De rechterlijke machtigingsprocedure-procedure heeft geen goede uitwerking op mensen met dementie. Door hun ziekte begrijpen ze de procedure niet, ervaren ze deze als zeer stressvol en leidt de procedure niet tot acceptatie van het besluit tot opname. De hoorzitting is zeer stressvol en belastend voor deze mensen. Kan dat niet anders?
LINK
Ontslag uit het ziekenhuis van patiënten levert soms de vraag op of zelfstandig thuis wonen nog wel verantwoord is. De eigen professionele verantwoordelijkheid voor het leveren van goede medische zorg speelt hierbij een rol. In dit artikel worden diverse onderwerpen aangestipt die een rol spelen bij het kiezen van een oplossingsrichting in deze casus: mentorschap of een rechterlijke machtiging voor een onvrijwillige opname aanvragen en de overstijgende verantwoordelijkheid van de verschillende professionals.
DOCUMENT
Achtergrond: Ernstige psychische aandoeningen (epa) gaan gepaard met hoge ggz- en andere zorgkosten. Om de discussie hierover tussen verzekeraars, gemeenten en ggz transparanter te voeren zijn in 2012 zorgvignetten ontwikkeld die in een regio een beeld moeten geven over de aanwezige groepen patiënten met epa, ingedeeld naar zorgintensiteit. Doel: Inzicht krijgen in de vraag hoe bruikbaar en valide deze epa-vignetten zijn in relatie tot zorgbehoeften en psychosociaal functioneren. Methode: rom-uitkomsten (zorgbehoeften en psychosociaal functioneren) van 706 patiënten werden per zorgzwaartevignet vergeleken (m.b.v. χ2-toetsen en anova’s). Voor twee complexe zorgzwaartevignetten (zorgwekkende zorgmijders en gevaar afwenden) werden verschillen in zorgbehoeften en functioneren longitudinaal onderzocht (met repeated measures-anova’s en analyses volgens McNemar). Resultaten: De vignetten waren in beperkte mate onderscheidend wat betreft zorgbehoeften en functioneren. Patiënten met vignetten ‘zorgwekkende zorgmijders’ en ‘gevaar afwenden’ hadden de meeste beperkingen in functioneren en de meeste (onvervulde) zorgbehoeften. Deze bevindingen bleken stabiel over tijd. Conclusie: De vignetten zijn onvoldoende onderscheidend. Om regionale zorgplanning te verbeteren is het wenselijk om bestaande informatie van zorgvignetten te verrijken met informatie over zorgbehoeften en functioneren
DOCUMENT
Voor het afstemmen van zorg moeten zorgverleners informative met elkaar delen. Er is dan ook een grote diversiteit aan (nieuwe) interprofessionele overlegvormen. Maar patiëntgerelateerde informatie delen mag niet zomaar. Daarvoor gelden verschillende wetten en regels. In dit artikel zetten we ze op een rijtje.
DOCUMENT
Dit is een korte versie van de Multidisciplinaire richtlijn diagnostieken behandeling van suïcidaal gedrag. Deze samenvatting heeft als doel om de richtlijn en de belangrijkste aanbevelingen toegankelijk te maken voor de praktijk. De volledige tekst van de richtlijn (hoofdstuk 1-10) bevat de wetenschappelijke onderbouwing voor de vele vraagstukken over diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Die wetenschappelijke onderbouwing heeft met de overige overwegingen geleid tot de aanbevelingen (zie hoofdstuk 3 tot en met 10 en bijlage 1). De werkgroep realiseert zich dat er behoefte is aan een handzame, praktisch te gebruiken samenvatting. Het is onvermijdelijk dat bij het samenvatten nuanceringen verloren zijn gegaan. Voor toelichting en achtergrondinformatie verwijzen wij dan ook met nadruk naar de integrale tekst van de richtlijn (hoofdstuk 1 tot en met 10).
