PurposeThis study investigates patients’ experiences of interaction with their healthcare professionals (HCPs) during cancer treatment and identifies elements that HCPs can utilize to improve cancer care provision.MethodsPubMed, CINAHL, PsycINFO, SCOPUS, and Embase were systematically searched for relevant studies published from January 2010 until February 2022. Qualitative studies investigating adult patients’ perspectives on their interaction with HCPs during cancer treatment were included. Studies conducted during the diagnosis or end-of-life treatment phase were excluded. Duplicate removal, screening, and quality appraisal were independently performed by four reviewers using Covidence.org. We performed a thematic meta-synthesis of qualitative data extracted from studies meeting the quality criteria in three stages: excerpts coding, codes categorization, and theme identification by merging similar categories.ResultsEighty-eight studies were included for quality appraisal, of which 50 papers met the quality inclusion criteria. Three themes were identified as essential to positively perceived patient-HCP interaction: “Support, respect and agency”, “Quantity, timing, and clarity of information”, and “Confidence, honesty, and expertise”. Overall, patients experienced positive interaction with HCPs when the approach was person-centered and when HCPs possessed strong interpersonal skills. However, patients expressed negative experiences when their preferences regarding communication and the type of personal support needed were ignored.ConclusionsThis meta-synthesis emphasizes the importance for HCPs to recognize all patients’ needs, including communication and personal support preferences, to provide high-quality care. Consequently, healthcare professionals should continuously train their verbal and non-verbal communication, empathy, active listening, and collaboration skills during their undergraduate and continuing education.
MULTIFILE
Integrating culture into the behavioural models of virtual characters requires knowledge from very different disciplines such as cross-cultural psychology and computer science. If culture-related behavioural differences are simulated with a virtual character system, users might not necessarily understand the intent of the designer. This is, in part, due to the influence of culture on not only users, but also designers. To gain a greater understanding of the instantiation of culture in the behaviour of virtual characters, and on this potential mismatch between designer and user, we have conducted two experiments. In these experiments, we tried to simulate one dimension of culture (Masculinity vs. Femininity) in the behaviour of virtual characters. We created four scenarios in the first experiment and six in the second. In each of these scenarios, the same two characters interact with each other. The verbal and non-verbal behaviour of these characters differs depending on their cultural scripts. In two user perception studies, we investigated how these differences are judged by human participants with different cultural backgrounds. Besides expected differences between participants from Masculine and Feminine countries, we found significant differences in perception between participants from Individualistic and Collectivistic countries. We also found that the user’s interpretation of the character’s motivation had a significant influence on the perception of the scenarios. Based on our findings, we give recommendations for researchers that aim to design culture-specific behaviours for virtual characters.
LINK
Imagery Rehearsal Therapy (IRT) is effective for trauma-related nightmares and is also a challenge to patients in finding access to their traumatic memories, because these are saved in non-verbal, visual, or audiovisual language. Art therapy (AT) is an experiential treatment that addresses images rather than words. This study investigates the possibility of an IRT-AT combination. Systematic literature review and field research was conducted, and the integration of theoretical and practice-based knowledge resulted in a framework for Imagery Rehearsal-based Art Therapy (IR-AT). The added value of AT in IRT appears to be more readily gaining access to traumatic experiences, living through feelings, and breaking through avoidance. Exposure and re-scripting take place more indirectly, experientially and sometimes in a playlike manner using art assignments and materials. In the artwork, imagination, play and fantasy offer creative space to stop the vicious circle of nightmares by changing theme, story line, ending, or any part of the dream into a more positive and acceptable one. IR-AT emerges as a promising method for treatment, and could be especially useful for patients who benefit least from verbal exposure techniques. This description of IR-AT offers a base for further research.
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.
