De COVID-19 pandemie en de lockdownmaatregelen die daar hetgevolg van waren, hadden een grote invloed op het Nederlandse hogerberoepsonderwijs. Er was sprake van een plotselinge digitale én socialetransformatie van werk, onderwijs en onderzoek, met positieve ennegatieve eff ecten. Wat betekende dit voor de betrokkenen? Hoeervoeren zij het thuiswerken, het online vergaderen en lesgeven?In hoeverre is de organisatie van het werk blijvend veranderd nahet opheff en van de beperkende maatregelen? The Work Lab van deHogeschool van Amsterdam ging op zoek naar een antwoord op dezevragen en deed van mei 2020 tot januari 2023 onderzoek naar de impactvan de coronamaatregelen op het werk en welzijn van medewerkers.In een intensieve periode met steeds wisselende omstandighedenonderzochten we dit met een combinatie van onderzoeksmethoden,waaronder een grootschalig survey, interviews, een dagboekstudie eneen analyse van secundaire data.In deze publicatie presenteren we de belangrijkste bevindingen, aande hand van zes thema’s: verandering in werk en onderwijs, hybridewerken, informeel sociaal contact, werkdruk, werk-privébalans, entoekomstbeelden en -wensen. Met het onderzoek willen wij bijdragenaan een beter begrip van de transformatie van het werk tijdens decoronaperiode. We gaan nadrukkelijk in op het langetermijneff ect vande veranderingen – leidde de coronapandemie tot een heftige, maartijdelijke aanpassing, of is er sprake van een blijvende transformatie?In een aantal concrete aanbevelingen presenteren we ontwikkel- enoplossingsrichtingen voor het vormgeven van het werk in het hbo inde toekomst.
In dit onderzoek volgden we, gedurende een half jaar, een groep HvA professionals om een beeld te krijgen van hoe zij hun hybride werkzaamheden en blended lessen vormgaven tijdens de coronapandemie. We richtten ons op een zo divers mogelijke groep HvA medewerkers van verschillende leeftijden, functies en met verschillende thuissituaties. We vroegen 30 medewerkers, verdeeld over verschillende faculteiten en staven, om een digitaal dagboek bij te houden. Deelnemers stuurden tweewekelijks een audiobericht op, waarin zij deelden wat de invloed van de pandemie was op hun welzijn, werk, samenwerking en afstemming, en werklocatie. Uiteindelijk deden 19 medewerkers actief mee aan het onderzoek.
In dit onderzoek volgden we, gedurende een half jaar, een groep HvAprofessionals om een beeld te krijgen van hoe zij hun werk, uitdagingen,onzekerheden en nieuwe mogelijkheden vormgaven tijdens de coronacrisis. Werichtten ons op een zo divers mogelijke groep HvA medewerkers vanverschillende leeftijden, functies en met verschillende thuissituaties. Wevroegen 27 medewerkers, verdeeld over verschillende faculteiten en staven, omeen digitaal dagboek bij te houden. Deelnemers stuurden tweewekelijks eenaudiobericht op, waarin zij deelden wat de invloed van de crisis was op hunwerk en welzijn, het lesgeven, op het team en de organisatie.In dit rapport schetsen we de impact van de crisis op deelnemende HvA medewerkers tussen juli 2020 en februari 2021. De resultaten uit dit onderzoek zijn niet representatief voor alle HvA medewerkers, maar bieden een overzicht van de variatie in perspectieven, houdingen en ideeën omtrent de impact van de crisis op hun welzijn, werk, samenwerking en ondersteuning. De tijdlijn valt uiteen in 5 periodes. Per periode beschrijven we de belangrijkste thema's die voor hen spelen op deze gebieden.
Participatie van kwetsbare burgers en de vermaatschappelijking van de zorg vormen belangrijke beleidsthema’s van landelijke en lokale overheden en van organisaties op het gebied van zorg en welzijn. Ervaringsdeskundigheid, die gebaseerd is op persoonlijke ervaringen met ontwrichting en het herstel daarvan, is in dit kader sterk in opmars. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, kunnen vanuit eigen ervaring bemoedigen en verminderen het stigma dat participatie kan blokkeren. GGZ Nederland, het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn van mening dat ervaringsdeskundigheid het herstel en de participatie van ‘verwarde’ en kwetsbare burgers kan bespoedigen. De behoefte aan ervaringsdeskundigen binnen de zorgverlening is groot. HBO-opgeleide zorgverleners met eigen cliënt- of probleemervaringen op het gebied van verslaving of psychiatrie geven aan het moeilijk te vinden om hun ervaringsdeskundigheid een duidelijke en volwaardige plek te geven in hun werk. Veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan kennis en praktische handvatten zodat zij hun ervaringsdeskundigheid goed kunnen benutten. In dit praktijkgerichte onderzoeksproject wordt samengewerkt tussen Windesheim en hogeschool Utrecht en vier grote zorginstellingen (GG-Net, RIBW-GO, MEE-IJsseloevers en Trajectum), met cliëntenpopulaties met complexe problematiek. De centrale onderzoeksvraag luidt: Op welke manier kan de ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals een bijdrage leveren aan het persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen met psychiatrische problemen en verslaving? Doelstelling van dit project is het opdoen van nieuwe kennis waarmee zorgprofessionals hun ervaringsdeskundigheid op een professionele en effectieve manier kunnen inzetten. Het onderzoek beoogt hiermee bij te dragen aan het bestrijden van de participatieachterstand van mensen met verslavings- en psychiatrische problemen. Dit project levert naast praktijkverbetering producten voor zorg en onderwijs: handleidingen voor zorgprofessionals-ervaringsdeskundigen (in opleiding); kennis over duurzame positionering en kwalitatieve borging van ervaringsdeskundigheid en tot slot een verzameling inspirerende, gevalideerde exemplarische voorbeelden van de bijdrage van ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals.
