Inleiding Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in het gebruik van vitamine D-suppletie onder thuiswonende 70-plussers en dit te vergelijken met de vitamine D-suppletie uit de Voedselconsumptiepeiling 2010-2012 onder 70-plussers (VCP 70+). Als secundaire vraagstelling werd onderzocht of er een samenhang bestaat tussen kwetsbaarheid en het opvolgen van het vitamine D-suppletieadvies. Methode Dit onderzoek werd uitgevoerd als een substudie van een gerandomiseerde interventiestudie, het Consu-MEER-onderzoek. Voor deze substudie werden de nulmetingen van 94 thuiswonende 70-plussers gebruikt. Het gebruik van supplementen die vitamine D bevatten werd nagevraagd en gecategoriseerd als ‘voldoende’ (≥20 μg/dag), ‘onvoldoende’ (<20 μg/dag) of ‘niet’. Kwetsbaarheid werd beoordeeld op basis van de Fried frailty criteria. Een deelnemer werd gecategoriseerd als ‘kwetsbaar’ wanneer 3 van de criteria van toepassing waren, en als ‘pre-kwetsbaar’ wanneer 1 of 2 van de criteria van toepassing waren. Eventuele verschillen met de gerapporteerde vitamine D-suppletie uit de VCP 70+ werden getoetst met binomiale toetsen. De Fisher’s exact test werd gebruikt om de samenhang tussen vitamine D-suppletie en kwetsbaarheid te toetsen. Resultaten Het percentage thuiswonende ouderen (gemiddelde leeftijd 80,8 jaar, 61,7% vrouw) dat zich hield aan het vitamine D-suppletieadvies was 51% (mannen 44,4%, vrouwen 55,2%). Dit was significant hoger dan de suppletie onder de VCP-populatie (23%, p<0,001). Zeven deelnemers werden gecategoriseerd als ‘kwetsbaar’, 42 als ‘pre-kwetsbaar’. Er was geen verschil in suppletie conform advies tussen de drie kwetsbaarheidscategorieën (p=0,387). Conclusie Dit onderzoek laat zien dat het vitamine D-suppletieadvies voor ouderen van 70 jaar en ouder van de Gezondheidsraad nog steeds onvoldoende wordt opgevolgd, ook door meer kwetsbare thuiswonende ouderen. Blijvende aandacht voor adequate suppletie blijft noodzakelijk. Tevens wordt aanbevolen om ook de meer kwetsbare groep mee te nemen in de komende VCP.
MULTIFILE
In opdracht van de ministeries van VWS en LNV is 29 september 2017 de Taskforce Gezond Eten met Ouderen formeel van start gegaan. De opdracht van de Taskforce bestond uit drie elementen: -Bestaande kennis en ervaringen rond gezond en duurzaam eten bij ouderen beschikbaar maken voor alle relevante partijen. -In kaart brengen wat en hoe alle partijen in het veld nog meer kunnen bijdragen aan een gezonder en duurzaam voedingspatroon van ouderen. -Streven naar verbinding van initiatieven en kennisontsluiting op een dusdanige manier dat die ingezet kan worden voor daadwerkelijke verbetering, verandering en uitbreiding van (goede) maaltijdzorg. Dit vraagt ook om het blootleggen van knelpunten.
MULTIFILE
Diëtisten en mondhygiënisten hebben de HAN en de HU benaderd met de vraag hen te helpen bij het tijdig signaleren van problemen op het raakvlak mondgezondheid en voeding. Veel thuiswonende ouderen ervaren problemen met mondgezondheid en voedingsinname. Er is samenhang tussen beide problemen; bijv. pijn bij het kauwen kan leiden tot slechte voedingsinname. Tijdige signalering en aanpak van problemen t.a.v. voeding of mondgezondheid dragen bij aan betere kwaliteit van leven van ouderen en aan betere zorg. Mondhygiënisten en diëtisten zijn zich bewust van de samenhang tussen voeding en mondgezondheid, maar herkennen onvoldoende wanneer doorverwijzing naar de andere discipline wenselijk is en welke informatie deze discipline dan nodig heeft. In een consortium van praktijken van mondhygiënisten en diëtisten en betreffende beroepsverenigingen wordt daarom onderzocht welke vragen mondhygiënisten kunnen stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen op het terrein van voedingsinname in kaart te brengen en welke vragen diëtisten kunnen stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen met mondgezondheid te signaleren. Hiertoe worden risicofactoren voor slechte mondgezondheid in relatie tot voeding en vice versa in kaart gebracht (wp1), worden vragenlijsten ontwikkeld die de mondhygiënist en de diëtist kunnen toepassen om risico’s te identificeren (wp2), wordt dezelfde vragenlijst landelijk uitgezet om inzicht te krijgen in de prevalentie van risicofactoren op het kruispunt van voedingsproblemen en mondgezondheid (wp3) en wordt middels focusgroepen en interviews onderzocht hoe optimale samenwerking er uit ziet tussen mondhygiënisten en diëtisten en tussen mondhygiënisten/diëtisten en andere zorgprofessionals en hoe optimale zorg rond voeding en mondzorg er volgens ouderen uit zou moeten zien (wp4). Het project sluit af met een symposium (wp5). In dit onderzoek combineren HAN en HU complementaire disciplines: Voeding & Diëtetiek (HAN) en Mondzorgkunde (HU). Resultaten worden gedissemineerd via kanalen zoals het Netwerk Voeding en Mondgezondheid, de beroepsverenigingen van mondhygiënisten en diëtisten en de Stuurgroep Ondervoeding.