DOCUMENT
Wanneer de deurwaarder niet zou bestaan en nu zou moeten worden uitgevonden, hoe zou die er dan uitzien? Dat is de vraag die we in de ontwerpsessies centraal hebben gezet. Met de ontwerpsessies zijn gedachten en visies samengebracht van mensen vanuit de beroepsgroep, maar ook van veel anderen die op uiteenlopende manieren betrokken zijn bij het werkveld er omheen. Ze geven een beeld van wat uit verschillende richtingen belangrijk gevonden wordt wanneer we onze blik richten op de toekomstbestendige deurwaarder. Minstens één ding lijkt tussen dat alles al glashelder te zijn: de eerste plek om het toernooimodel los te laten is bij beantwoording van de vraag 'Wanneer de deurwaarder niet zou bestaan en nu zou moeten worden uitgevonden, hoe zou die er dan uitzien?'.
DOCUMENT
Binnen Trajectzorg is als uitgangspunt gesteld dat een traject bestaat uit diagnostiek en uit een planmatige aanpak inclusief onderwijs en/of arbeid. Rondom het thema onderwijs is op 23 april 2015 een symposium georganiseerd door de samenwerkende organisaties van Trajectzorg. De keuze voor dat thema vloeide voort uit de bevinding dat de samenhang tussen onderwijs en zorg versterking behoeft en continuïteit van onderwijs meer aandacht. Op basis van het symposium, maar ook van dossieranalyse, interviews en observaties zijn we tot het formuleren van het volgende aandachtspunt gekomen. In het artikel wordt dit nader uitgewerkt.
DOCUMENT
Continuïteit in de zorg na uitstroom uit geslotenheid moet bereikt worden vanuit samenwerking tussen behandeldeskundigen, want er is geen juridisch kader voor doorzettingsmacht van de trajectbegeleider buiten de eigen instelling. Er is wel een juridisch kader voor een behandelcoördinator en een intensievere (toezichthoudende) betrokkenheid van de (gezins)voogd bij de realisatie van continuïteit in de geleverde zorg binnen het afgesproken traject. De invulling van deze toezichtrol is nu nog tamelijk mager.
DOCUMENT
Aansluiten bij eigen hulpvraag is belangrijk maar ook ingewikkeld. Omdat 1) de timing belangrijk is 2) het niveau waarop doelen geformuleerd worden moet aansluiten bij jongere en gezin/systeem 3) de behandelingsmethodiek ruimte moet bieden om aan te sluiten bij de doelen. Fasering kan hierbij behulpzaam zijn en voorkomen dat het lange termijn perspectief ondergesneeuwd raakt.
DOCUMENT
In 2013 zijn alle jeugdzorgplusinstellingen op verzoek van het ministerie van VWS gestart met een pilot Trajectzorg. In de regio Utrecht is jeugdzorgplusinstelling Intermetzo Zeist (voorheen Lindenhorst-Almata) hiervoor een samenwerkingsverband aangegaan met De Rading, Lijn 5, Youké, Samen Veilig Midden-Nederland en VSO de Sprong. Het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht is door dit samenwerkingsverband benaderd en dankzij een SIA-Raak Publiek subsidie was het mogelijk in 2014 en 2015 onderzoek te doen naar deze pilot. Het onderzoek had als doel de realisatie van Trajectzorg in deze regio te faciliteren en te stimuleren via een combinatie van beschrijvend onderzoek en de methode van actieonderzoek. In het Raak-projectvoorstel van het onderzoek Op zoek naar het gewone leven zijn een aantal ‘producten’ ter oplevering toegezegd. Eén daarvan was een boekje met de werktitel de methodische leidraad. Een methodische leidraad suggereert dat bekend is hoe Trajectzorg het beste uitgevoerd kan worden. Inmiddels is duidelijk dat de ontwikkeling van Trajectzorg en het onderzoek hiernaar, alleen ruimte bieden voor een meer bescheiden product zoals een procesbeschrijving waaruit lessen geleerd kunnen worden. Lessen die afgemeten worden aan de gestelde doelen en uitgangspunten. In dit boekje zijn deze lessen als aandachtspunten uitgewerkt.
DOCUMENT