Fotowedstrijd Eenzaamheid in beeld Door de Coronacrisis hebben veel bewoners van Amsterdam ervaren hoe het is om geïsoleerd en/of eenzaam te zijn. Gezinnen kwamen onder druk te staan, mensen zijn naar elkaar om gaan zien. Studenten hebben ervaren hoe het is om afgesloten te zijn van campus, docenten en medestudenten. Senioren heroverwegen hun toekomstplannen voor wonen uit angst om in een volgende lock down opgesloten te zitten in een verzorgingshuis. Corona heeft iedereen aangeraakt. Deze ervaringen met isolatie en eenzaamheid willen we in beeld brengen met de fotowedstrijd Eenzaamheid in beeld. Op deze manier wordt eenzaamheid bespreekbaar gemaakt en onderwerp van gesprek. Deze zomer kunnen foto’s worden ingezonden via Instagram om deelname zo laagdrempelig mogelijk te houden. De groep ouderen zal ook via andere kanalen benaderd worden. In de week van de eenzaamheid (1 t/m 8 oktober) kiest een jury de vijf meest sprekende foto’s uit die het verhaal van eenzaamheid visualiseren. De bekendmaking van de winnende foto’s (2 oktober) wordt gecombineerd met een presentatie van de bevindingen van verschillend onderzoek naar eenzaamheid in Coronatijd, waaronder studentenwelzijn tijdens de lockdown van HVA en VU. De winnende foto’s worden gebruikt voor een tentoonstelling die door studenten Culturele Maatschappelijke Vormgeving (HvA) wordt georganiseerd. De foto’s worden uitgelicht op panelen met daarop naast de betreffende foto een professioneel portret van de maker en het verhaal achter de ingezonden foto. Aan de tentoonstelling zullen verschillende andere projecten op het thema eenzaamheid worden gekoppeld die in Amsterdam Nieuw West zijn uitgevoerd. door studenten van Klinische Psychologie, studenten van de cursus Analysis of Governmental Policy en onderzoek van 4 sociologiestudenten naar de impact van de Covid-19 op o.a. buurtwerk, eenzaamheid en flexwerk.
Maatschappelijke ontwikkelingen zoals de vergrijzing en de verschuiving richting participatiemaatschappij, gaan gepaard met complexere, domeinoverstijgende ondersteuningsbehoeften in de zorg- en welzijnssector. In toenemende mate wordt de oplossing voor deze problematieken ook in de technische hoek gezocht. Zelfstandig wonende, kwetsbare ouderen zijn bij uitstek een groep met meerdere problematieken die in elkaar grijpen. De inzet van technologie en daarmee interprofessionele samenwerking (IPS) tussen zorg-, welzijns- en technische professionals is daarbij, zeker als het gaat om de implementatie van technologie, steeds belangrijker. Om aankomende professionals hierop voor te bereiden is Interprofessionele Educatie (IPE) cruciaal. Er is echter nog onvoldoende bekend over hoe (aankomende) zorg-, welzijns- en technische professionals interprofessioneel samenwerken in de praktijk (IPS) en het onderwijs (IPE) en de mate waarin dit op elkaar aansluit. In dit onderzoek wordt de vraag beantwoord hoe IPS en IPE vorm krijgen bij de implementatie van technologie in de ondersteuning van zelfstandig wonende, kwetsbare ouderen. Daartoe wordt ingezoomd op de concrete samenwerkingsprocessen, de benodigde, ingezette en ontwikkelde competenties en de wijze waarop betrokkenen IPS en IPE ervaren. De dataverzameling richt zich op vier tot zes cases in de praktijk en het onderwijs. Door middel van observaties, vragenlijsten en groeps- of individuele interviews met betrokkenen worden inzichten verkregen in deze vernieuwende vormen van samenwerking. Voor de dataverzameling zullen afstudeerders en waar mogelijk docenten van verschillende opleidingen in zorg, welzijn en techniek worden ingezet. Het onderzoek mondt uit in drie typen producten, te weten (inter-)nationale publicaties, een toolbox voor IPS en IPE en een workshop IPE voor onderwijsontwikkelaars. Daarnaast is de onderzoeker betrokken bij verschillende bestaande IPE-programma’s binnen Avans, zodat de opgedane expertise snel zijn weg naar het onderwijs kan vinden. Ten slotte worden via participatie in de projecten IPS en Sociale Technologie de resultaten van het onderzoek verder benut voor de onderwijspraktijk.