Oost-Groningen is een gebied met traditioneel veel leerlingen met taalachterstanden. Recent reviewonderzoek heeft dat nog eens bevestigd. Inmiddels is veel bekend over de achtergronden van taalachterstanden. Desondanks stagneert de achterstandsbestrijding in deze regio. In deze bijdrage wordt getracht na te gaan op welke manier achtergrondkenmerken van ouders uit Oost-Groningen, hun verwachtingen van hun kinderen, hun opvattingen ten aanzien van onderwijs en aspecten van informele educatie een verklaring vormen voor de taalontwikkeling van 4-jarige kinderen in groep 1. Uit toetsing van het gepresenteerde theoretische model met LISREL blijkt dat opvattingen en verwachtingen van ouders in Oost-Groningen substantieel mediëren tussen achtergrondkenmerken van ouders en detaalontwikkeling, ook als gecontroleerd wordt intelligentie en verbaal geheugen van de kinderen. Ook mediëren opvattingen en verwachtingen tussen de achtergrondkenmerken en aspecten van informele educatie. Informele educatie medieert echter niet tussen de achtergrondkenmerken en taalontwikkeling. Het belang van informatieve geletterdheid van ouders en van opvattingen en verwachtingen wordt besproken. Het feit dat opvattingen en verwachtingen als leefstijlkenmerk doorwerken in de proximale processen, maar tevens verankerd zijn in de culturele leefstijl van ouders weerspiegelt de complexiteit van het vraagstuk.
LINK
In het najaar van 2014 is de motie Ruim baan voor Oost Groningen aangenomen, waarna de ‘Commissie van Zijl’ voor Oost Groningen is ingesteld. Om het hoofd te bieden aan de buitengewoon complexe maatschappelijke opgaven in de regio Oost-Groningen, voerde de commissie een tweeledige opdracht uit: het realiseren van een bestuursakkoord (het Akkoord van Westerlee van februari 2015) en het verkennen van mogelijkheden tot vergroting van de werkgelegenheid in de regio. Voor dit tweede punt zijn vijf werkgroepen met vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen, zorgorganisaties, ondernemers, FNV, gemeenten en provincie gevormd die projectvoorstellen hebben voorbereid. Een daarvan gaat over de verwaarding van de landbouwproductie door het opzetten van regionale ketens tussen producenten, verwerkers en afnemers. Door de primaire producten binnen de regio te verwaarden creëer je nieuwe werkgelegenheid. Bovendien ontstaat een breed palet aan regionale producten en specialisaties, wordt de agri-foodsector economisch krachtiger en minder milieubelastend – allemaal resultaten waar je de regio positief op de kaart kunt zetten. In december 2015 heeft de commissie haar bevindingen, aanbevelingen en een werkagenda voor de voorgestelde projecten vastgelegd in het eindrapport Kop d'r Veur. GS hebben laten weten dat ze de door de commissie ingezette beweging willen voortzetten. Daarom wordt en is gewerkt aan een voorstel om de projecten verder uit te voeren en een regisseur aan te stellen. Dit is het kader waarin het aanbod voor de voorbereiding van de regionale voedselketen tot stand is gekomen. Verantwoordelijk voor dit bid is de werkgroep landbouw, mede met inbreng vanuit het lectoraat Duurzaam Coöperatief Ondernemen van Hanzehogeschool en Terra MBO.
DOCUMENT
De meest recente ontwikkeling op het gebied van onderwijshuisvesting is het advies van de Onderwijsraad om de sluitingsnorm te verhogen van 23 naar 100 leerlingen. Het is begrijpelijk dat dit protesten oproept. Deze wijziging heeft landelijke impact maar raakt ook zeker Oost Groningen. Er is echter meer aan de hand. Eerder hebben de PO Raad en de Rijksbouwmeester al geconstateerd dat de bekostigingssystematiek voor de huisvesting van primair onderwijs niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd. Vanuit die gedachte wordt een promotieonderzoek gedaan naar de mogelijkheden om te komen tot een nieuwe bekostigingssystematiek voor de huisvesting van primair onderwijs. Deze bijdrage is gebaseerd op één van de deelonderzoeken van het promotieonderzoek.
DOCUMENT
De herbezinning en vernieuwing van de contemporaine erfgoedzorg wordt zichtbaar in de in deze bundel verzamelde essays. Ze laten een zelfbewuste erfgoedzorg zien die zich niet schikt naar of verzet tegen het onvermijdelijke, maar een hoofdrol wil spelen in het hart van de samenleving. Ze wil zorgen voor de articulatie en praktische vormgeving van duurzaamheid in de meest brede betekenis van het woord, zowel economisch als sociaal. Uit de essays blijkt dat het een nog onvoltooide zoektocht betreft, waarin onderzoek, onderwijs en een sterk engagement met de praktijk een hoofdrol spelen. Positie, ervaring en bereik maken dat het hbo hierin het voortouw kan en wil nemen.
DOCUMENT
This paper presents an approach to organizational research that aims to produce research results that are both relevant and rigorous. The research approach combines the designing of a management tool with the testing of the tool using an action research methodology. The lack of relevance in organizational research is a much debated issue in literature. A design approach has been proposed to help bridge the gap between research and practice. However, in organizational research, there is little empirical evidence how design-based research works in practice and it is unclear how this type of research is best structured. The purpose of the paper is to illustrate what a comprehensive methodology for design-based research can look like and how an action research methodology can be used to test the design in practice.
DOCUMENT
Gebruikt als illustratie op meerdere meetings, workshops en congressen
DOCUMENT
In 2014 hebben de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde (provincie Groningen) het keurmerk Cittaslow toegekend gekregen. De ambities ten aanzien van Cittaslow Westerwolde hebben beide gemeenten vastgelegd in een visiedocument. Vanaf 2015 heeft de nadruk gelegen op het werven van supporters. In 2017 heeft een evaluatieonderzoek plaatsgevonden voor de effecten die Cittaslow Westerwolde heeft gehad onder en door de supporters. Geconcludeerd kon worden dat de supporters in voldoende mate zijn geinformeerd over Cittaslow, maar onvoldoende zicht hebben op wat de gemeenten in het kader van Cittaslow van hen verwachten. Initiatieven en onderlinge samenwerking zijn nauwelijks tot stand gekomen, waardoor ook effecten op sociaaleconomisch terrein nog niet aan te wijzen zijn. In het onderzoek zijn aanbevelingen gegeven om het concept Cittaslow binnen en buiten de gemeentelijke organisatie te verhelderen, zodat belanghebbenden duidelijker weten wat hun positie en rol is binnen Cittaslow Westerwolde.
DOCUMENT