Mensen met ernstige psychische aandoeningen hebben naast een psychiatrische stoornis gedurende langere tijd (>2 jaar) op meerdere levensgebieden beperkingen in het functioneren. In het beleidsrapport Over de brug (20..) zijn voor de komende jaren drie ambitieuze doelstellingen afgesproken: 1/3 meer psychiatrische en somatische gezondheidswinst (herstel van gezondheid), 1/3 meer participatie in werk of studie (herstel van maatschappelijke rollen), 1/3 meer verwezenlijking van individuele doelen (persoonlijk herstel). Op dit moment wordt vanuit de GGZ op verschillende manieren vanuit outreachende multidisciplinaire zorgteams hieraan gewerkt. De belangrijkste zorgvormen zijn. Gewerkt wordt vanuit teams voor: Bemoeizorg en Assertive Community Treatment (ACT), Flexibele ACT teams (F-ACT) en meer recent gebiedsgerichte GGZ zorgnetwerken. Deze teams staan voor een aantal uitdagingen: werken aan klinisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel; professionele zorg bieden aansluitend op naar eigen kracht en zelfmanagement; naast de cliënt ook zijn/haar netwerk en omgeving betrekken; interprofessioneel samenwerken met professionals buiten de GGZ; integratie van behandeling en rehabilitatie; integratie van psychiatrische en somatische zorg.
DOCUMENT
Aan patiënten opgenomen in de forensische zorg zit een steekje los. Maar volgens de publieke opinie ook aan de professionals, en in de processen hapert ook het een en ander. In haar oratie ging Vivienne de Vogel in op deze losse steekjes en hoe deze te herstellen zijn. Ze benadrukt daarbij het belang van onderzoek vanuit drie perspectieven: patiënten, professionals en processen. ‘Een geïntegreerd perspectief is nodig om de kwaliteit van de forensische zorg verder te verbeteren.’
DOCUMENT
De zorg voor ouderen staat onder druk. Om de zorg uitvoerbaar, toegankelijk en betaalbaar te houden en bovenal persoonsgericht en kwalitatief op hoogwaardig niveau, is een andere manier van zorgen nodig, waarbij technologische hulpmiddelen een rol kunnen spelen. Hoe doen we dat op een manier die echt werkt? Rol van het technologische hulpmiddel Om tot anders zorgen te komen, kunnen we op drie speelvelden innovaties inzetten: ten behoeve van het voorkomen of het verplaatsen van zorg en voor het verbeteren van zorg en zorgrelaties (zie tabel 1). Deze categorieën zijn niet strikt gescheiden: zo kan monitoring op afstand van aandoeningen zoals COPD (een chronische obstructieve longziekte) en hartfalen niet alleen leiden tot succesvol verplaatsen van zorg, maar ook tot betere kwaliteit van de zorg en het voorkomen van (zwaardere) zorg.
LINK
Artificiële Intelligentie (AI) speelt een steeds belangrijkere rol in mediaorganisaties bij de automatische creatie, personalisatie, distributie en archivering van mediacontent. Dit gaat gepaard met vragen en bezorgdheid in de maatschappij en de mediasector zelf over verantwoord gebruik van AI. Zo zijn er zorgen over discriminatie van bepaalde groepen door bias in algoritmes, over toenemende polarisatie door de verspreiding van radicale content en desinformatie door algoritmes en over schending van privacy bij een niet transparante omgang met data. Veel mediaorganisaties worstelen met de vraag hoe ze verantwoord met AI-toepassingen om moeten gaan. Mediaorganisaties geven aan dat bestaande ethische instrumenten voor verantwoorde AI, zoals de EU “Ethics Guidelines for trustworthy AI” (European Commission, 2019) en de “AI Impact Assessment” (ECP, 2018) onvoldoende houvast bieden voor het ontwerp en de inzet van verantwoorde AI, omdat deze instrumenten niet specifiek zijn toegespitst op het mediadomein. Hierdoor worden deze ethische instrumenten nog nauwelijks toegepast in de mediasector, terwijl mediaorganisaties aangeven dat daar wel behoefte aan is. Het doel van dit project is om mediaorganisaties te ondersteunen en begeleiden bij het inbedden van verantwoorde AI in hun organisaties en bij het ontwerpen, ontwikkelen en inzetten van verantwoorde AI-toepassingen, door domeinspecifieke ethische instrumenten te ontwikkelen. Dit gebeurt aan de hand van drie praktijkcasussen die zijn aangedragen door mediaorganisaties: pluriforme aanbevelingssystemen, inclusieve spraakherkenningssystemen voor de Nederlandse taal en collaboratieve productie-ondersteuningssystemen. De ontwikkeling van de ethische instrumenten wordt uitgevoerd met een Research-through-Design aanpak met meerdere iteraties van informatie verzamelen, analyseren prototypen en testen. De beoogde resultaten van dit praktijkgerichte onderzoek zijn: 1) nieuwe kennis over het ontwerpen van verantwoorde AI in mediatoepassingen, 2) op media toegespitste ethische instrumenten, en 3) verandering in de deelnemende mediaorganisaties ten aanzien van verantwoorde AI door nauwe samenwerking met praktijkpartners in het onderzoek.
