College en student aan de lerarenopleiding Pedagogiek en Biologie van de HvA, Katerina Kourchine, leerling aan het Zuiderlicht College en de Nederlandse Ballet Academie en Margreet de Looze , Universiteit Utrecht en betrokken bij het langlopende internationale onderzoek Health Behaviour in School-aged Children.
LINK
De huidige preventiecampagne rond COVID-19 wil ons tot meer hygiëne en meer ‘sociale afstand’ brengen om zo het besmettingsrisico te verkleinen. Het is een breedspectrum-campagne langs de weg van het fear appeal, waarin de ernst van het risico ons tot verstandig gedrag moet bewegen. Dat is een mooie gedachte, maar – zoals ik al eerder schreef – niet genoeg. We kunnen ons na afgelopen weekend wellicht beklagen dat ‘veel mensen zo dom zijn om zich niet verstandig te gedragen’, maar het lijkt me gepaster om onszelf af te vragen ‘hoe konden we zo naïef zijn om te denken dat dit voldoende zou werken’? Zeker omdat er de dagen ervoor al genoeg signalen van het tegendeel te zien waren?
LINK
Steenwijkerland heeft zich voorgenomen om haar inwoners met hun hulpvragen meer centraal te stellen. Dit wil zij onder andere bereiken door de teams met als specialisatie Jeugd, Wmo of Participatie integraal te laten werken met elkaar, voor zover de hulpvraag van de inwoner daartoe aanleiding geeft. Omdat de teams Jeugd en Wmo al eerder geïntegreerd waren, wilde men van die ervaringen leren. Het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (Werkplaats Sociaal Domein regio Zwolle) van hogeschool Viaa is gevraagd dit proces met onderzoek te begeleiden. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: “Welke werkzame elementen van integraal werken in de gemeente Steenwijkerland kunnen doorontwikkeld worden?”
DOCUMENT
Gymleerkrachten zijn als beweegprofessional dagelijks bezig om bij te dragen aan een leven lang bewegen van de leerlingen. Omdat kinderen steeds minder en minder goed bewegen is het ’leren bewegen’ hier ook onderdeel van. In het boek ‘Leer Bewegen!’ wordt op basis van de laatste inzichten rondom motorisch leren handvatten gegeven voor beweegprofessionals om het leren bewegen zo goed mogelijk te begeleiden en stimuleren.
DOCUMENT
Inleiding Het tweejarige onderzoeksproject ‘Dierzaam’ richt zich op het verleiden van consumenten om duurzaam geproduceerd vlees te kopen in plaats van regulier vlees. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het veranderen van eetpatronen naar minder en beter vlees, naar geheel geen vlees of de overstap naar kweekvlees, vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van de keuze van consumenten voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan de gewenste verandering richting ‘minder en beter
DOCUMENT
e term ‘nieuwe businessmodellen’ is vooral te vinden in het discours over duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen en de deeleconomie. Dit discours zit vol verwijzingen naar sociale en collectieve termen als bottom-up, grassroots, crowds en communities. Het suggereert anders denken en doen, meer verbondenheid, duurzaamheid. Het internet fungeert hierbij als faciliterende factor. Dat internet democratiseert, verenigt en socialiseert, is een algemeen geaccepteerd idee.1 De hiërarchie als organisatie-tool maakt door het internet plaats voor zelforganisatie, zelfsturing, netwerkverbanden en coöperaties in zowel het business- als het politieke domein. Maar de nieuwe businessmodellen en zelforganisatie dienen echter niet per se de goede zaak. Ook de nieuwe businessmodellen zijn nog steeds gericht op winstmaximalisatie in euro’s. En dat is niet gek: de transitie staat pas aan het begin, waardoor er nog voldoende ruimte is voor het oude afrekenmodel. Er is nu zelfs eerder sprake van meer dan van minder piranha-economie én van minder compassionate capitalism. Dat dit zou gebeuren, werd twintig jaar geleden al begrepen, maar dat inzicht is in het marketinggeweld van tech-bedrijven ondergesneeuwd.
LINK
Openbare les van dr. Katerina Jerkovic-Cosic. De belangrijkste mondziekten zoals cariës (tandbederf), parodontitis (tandvleesontsteking) en mondkanker, worden net als welvaartsziekten veroorzaakt door een ongezonde leefstijl en zijn door middel van preventie te voorkomen. Een groot deel van de Nederlandse bevolking gaat minimaal één keer per jaar naar een tandarts of mondhygiënist voor een controle. Toch is mondzorg in Nederland nog steeds veelal gericht op curatie en minder op preventie. Het overgrote deel van de geleverde mondzorg is gericht op herstel, terwijl veel minder activiteiten zijn gericht op het voorkomen van mondziekten, door bijvoorbeeld aanpassing in de leefstijl of mondverzorging. De noodzaak voor preventie wordt steeds duidelijker. Een van de redenen is de enorme stijging van de zorgkosten.
DOCUMENT