De Politieacademie heeft binnen het politiebestel de taak om wetenschappelijk onderzoek te verrichten en uit te besteden ten behoeve van de politie. Met ingang van 2015 is de strategische onderzoeksagenda voor de politie leidend voor dit onderzoek (Janssen & Venderbosch, 2014). De Politieacademie formuleert deze agenda met input van de Nationale Politie en wetenschappers en de minister van V&J stelt hem vast. De Politieacademie krijgt daarmee de verantwoordelijkheid voor de programmering van het onderzoek ten behoeve van de politie. Een belangrijk aspect van de zorg voor kwaliteit van het onderzoek is de doorwerking van politiekundige kennis in het politieonderwijs en de politiepraktijk. Om deze taak goed op zich te kunnen nemen wil de directeur Kennis & Onderzoek van de Politieacademie inzicht krijgen in de verschillende vormen van politiegerelateerd onderzoek in Nederland
DOCUMENT
Het Samen Opleiden traject De Noord- Hollandse SamenScholing (NHS) is een samenwerking tussen pabo Inholland Alkmaar en vijf schoolbesturen in het primair onderwijs uit de regio. Het doel is om studenten op te leiden tot reflectieve, contextbewuste leraren. Dit opleiden gebeurt in een hybride leeromgeving waarin opleiding en werkveld samenwerken in leerteams. De op deze wijze opgeleide leraren benutten onderzoekend vermogen in hun dagelijks handelen om continue af te kunnen stemmen op wat leerlingen nodig hebben. Deze leerteams bestaan uit eersteen tweedejaarsstudenten, een instituuts- en een schoolopleider. Het lectoraat De Pedagogische Opdracht (DPO) van Inholland legde de theoretische basis voor het definiëren en bevorderen van de reflectieve en contextbewuste professionaliteit van de (aanstaande) leraren en voor het definiëren van de plaats en functie van onderzoekend vermogen in dit proces. Daarnaast volgden de onderzoekers van het lectoraat DPO de leerteams gedurende het eerste jaar om middels actieonderzoek te verkennen hoe reflectiviteit en contextbewustzijn bij studenten versterkt kan worden en hoe zij hiervoor hun onderzoekend vermogen kunnen benutten. Er is in kaart gebracht wat dit betekent voor het samen werken en leren in leerteams en wat dit betekent voor de rol van de lerarenopleider. In dit artikel gaan we allereerst dieper in op de concepten die in het ontwerp en de werkwijze van de leerteams als theoretische basis zijn benut. Vervolgens lichten we toe op welke wijze de onderzoekers met de lerarenopleiders in de leerteams hebben samengewerkt, hoe het proces is verlopen, welke keuzes zijn gemaakt en wat de inzichten zijn. De citaten die de theorie illustreren zijn afkomstig uit actieonderzoek dat onderzoekers van het lectoraat samen met de lerarenopleiders hebben verricht.
DOCUMENT
Een competent NT2-docent houdt ontwikkelingen in zijn/haar vakgebied bij: professionaliseren is een must. Wanneer onderwijsprofessionals kennisnemen van inzichten uit onderzoek over wat werkt (en wat niet), kunnen zij hun onderwijs ‘evidence-informed’ vormgeven en vernieuwen. Dat vereist natuurlijk wel dat docenten weten wat werkt en daarvoor is toegang tot wetenschappelijke kennis nodig. Internationaal onderzoek laat echter zien dat het professionals in de onderwijspraktijk vaak schort aan tijd en middelen om kennis te nemen van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Een gevolg daarvan zou kunnen zijn dat het onderwijs te weinig vernieuwt en/of dat vernieuwingen die wel plaatsvinden niet evidence-informed zijn. De onderwijsinspectie concludeerde recent dat het lerend vermogen van het onderwijs inderdaad relatief klein is in vergelijking met andere disciplines, en dat onderwijsvernieuwing te weinig systematisch plaatsvindt en onvoldoende duurzaam is (Inspectie van het onderwijs, 2019). Daar zijn ongetwijfeld vele redenen voor, maar één ervan is dat de afstand tussen onderwijs en onderzoek vrij groot is. Er vindt nog weinig kennisdeling plaats tussen wetenschap en de onderwijspraktijk in vergelijking met sommige andere disciplines.