In dit project werd gekeken naar manieren om tijdig problemen op het raakvlak van mondgezondheid en voeding bij ouderen te laten signaleren door diëtisten en mondhygiënisten. Zo kunnen ondervoeding en slechte mondgezondheid worden voorkomen.Doel Tijdige signalering en aanpak van problemen ten aanzien van voeding en/of mondgezondheid door zowel mondhygiënisten als diëtisten draagt bij aan betere kwaliteit van leven van ouderen en aan betere zorg. Resultaten De afgelopen 2,5 jaar is het project Eten met Lange Tanden uitgevoerd. Hieronder vindt u een overzicht van het project en de resultaten tot nu toe. De centrale vragen in het project waren: Welke vragen zouden mondhygiënisten moeten stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen op het terrein van voedingsinname in kaart te brengen? Welke vragen zouden diëtisten moeten stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen met mondgezondheid te signaleren? Deelonderzoeken Deelonderzoek 1 - Risicofactoren In dit deelonderzoek zijn door middel van databank-onderzoek en systematische literatuuronderzoek een aantal risicofactoren vastgesteld die een relatie hebben met voedingsproblemen en mondgezondheid bij thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder. Er is een artikel over de risicofactoren vanuit het database-onderzoek ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift. Er wordt momenteel gewacht op commentaar van de beoordelaars, en hopelijk zal er binnenkort goed nieuws volgen. Tevens is er een systematisch literatuuronderzoek gepubliceerd. Het doel van dit onderzoek was het onderzoeken van het verband tussen ondervoeding en mondgezondheid bij ouderen van 60 jaar en ouder. Hierbij zijn associaties gevonden tussen (risico op) ondervoeding en mondgezondheid bij ouderen, met specifieke aandacht voor de harde en zachte weefsels in de mond, evenals de subjectieve mondgezondheid. Deelonderzoek 2 en 3 - Vragenlijst In werkpakket 2 en 3 stond de ontwikkeling van de vragenlijst centraal. De vragenlijst is ontwikkeld met behulp van onder andere de resultaten uit deelonderzoek 1. Er hebben een aantal diëtisten en mondhygiënisten deelgenomen aan een pilot en een landelijk onderzoek waarin de vragenlijst is getest. Het aantal patiënten dat heeft deelgenomen aan de landelijke fase was niet voldoende om de signaleringsvragen definitief vast te stellen. Er zijn echter wel een aantal conceptvragen opgesteld. Deze conceptvragen moeten in een vervolgonderzoek worden vastgesteld. Uit de analyse van de data zijn er wel verschillen naar voren gekomen in de 'eigenschappen' van de patiënten die de diëtist of mondhygiënist bezochten. Patiënten bij de diëtist waren kwetsbaarder, hadden vaker een kunstgebit en hadden meer behoefte aan thuiszorg- en mantelzorgondersteuning. Zij liepen een groter risico op ondervoeding als gevolg van hun voedingspatroon en ondervonden meer praktische problemen, zoals boodschappen doen of koken. Patiënten bij de mondhygiënist hadden vaker een (volledige) eigen dentitie en hadden minder last van chronische ziekten. Zij waren fitter, ondernemender, gebruikten minder medicatie en waren minder afhankelijk van zorg. Deelonderzoek 4 - Interprofessionele samenwerking In dit deelonderzoek hebben er gestructureerde interviews en groepsgesprekken plaatsgevonden, waaronder gesprekken tussen diëtisten en mondhygiënisten. Tijdens deze gesprekken zijn interessante resultaten naar voren gekomen. Ten eerste werd vastgesteld dat er nauwelijks tot geen samenwerking is tussen diëtisten en mondhygiënisten. Daarnaast kwam naar voren dat deze zorgprofessionals elkaar zelden tegenkomen in hun professionele netwerken en dat er weinig kennis is over elkaars vakgebied en expertise. Bovendien bleek dat adviezen met betrekking tot voeding en mondzorg niet worden afgestemd, en soms zelfs tegenstrijdig zijn. Deze bevindingen zijn beschreven in een artikel dat is ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift