Artikel student Hoger Hotel Onderwijs. Beoordeling: 7.
MULTIFILE
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Website: Deze website heeft voor zowel de podiumindustrie als geheel als voor educatieve doeleinden een informatief karakter. Er staat veel informatie op deze site die gebruikt kan worden voor zowel het toetsen en ontwikkelen van strategie als ter ondersteuning van een studie naar cultuurbeleid en cultureel ondernemerschap. Met de strategiekaart als verbindend middel, zijn de resultaten van het multidisciplinaire onderzoek in zijn geheel ter beschikking gesteld aan iedereen die daar interesse in heeft. De website is opgedeeld in 4 delen: Organisatie, Trends, Publiek en Financiën. Onder elk deel zijn zogenaamde lemma’s te vinden waar je op kunt klikken. In een lemma wordt een begrip uitgebreid toegelicht, inclusief praktische voorbeelden en literatuurverwijzingen. Belangrijke begrippen op deze website zijn voorzien van een interne link. Door erop te klikken kom je bij de uitleg van het begrip, met voorbeelden en tips om verder te lezen.
DOCUMENT
As labour is becoming more and more knowledge controlled, it also getting closer to the individual person. We sometimes seem to forget this. To an increasing extent it is becoming a part of oneself and therefore of the personal identity. The increasing humanization of labour asks for an HRM-policy and an organizational context in which the individual is able to identify with the organization, colleagues, customers/clients and product. Heterononimous or abstract organizations, organizations in which the employees and civilians have been reduced to numbers and in which there is no real consideration for the individual differences, have to make way for organizational structures in which the individual feels (self) responsible again. The future lies with personal, tribally inspired organizations in which managers will be leaders and where employees and managers can show social commitment. Images like that of: the egocentric boss who by making swift career moves avoids responsibility for employee/co-worker and customer/client; of colleagues taking the day off without consultation or who are putting their phone through to someone else without saying so beforehand, meeting rooms which are not being cleaned up after use and the image of a Xerox machine not being refilled up with paper by anyone, are all too frequently dismissed as not being part of productivity.
DOCUMENT
How and where can Dutch design entrepreneurs find work in Germany? This was the question DutchDFA put to the research team at Inholland University of Applied Sciences in February 2010. But the researchers took a different angle, and generated unexpected data, revealing patterns, and valuable new insights into practicing design and architecture abroad.
DOCUMENT
Elk jaar bezoeken tussen de een en twee miljoen mensen het waddengebied. Het toerisme is daar uitgegroeid tot een van de belangrijkste economische activiteiten. In Nederland zijn vooral de eilanden een populaire vakantiebestemming. Fietsen, wandelen en strandbezoek zijn populaire activiteiten. De authentieke atmosfeer, het strand en het duinlandschapworden het meest gewaardeerd. De natuurwaarden van de Waddenzee spelen een minder grote rol, hoewel uit onderzoek blijkt dat er een zekere relatie bestaat tussen natuurervaringen en de plaatsgebondenheid van de toerist. In tegenstelling tot Duitsland komt het toerisme op de vastelandskust van Noord-Holland, Friesland en Groningen nauwelijks op gang en kan niet profiteren van de stroom bezoekers naar de Waddeneilanden. De recente aanwijzing van de Waddenzee tot werelderfgoed wordt over het algemeen gezien als een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van het toerisme. InNederland blijkt de werelderfgoedstatus echter nog relatief onbekend te zijn. In tegenstelling tot het Duitse kustgebied wordt door ondernemers deze status niet of nauwelijks benut. Met de werelderfgoedstatus van de Waddenzee en de voorgenomen uitbreiding van het vliegveld Eelde als nieuwe uitdagingen zijn met behulp van scenarioplanning een aantal richtingen voor de ontwikkeling van het toerisme in Noord-Nederland geïdentificeerd en uitgewerkt in 23 product-markt-partner-combinaties. Deze hebben het karakter van shortbreaks waarineen bezoek aan het waddengebied gekoppeld wordt aan andere highlights in Noord-Nederland
DOCUMENT