DOCUMENT
De gemeenten Wageningen en Ede, woningcorporatie Idealis, Wageningen University & Research (WUR) en Christelijke Hogeschool Ede (CHE) willen de kennis en expertise van de aanwezige studenten en kennisinstellingen inzetten voor lokale maatschappelijke opgaves in de directe leefomgeving. We willen toewerken naar een duurzaam netwerk van betrokken personen en partijen: Ede Wageningen Samen Stad Maken. Hiermee bouwen we voort op de ervaringen die de CDKM partners het afgelopen CDKM jaar hebben opgedaan. Met deze aanvraag willen we twee verbinders aanstellen per stad; één verbinder in Ede bij de CHE en één verbinder in Wageningen bij de WUR. Deze verbinders verstevigen de samenwerking tussen gemeenten, onderwijsinstellingen en Idealis waarbij wordt uitgegaan van de inhoudelijke thema’s zoals vastgelegd in de Strategische agenda gemeente Ede-CHE en de Stadsagenda gemeente Wageningen-WUR. Aan deze inhoudelijke thema’s werken we samen als CDKM partners binnen projecten. Dit zijn bestaande projecten en / of activiteiten in Ede en Wageningen waarin krachten worden gebundeld om oplossingen te bieden aan lokale maatschappelijke vraagstukken. Per stad willen we drie á vijf CDKM projecten selecteren met behulp van vooropgestelde criteria. De projecten kunnen verschillend zijn van opzet; van Living Lab, proeftuin tot werkplaats. De CDKM projecten bieden de mogelijkheid om op een structurele wijze real life vraagstukken te verbinden aan het reguliere onderwijs van CHE en WUR. De projecten die we adopteren bieden een rijke leeromgeving waarin studenten op een ervaringsgerichte manier hun academische en professionele vaardigheden kunnen ontdekken en ontwikkelen zoals ondernemerschap, samenwerken en het begrijpen en faciliteren van duurzame maatschappelijke transities. De CDKM projecten zijn daarnaast ook het middel om de samenwerking te versterken tussen de CDKM partners. Met deze werkwijze verankeren we het werken aan lokale maatschappelijke opgaves binnen het onderwijs en onderzoek en werken toe naar groei van studenteninzet in de steden.
Bedrijven en organisaties uit de KWD-sector (Kantoren, Winkels en Dienstverlening) vertegenwoordigen maar liefst 5,3 miljoen ton bedrijfsafval per jaar. De inzameling van bedrijfsafval wordt door verschillende verwerkers grootschalig en laagfrequent uitgevoerd met dieselwagens, waardoor slechts de helft van de KWD-afvalstroom wordt gerecycled. Overheden en inzamelbedrijven zijn daarom op zoek naar nieuwe logistieke concepten die, in lijn met de ambities voor een Circulaire Economie, een lage milieudruk en positieve sociale impact hebben. Een consortium bestaande uit de gemeente Amsterdam afdeling bedrijfsafval, afvalverwerker Renewi, logistiek bedrijf ZOEV City, sociaal leer- en werkbedrijf Pantar en HvA Centre of Expertise Urban Technology (CoE UT) realiseert een pilot om een nieuw logistiek afvalinzamelingsconcept te testen. Inzameling door verschillende dieselvuilnisauto’s wordt vervangen door collectieve inzameling op aanvraag door kleine elektrische auto’s die het afval naar een nabijgelegen overslagpunt brengen, waarna het afval per schip naar de verwerker gebracht wordt. Het consortium wil onderzoeken hoe en in welke mate het vernieuwende logistieke concept bijdraagt aan een combinatie van logistieke, milieukundige en sociale impact. Naast de voorgenoemde kennisontwikkeling, wil het consortium de kennis ook delen en het netwerk uitbreiden, om de transitie naar een circulaire stad te versnellen. In overleg met het consortium monitoren de onderzoekers van de HvA, gedurende de implementatie van het nieuwe logistieke concept, de logistieke en milieukundige impact, en de beleving onder deelnemers. Het project levert de volgende deliverables op: • Datasets van de impact van het oude en het nieuwe logistieke inzamelconcept • Tussen- en eindrapportage van het monitoringsonderzoek inclusief inzicht in sociaal-technische implicaties die impactresultaten op grotere schaal kunnen beïnvloeden • Bijdrage aan netwerkvorming, vraagarticulatie en onderzoeksplan ten behoeve van een RAAK-pro onderzoeksvoorstel rondom circulaire afvallogistiek in de stad. • Bijdrage aan HvA onderwijs en onderzoek (stadslogistiek en circulaire business modellen)
Visie; ontwerpprincipes; uitwerking ontwerp; uitvoeringsplan; evaluatie; onderzoek naar behoeftes, do's and dont's, monitoringsonderzoek en evaluatieonderzoek.Ontwerpen, in werking stellen en evalueren van onderwijszorgvoorziening voor kinderen met ASS die substantiële ondersteuning vanuit de zorg nodig hebben. De Talentklass is een onderdeel van deze voorziening. De voorziening wordt doorontwikkeld tot een expertisecentrum.