The European Open Platform for Prescribing Education (EurOP2 E) seeks to improve and harmonize European clinical pharmacology and therapeutics (CPT) education by facilitating international collaboration and sharing problem-based, online, open educational resources. The COVID-19 pandemic forced teachers to switch to virtual modalities, highlighting the need for high-quality online teaching materials. The goal of this study was to establish the online problem-based teaching resources needed to sustain prescribing education during the pandemic and thereafter. A nominal group technique study was conducted with prescribing teachers from 15 European countries. Results were analyzed through thematic analysis. In four meetings, 20 teachers from 15 countries proposed and ranked 35 teaching materials. According to the participants, the most necessary problem-based-online teaching materials related to three overarching themes. Related to learning outcomes for CPT, participants proposed creating prescription scenarios, including materials focusing on background knowledge and resources on personalized medicine and topical/ethical issues such as the prescription’s impact on planetary health. Second, related to teaching, they proposed online case discussions, gamification and decision support systems. Finally, in relation to faculty development, they recommend teacher courses, a repository of reusable exam questions and harmonized formularies. Future work will aim to collaboratively produce such materials.
DOCUMENT
Background Identify and establish consensus regarding potential prognostic factors for the development of chronic pain after a first episode of idiopathic, non-traumatic neck pain. Design This study used two consensus group methods: a modified Nominal Group (m-NGT) and a Delphi Technique. Methods The goal of the m-NGT was to obtain and categorize a list of potential modifiable prognostic factors. These factors were presented to a multidisciplinary panel in a two-round Delphi survey, which was conducted between November 2018 and January 2020. The participants were asked whether factors identified are of prognostic value, whether these factors are modifiable, and how to measure these factors in clinical practice. Consensus was a priori defined as 70% agreement among participants. Results Eighty-four factors were identified and grouped into seven categories during the expert meeting using the modified NGT. A workgroup reduced the list to 47 factors and grouped them into 12 categories. Of these factors, 26 were found to be potentially prognostic for chronification of neck pain (> 70% agreement). Twenty-one out of these 26 factors were found to be potentially modifiable by physiotherapists based on a two-round Delphi survey. Conclusion Based on an expert meeting (m-NGT) and a two-round Delphi survey, our study documents consensus (> 70%) on 26 prognostic factors. Twenty-one out of these 26 factors were found to be modifiable, and most factors were psychological in nature.
DOCUMENT
Ongeveer 5000 kinderen in Nederland gebruiken handmatig bediende rolstoelen voor hun dagelijkse mobiliteit. Het lijkt echter dat de momenteel gebruikte rolstoelen vaak ongeschikt zijn voor kinderen. Ze zijn ofwel te zwaar, te onhandelbaar, of voldoen niet adequaat aan de behoeften van het kind om deel te nemen aan het dagelijkse leven (Sol et al., 2021). Bovendien is het proces van het verkrijgen van een optimale rolstoel complex en tijdrovend, waarbij veel verschillende belanghebbenden betrokken zijn in de aanvraagprocedure (Gowran et al., 2021).Doel: Het doel van OPTIMA is inzicht te krijgen in de potentiële en belemmerende factoren van het proces van het verstrekken van kinderrolstoelen.Methode: Binnen dit onderzoek zijn 4 deelstudies uitgevoerd: 1. Focusgroep onderzoek met afzonderlijke stakeholdergroepen, 2. Vragenlijstonderzoek bij alle stakeholdergroepen in NL, 3. Kostenonderzoek middels microcosting approach en beleidsanalyse van huidige kaders, 4. Nominal Group Technique: bijeenkomst met alle stakeholders om de voorlopige uitkomsten te prioriteren en aanbevelingen voor vervolg te formuleren.Het Procesbeschrijving Hulpmiddelenzorg (Nictiz 2009) is gebruikt als raamwerk voor het opzetten van alle deelstudies.Resultaten:De uitkomsten van de focusgroepen uit het eerste werkpakket hebben de volgende thema’s: kennis en expertise, verwerkingstijd, gedeelde besluitvorming (verwachtingen en verantwoordelijkheid), duur van het proces en groei. Het vragenlijstonderzoek heeft het volgende opgeleverd: WMO-adviseurs, leveranciers en fabrikanten het gemiddelde gewicht van kinderrolstoelen onderschatten in vergelijking met de schattingen van ouders. Gedeelde besluitvorming wordt niet consistent bereikt, en ouders voelen zich uitgesloten op bepaalde gebieden. Beoordelingen van kennis en expertise verschillen tussen belanghebbenden: WMO-adviseurs (gemiddelde = 5,3), ouders (gemiddelde = 5,9), fysiotherapeuten en ergotherapeuten (gemiddelde = 7,6) en fabrikanten (gemiddelde = 8,1). Belanghebbenden geven prioriteit aan “goed zitten” in kinderrolstoelen, terwijl gewicht en uiterlijk minder aandacht krijgen. Kostenonderzoek & beleidsanalyse: Gemiddelde tijd die ouders kwijt zijn aan het gehele proces is 30 uur, reistijd en reiskosten voor ouders en leveranciers: gemiddeld 30 euro per afspraak. Het totaal aan kosten voor gehele proces (huurprijs van de rolstoel, afspraken voor passingen, levertijd, levering en reparatie) is geheel afhankelijk van complexiteit van de rolstoel, nieuw of herverstrekt product, kennis en expertise van ouders, leveranciers en zorgprofessionals en de woonplaats van ouders. Beleidsanalyse maakt duidelijk dat de wettelijke en beleidskaders: WMO (2017) en verordeningen per gemeente, AVG (2018), MDR (EU wetgeving betreffende medische hulpmiddelen, 2017), Landelijk Normenkader Hulpmiddelen (2020) bijdragen aan complexiteit van het proces en verminderde flexibiliteit bij leveranciers en gemeenten. Nominal Group Technique (NGT): voorlopige uitkomsten van de deelstudies 1,2 & 3 worden voorgelegd aan een afvaardiging van alle stakeholders, waarbij elke mening gelijk is in het prioriteren van de aanbevelingen ten behoeve van het verstrekkingsproces voor kinderrolstoelen in NL. Dit vindt in oktober ’23 plaats.Conclusies: Dit onderzoek benadrukt kritieke verschillen en uitdagingen binnen het proces van het verkrijgen van een kinderrolstoel, waarbij de noodzaak van verbeterde communicatie, gedeelde besluitvorming en afstemming tussen belanghebbenden wordt benadrukt om de algehele ervaring en resultaten voor kinderen en hun families te verbeteren.
DOCUMENT