Dagelijks worden zeer veel voorwerpen en constructies door middel van lassen gerepareerd. Of dit altijd juist gebeurt of dat de reparatie op de juiste wijze wordt aangepakt, is veelal de vraag. Vaak is er grote tijdsdruk en daardoor nauwelijks tijd de reparatie goed uit te voeren. Er zijn voorbeelden te over waar men, zonder nadenken, tot een reparatie is overgegaan en waarvan de reparatie nog eens moest worden overgedaan. Door, voordat tot de reparatie wordt overgegaan, na te denken over de materiaalidentificatie, de oorzaak van de storing of defect en daarop in te spelen, kan op voorhand vaak al tijd en geld bespaard worden. Deze voorlichtingspublicatie is niet direct bedoeld voor het repareren van lasfouten in lasverbindingen zelf, maar meer voor andere defecten die zijn opgetreden tijdens bedrijf van het onderdeel. Hierbij moet worden gedacht aan slijtage, corrosie of combinaties van beide. Doorgaans geldt voor de reparatie van lasfouten echter dezelfde systematische aanpak als in deze publicatie besproken. Uiteraard gelden in ieder geval dezelfde eisen als voor de oorspronkelijke las. Daarnaast kan deze publicatie ook als hulpmiddel worden gebruikt bij het ontwerpen van constructies. De constructeur weet doorgaans of de constructie wordt blootgesteld aan slijtage en/of corrosie. Door een juiste keuze van de toe te passen materialen kan de schade, veroorzaakt door deze fenomenen worden beperkt. Basiskennis van de aard van de optredende slijtage en/of corrosie is dan wel een voorwaarde. Vandaar dat in deze publicatie de meest voorkomende vormen van slijtage en corrosie beknopt worden besproken. Deze voorlichtingspublicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met de selectie, toepassing en reparatie van oppervlaktelagen. Daarbij moet gedacht worden aan constructeurs, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts. Deze voorlichtingspublicatie is een update van de bestaande Praktijkaanbeveling TCV05 - "Reparatie door lassen" (uitgave NIL d.d. september 1999). De updating was noodzakelijk, omdat er enerzijds geen document beschikbaar was met een duidelijk overzicht van de (belangrijkste) oppervlaktedefecten slijtage en corrosie en anderzijds, omdat de ontwikkelingen in onder andere de nieuwe oplaslegeringen en oplasprocessen beperkingen (kunnen) stellen aan de uitvoering ervan. De in deze voorlichtingspublicatie genoemde slijtage- en corrosiefenomenen zijn die, welke het meeste voorkomen in de industrie. Deze belangrijke fenomenen worden in beknopte vorm behandeld. Doel van deze publicatie is dan ook basisinformatie te verschaffen over deze fenomenen en hoe ze te bestrijden.
DOCUMENT
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
Op 1 januari 2007 is officieel bij de faculteit Economie en Management (FEM) van Hogeschool Utrecht het kenniscentrum InnBus van start gegaan. InnBus kan gezien worden als een faculteitsbreed kenniscentrum1 waarbinnen alle lectoraten worden ondergebracht. De naam InnBus staat daarbij voor Innovatie en Business. Bij de inrichting van dit kenniscentrum naar domeinen voor de lectoraten is op een specifieke wijze aansluiting gezocht bij bestaande, algemeen geaccepteerde indelingen naar de Business-deelvakgebieden: Finance; Accountancy; Organisatie & Strategie; Informatiekunde; Marketing. Door hergroepering, splitsing en het uitlichten van International Business is een centrum in ontwikkeling ontstaan, waarbinnen in de nabije toekomst zes lectoraten functioneren. De achterliggende gedachte is het positioneren van de faculteit Economie en Management als kennisonderneming met taken op het gebied van kennisontwikkeling en kennisspreiding, gericht op de versterking van het innoverende vermogen van bedrijven en instellingen in de regio. De daarbij geformuleerde randvoorwaarden luiden: Te ontwikkelen kennis ontstaat vanuit aangetoonde maatschappelijke behoeften; De nieuwe kennis is gericht op professionalisering van de beroepspraktijk; De kennisontwikkeling voldoet aan methodische vereisten. Kort samengevat: binnen het faculteitsbrede kenniscentrum wordt bedrijfeconomisch relevant toegepast onderzoek gedaan, gericht op bedrijven en instellingen in de regio. De keuze voor de regio heeft tot gevolg dat er een zekere voorkeur voor branches of sectoren ontstaat. Kennisspreiding binnen de FEM-organisatie ontstaat door zowel docenten als studenten bij de uitvoering van dit onderzoek te betrekken en op onderzoek gebaseerde curricula verder te ontwikkelen. Sinds 1 januari 2007 heb ik de eervolle taak om samen met mijn medewerkers het proces van kennisontwikkeling en kennisspreiding gestalte te geven binnen het vakgebied van de kenniskring Lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie. In deze openbare les wil ik aangeven wat dit voor ons inhoudt door allereerst aandacht te besteden aan de begrippen innovatie en innoveren en daarna de koppeling te leggen met het vakgebied Marketing en Marktonderzoek.
DOCUMENT
Om helderheid te verschaffen over het functioneren van het WAD500 netwerk en om juiste besluiten te nemen over de voortgang van het netwerk is door de Waddenvereniging, in overleg met de stuurgroep, aan European Tourism Futures Institute (ETFI) van NHL Stenden Hogeschool gevraagd een onderzoek op te stellen over het WAD500 netwerk. Het doel van de enquête is om een goed beeld te krijgen van de ervaringen en verwachtingen van de deelnemers binnen dit netwerk. In het rapport wordt eerst een overzicht gegeven van de achtergrondkenmerken van de ondernemers die lid zijn van het Ondernemersnetwerk. Op basis van de data die uit de vragenlijsten is verkregen, zijn figuren en tabellen gemaakt die de kernpunten weergeven. Vervolgens wordt ingegaan op de sterke en zwakke punten van het netwerk, de verwachtingen die leden hebben van bijeenkomsten, het gezamenlijke doel, de communicatie en de rol van de Waddenvereniging. Het rapport sluit af met een conclusie en de aanbevelingen.
DOCUMENT