Overheidsinformatie, zoals teksten op websites en in brieven van de overheid, is moeilijk te begrijpen voor een grote groep mensen. Overheidscommunicatie moet dus eenvoudiger en beter aansluiten bij de leefwereld van mensen, maar verschillende richtlijnen en programma’s met dit doel zijn onvoldoende effectief. Ambtenaren geven aan te worstelen met de vraag hoe dit te realiseren. Het is lastig om eenvoudig te schrijven of te berichten over complexe onderwerpen. Temeer omdat verschillende doelgroepen verschillende taalbehoeften hebben. Dit maakt eenvoudig schrijven een tijds- en arbeidsintensief proces, waarbij externe blikken onontbeerlijk zijn. De opkomst van AI voor taalverwerking zoals ChatGPT lijkt uitkomst te bieden. Deze taalmodellen kunnen teksten automatisch herschrijven en vereenvoudigen. Er zijn echter ook zorgen over de inzet van AI voor overheidscommunicatie, want de werking van taalmodellen is niet transparant, privacy is veelal niet gewaarborgd en behoud van betekenis in een vereenvoudigde tekst is niet gegarandeerd. Doel van dit project is om overheden te ondersteunen bij het verantwoord inzetten van AI, teneinde hun communicatie te vereenvoudigen en beter te laten aansluiten bij de beleving van burgers. Hiertoe ontwikkelen we criteria waaraan AI moet voldoen zodat het verantwoord kan worden gebruikt en maten waarmee kan worden vastgesteld of een AI-oplossing aan deze criteria voldoet. Met behulp van de criteria ontwikkelen we prototypes van AI-toepassingen voor taalvereenvoudiging. Dit gebeurt aan hand van twee praktijkcasussen bij overheden. De ontwikkeling van de criteria en prototypes wordt in co-creatie uitgevoerd met een Research-through-Design aanpak met meerdere iteraties van informatie verzamelen, analyseren, prototypen en evalueren.
During the coronavirus pandemic, the use of eHealth tools became increasingly demanded by patients and encouraged by the Dutch government. Yet, HBO health professionals demand clarity on what they can do, must do, and cannot do with the patients’ data when using digital healthcare provision and support. They often perceive the EU GDPR and its national application as obstacles to the use of eHealth due to strict health data processing requirements. They highlight the difficulty of keeping up with the changing rules and understanding how to apply them. Dutch initiatives to clarify the eHealth rules include the 2021 proposal of the wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg and the establishment of eHealth information and communication platforms for healthcare practitioners. The research explores whether these initiatives serve the needs of HBO health professionals. The following questions will be explored: - Do the currently applicable rules and the proposed wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg clarify what HBO health practitioners can do, must do, and cannot do with patients’ data? - Does the proposed wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg provide better clarity on the stakeholders who may access patients’ data? Does it ensure appropriate safeguards against the unauthorized use of such data? - Does the proposed wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg clarify the EU GDPR requirements for HBO health professionals? - Do the eHealth information and communication platforms set up for healthcare professionals provide the information that HBO professionals need on data protection and privacy requirements stemming from the EU GDPR and from national law? How could such platforms be better adjusted to the HBO professionals’ information and communication needs? Methodology: Practice-oriented legal research, semi-structured interviews and focus group discussions will be conducted. Results will be translated to solutions for HBO health professionals.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool