Een competent NT2-docent houdt ontwikkelingen in zijn/haar vakgebied bij: professionaliseren is een must. Wanneer onderwijsprofessionals kennisnemen van inzichten uit onderzoek over wat werkt (en wat niet), kunnen zij hun onderwijs ‘evidence-informed’ vormgeven en vernieuwen. Dat vereist natuurlijk wel dat docenten weten wat werkt en daarvoor is toegang tot wetenschappelijke kennis nodig. Internationaal onderzoek laat echter zien dat het professionals in de onderwijspraktijk vaak schort aan tijd en middelen om kennis te nemen van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Een gevolg daarvan zou kunnen zijn dat het onderwijs te weinig vernieuwt en/of dat vernieuwingen die wel plaatsvinden niet evidence-informed zijn. De onderwijsinspectie concludeerde recent dat het lerend vermogen van het onderwijs inderdaad relatief klein is in vergelijking met andere disciplines, en dat onderwijsvernieuwing te weinig systematisch plaatsvindt en onvoldoende duurzaam is (Inspectie van het onderwijs, 2019). Daar zijn ongetwijfeld vele redenen voor, maar één ervan is dat de afstand tussen onderwijs en onderzoek vrij groot is. Er vindt nog weinig kennisdeling plaats tussen wetenschap en de onderwijspraktijk in vergelijking met sommige andere disciplines.
In dit boek van twee ervaren, originele en internationale economen vinden we beschrijvingen van vele totaal verschillende uitgevoerde veldexperimenten. Dit alles met het doel te bepalen wat de meest effectieve en efficiënte manier van onderwijs geven, ontwikkelingshulp en goede doelenacties is. Goed geschreven en zeer relevant. Het gaat om praktisch bruikbaar economisch onderzoek.
LINK
Het Project TBTOP is een samenwerkingsproject tussen onderwijsinstellingen voor VMBO, MBO en HBO om het techniek onderwijs samen met bedrijven in de regio aantrekkelijker te maken voor studenten, docenten en bedrijfsleven. Dit wil men realiseren door meer praktijknabij onderwijs te ontwikkelen. Ook wil men de vak-disciplinaire visie op het beroep verbreden en studenten kennis laten maken met doorstroommogelijkheden in studie en beroep. Een groep projectleiders uit de verschillende onderwijsinstellingen draagt zorg voor de voortgang van de vernieuwingsprocessen en verankering in het onderwijs. De betrokkenen hebben samenwerking in een nieuwe context ervaren namelijk samenwerking met de beroepspraktijk, samenwerking met andere vakdisciplines en samenwerking met andere onderwijsinstellingen (en dus onderwijsniveaus). Het samenwerken aan praktijkopdrachten in multidisciplinaire TOPteams is een nieuw proces geweest voor docenten en bedrijfsmedewerkers. Dit proces heeft, los van de concrete producten en processen, een cultuurverandering in het onderwijs in gang gezet. Groepen docenten zijn getriggerd om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en naar het onderwijs te kijken, vanuit de bril van de praktijk. Hiermee hebben de betrokkenen zich geprofessionaliseerd. In de film die gemaakt is naar aanleiding van dit project, vertellen betrokkenen hun ervaringen binnen de nieuwe samenwerkingsvormen. De film is interactief en op verschillende momenten in te stappen.
MULTIFILE
Al op jonge leeftijd herkennen kinderen verschillen tussen mensen, vanaf de kleuterleeftijd beginnen ze daar ook oordelen aan te koppelen. Juist daarom is het belangrijk dat kinderen op de basisschool begeleid worden in het bespreken en verkennen van verschil. Die opdracht voor scholen wordt versterkt door de recent aangescherpte wettelijke kaders voor het burgerschapsonderwijs, wat ‘kennis over’ en ‘respect voor’ een breed scala aan maatschappelijk relevante verschillen voorschrijft als leerdoel. Hoewel leerkrachten en schoolleiders dit leerdoel over het algemeen lijken te onderschrijven, is er sprake van handelingsverlegenheid mede door een gebrek aan zicht op geschikte onderwijsmethoden voor de doelgroep. Dat geldt in het bijzonder voor verschil in afkomst, levensbeschouwing en seksuele oriëntatie. Binnen dit project is het doel om op basis van wetenschappelijke literatuur een praktisch bruikbaar overzicht te ontwikkelen van onderwijsmethoden om de genoemde verschillen met leerlingen te bespreken en te verkennen. Om goed aan te kunnen sluiten bij de leeftijd en behoeften van leerlingen, zullen aan het overzicht ook methoden om de houdingen van leerlingen rondom deze verschillen in kaart te brengen worden toegevoegd. De bruikbaarheid van het ontwikkelde overzicht zal zowel op de Pabo als op twee basisscholen worden getoetst. Het project is een samenwerking tussen het Lectoraat Burgerschapsonderwijs, de Pabo, twee Amsterdamse basisscholen, Bureau Common Ground (CG) en de Universiteit Utrecht.
Cijfers, databestanden en statistieken zijn tegenwoordig onderdeel van de dagelijkse routine op journalistieke redacties. Het is van belang dat journalisten goede cijfermatige analyses kunnen maken, maar onderzoek in datajournalistiek onderwijs toont aan de studenten angsten hebben voor cijfers. In dit project wat we samen met de opleiding journalistiek doen, onderzoeken we hoe in het onderwijs cijferangst kunnen wegnemen en het werken met cijfers in journalistieke producties kunnen stimuleren. In dit project onderzoeken we samen met de opleiding journalistiek, hoe in het onderwijs cijferangst kunnen wegnemen en het werken met cijfers in journalistieke producties kunnen stimuleren. Doel Doel van dit onderzoek is om een toolbox te ontwikkelen met onderwijsmethoden, werkvormen en tools die binnen opleidingen journalistiek door docenten ingezet kan worden om studenten te ondersteunen bij het maken van datarijke verhalen. Resultaten Het project heeft geleidt tot een veel beter uitgewerkte leerlijn data met een goed gevulde toolbox voor studenten én docenten binnen de opleiding journalistiek. Daarnaast zijn de volgende artikelen gepubliceerd over het onderzoek: Visualisaties en een journalistieke context maken werken met cijfers aantrekkelijk Zoektocht: hoe krijg je studenten cijfernieuwsgierig? Nieuwe journalistieke onderwijsmodule om data angst weg te nemen Succesfactoren voor onderwijs in datajournalistiek Looptijd 01 mei 2020 - 31 oktober 2020 Aanpak Dit doen we door experiential learning toe te passen in medialabs. Het lectoraat doet onderzoek naar deze medialabs om interventie-advies te geven voor de volgende medialabs. Iedere keer worden er interventies toegepast om na te gaan wat werkt voor docent en student.