ter publicatie. Het artikel bevindt zich momenteel nog in de reviewfase en is nog niet gepubliceerd. Daarnaast zijn er interviews gehouden met andere zorgprofessionals en ouderen. Uit deze interviews bleek dat er nog weinig aandacht is voor mondzorg in relatie tot voeding bij andere zorgprofessionals, zoals wijkverpleegkundigen of huisartsen. Ook gaven de ouderen aan dat zij minder belang hechten aan hun mondzorg. De resultaten van deze interviews moeten nog worden verwerkt in een artikel. Overige opbrengsten Tijdens de Diëtistendagen in oktober hebben Inge Cantatore, diëtist in Amsterdam, en Elke Naumann, associate HAN-lector Voeding, Diëtetiek en Leefstijl, de voorlopige resultaten van het project Eten met Lange Tanden gedeeld. Op het najaarscongres van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten op 12 november 2021 hebben Liesbeth Haverkort, onderzoeker bij het Lectoraat Innovaties in de Preventieve Zorg van de Hogeschool Utrecht, en Vanessa Hollaar, onderzoeker bij het Lectoraat Voeding, Diëtetiek en Leefstijl van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, ook de relatie tussen (onder)voeding en mondgezondheid gepresenteerd. Op 15 februari 2022 hebben Elke Naumann en Katarina Jerković-Ćosić, HU-lector bij het lectoraat in de Preventieve Zorg, een presentatie gegeven tijdens een Webinar over Mondgezondheid, Ondervoeding en Microbiota. In het vervolgproject Dat smaakt naar meer zal worden gekeken hoe diëtisten en mondhygiënisten samenwerking onderling én in de eigen regio/wijk vorm kunnen geven, zodat aandacht voor voeding en mondzorg geborgd is en zo bijdraagt aan kwaliteit van leven en gezondheid in de wijk/regio. Looptijd 01 juni 2019 - 01 juni 2021 Downloads en links
Diëtisten signaleren dat het belang van goede voeding en voorkomen van ondervoeding in verpleeg- en verzorgingshuizen onvoldoende op het netvlies staat bij verschillende disciplines. Er is onvoldoende bekend over de omvang van het probleem en de wijze waarop goede voedingszorg georganiseerd kan worden. Goede voeding speelt een belangrijke rol bij het ouder worden: behoud van vitaliteit, voorkomen van complicaties. Bovendien draagt goede voeding bij aan een betere kwaliteit van leven. Juist voor de meest kwetsbare groep ouderen, verpleeghuisbewoners, is goede voedingszorg daarom belangrijk. Betrokken professionals, zoals diëtisten, management, facilitaire dienstverlening, vragen zich echter af hoe zij optimale voedingszorg kunnen leveren. Vragen die zij hebben betreffen enerzijds ondervoedingszorg: hoe ziet optimale ondervoedingszorg eruit, ter behoud van kwaliteit van leven en ter preventie van complicaties, wie zijn daarbij betrokken en wie heeft welke verantwoordelijkheid? Anderzijds zijn er vragen over goede voedingszorg voor alle bewoners: hoe kunnen we de voedingszorg voor onze bewoners optimaal inrichten, wie en wat hebben we daarvoor nodig, welke barrières moeten we nemen om voedingszorg te optimaliseren, en bij wie (en hoe) moeten we die voedingszorg dan beleggen? In deze RAAK subsidieaanvraag zal een consortium bestaande uit de HAN, diëtistennetwerk DGO, vijf verzorgings- en verpleeghuizen, Universiteit Maastricht, AmsterdamUMC en Stuurgroep Ondervoeding zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg belichten. Door middel van kwantitatief onderzoek willen wij een beeld krijgen van de grootte van het probleem van ondervoeding en determinanten die bijdragen aan incidente ondervoeding. Door middel van kwalitatief onderzoek willen we onderzoeken wie betrokken zou moeten zijn bij optimale voedingszorg, wie daarin welke verantwoordelijkheden heeft en waar optimale voedingszorg belegd zou moeten zijn. Door barrières en good practices in kaart te brengen hopen we concrete aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van goede voedingszorg in verpleeghuizen; dit betreft zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg in het algemeen.