Het project 'CAR(E)TOGRAPHY: Kunst en zorg in kaart' richt zich op de wisselwerking tussen kunst en zorg, waarbij beide sectoren elkaar verrijken en vernieuwen. In de zorg wordt steeds meer geëxperimenteerd met kunst als een manier om vernieuwing te brengen. Omgekeerd zouden de kunstenaars en ontwerpers ook van zorgprofessionals kunnen leren over zorgdragen, communiceren in een non-verbale context en het belang van proces boven het eindresultaat. Een inspirerend voorbeeld van zo’n samenwerking tussen kunst en zorg is te vinden bij Reinaerde De Heygraeff, waar het programma Re-creatie kunstenaars, ontwerpers, zorgprofessionals en cliënten samenbrengt. Op deze beschutte woonzorglocatie wonen ruim 160 mensen met een ernstige verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Hier wordt al sinds 2018 geëxperimenteerd met de integratie van kunst en creativiteit in de dagelijkse zorgpraktijk, wat heeft geleid tot een duurzame transdisciplinaire samenwerking. Desondanks blijft het een uitdaging om de exacte werking van kunst in de zorg te begrijpen. Welke elementen zijn essentieel voor succesvolle samenwerkingen? Wat kunnen we leren van initiatieven zoals Re-creatie? En hoe kunnen we deze kennis delen met andere zorginstellingen en kunstpraktijken? Om deze vragen te beantwoorden, zetten we in dit project artistieke mapping methoden in om de interactie tussen kunst en zorg (en de complexiteit daarvan) te onderzoeken, documenteren en delen. Het doel is om de gemeenschap die op De Heygraeff is ontstaan beter te begrijpen en expliciet te maken hoe kunst en zorg met elkaar interageren. Door dit letterlijk in kaart te brengen, creëert CAR(E)TOGRAPHY een gedetailleerd beeld van de complexe wisselwerking tussen kunst en zorg. Dit maakt niet alleen een diepgaand begrip van de situatie mogelijk, maar maakt de bevindingen ook bruikbaar voor anderen die in vergelijkbare praktijken werken. De gemaakte kaarten functioneren dus uiteindelijk als documentatie- en navigatiemiddel in het grensgebied tussen kunst en zorg.
In Nederland wonen 80.000 mensen met dementie in zorginstellingen. Om goede zorg te kunnen verlenen is goede communicatie tussen de zorgverlener en de zorgontvanger noodzakelijk. Communicatie tussen een persoon met dementie en zorgprofessionals is lastig. Bij dementie zijn vaak zowel het spreken als begrijpen van taal beperkt (Ripich 1994) door problemen in het geheugen en woordvindingsproblemen. Het niet meer kunnen uiten van behoeftes en wensen via spreken, wordt door mensen met een dementie dikwijls (onbewust) gecompenseerd met non-verbale, gedragsmatige manieren van communiceren, bijvoorbeeld door zich terug te trekken, of juist opstandig te worden. Zorgprofessionals rapporteren dat zij moeite hebben om te achterhalen wat er precies in het hoofd omgaat wanneer mensen met dementie ‘onbegrepen gedrag’ vertonen en welke technieken zorgprofessionals kunnen inzetten om de communicatie open te houden (Groot 2019). In Nederland zijn verschillende interventies ontwikkeld om de communicatie tussen zorgprofessionals en mensen met dementie te verbeteren. Deze blijken de praktijk echter nauwelijks te bereiken, of de doorwerking te missen die nodig is. Opvallend is dat er nauwelijks interprofessionele samenwerking is tussen de logopedisten, experts op het gebied van taal(problemen) en communicatie, en verzorgenden of verpleegkundigen. Een combinatie van expertise op het gebied van dementie, neurologische taalstoornissen en implementatie van interventies is noodzakelijk om de communicatie en daarmee optimale, persoonsgerichte zorg voor mensen met dementie te verbeteren. Het consortium bundelt expertise op het gebied van dementie, neurologische taalproblemen en implementatie. Binnen een zorginstelling worden belemmerende en faciliterende factoren geïdentificeerd om optimale communicatie met mensen met dementie te bewerkstelligen op alle niveaus in de organisatie. Dit leidt enerzijds tot een concreet advies aan de betrokken instelling over het optimaliseren van de communicatie tussen zorgprofessionals en mensen met dementie in de veronderstelling dat onbegrepen gedrag zal verminderen. Anderzijds geeft deze analyse input voor een gezamenlijk te formuleren RAAK-Publiek project.