Onderzoek in diverse gemeenten leert dat de infiltratiecapaciteit van doorgroeibare verharding sterk verschilt per voorziening, locatie en tijd, maar in vrijwel alle gevallen voldoende zijn om het water binnen enkele uren te verwerken. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze verhardingen een kosteneffectieve bijdrage leveren aan het bergen en afvoeren van regenwater en vergroting van de waterbeschikbaarheid in stedelijk gebied.
LINK
In 2024 the Low Impact Development Devices (LID) open-source international database ClimateScan consist of over 14.000 climate adaption related projects uploaded in the period of 2014–2024. For cities with over 500 projects, this offers an opportunity to construct a LID-DNA of the city. LID-DNA presents the ‘genetic information of the development and functioning of LID in a city’ and was first used in The Netherlands during ClimateCafés as evaluation for future design and maintenance of stormwater management strategies. The LID-DNA of several cities based on the quantity and categories of LID is visualized. The LID structure of early adaptor Amsterdam with over 500 LID measures implemented in 2000–2024, shows a large variety of over 20 types of individual LID. The relative new adaptor Riga shows a LID-DNA with a focus on bio-filtration with raingardens and swales (based on 40 data points). Stakeholders from different departments concluded that cities benefit from the insights of their urban LID-DNA earlier in the process. An early insight will support a targeted LID strategy choosing a limited cost-efficient group of LID than having a wide range of different LID without evaluation of their efficiency. Departments in the city asked for more detailed insights (earlier in the process) to prevent mal-adaptation and disinvestments and be more efficient with their capacity. The ClimateScan database holds over 300 monitored LID projects with research results in North America and Europe in cities as Vancouver, New Orleans, Amsterdam and Riga. Future work will focus on more detailed LID-DNA visualisation based on not only the amount of LID but on the dimensions such as water storage (m 3 ) and surface (m 2 ). Monitoring of LID will be stimulated to make strategic decisions on measured infiltration rates (m/d) of LID as most important criteria for possible damage by floodings and maintenance (clogging). Raising awareness and capacity building targeted on the high-ranking cost-efficient LID is set up in both cities focused on the design, construction and maintenance of LID.
DOCUMENT
Veel gemeenten en waterschappen willen weten of hun klimaatadaptieve maatregelen op lange termijn nog voldoende regenwater bergen en infiltreren. Onderzoek in Tilburg leert dat de infiltratiecapaciteiten van groenblauwe maatregelen sterk verschillen in ruimte en tijd, maar voldoende zijn om het water binnen enkele uren te verwerken. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwater voorzieningen een kosteneffectieve bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijke gebied.
DOCUMENT
In Nederland en omringende landen zijn in de afgelopen jaren en decennia verschillende projecten gerealiseerd rond decentrale innovatieve concepten voor afvalwaterbehandeling en gebruik van re-genwater. Om gemeenten, waterschappen en andere belanghebbenden een rationele grondslag te bieden voor keuzes m.b.t. de inrichting van de stedelijke waterketen (wel of niet decentraal, wel of niet brongescheiden), is in dit KIEM project de potentie en beperkingen onderzocht van nieuwe en circulaire sanitatieconcepten, zoals brongescheiden sanitatie en lokaal (her)gebruik van regenwater op woonwijk schaal. De vraag is wat we kunnen leren van ervaringen bij gerealiseerde projecten, en welke rationele basis er is om, met name bij nieuwbouwplannen, een trendbreuk teweeg te brengen in de richting decentrale oplossingen voor waterzuivering en waterhergebruik op wijkniveau, als al-ternatief voor de huidige, centrale systemen. Daartoe zijn negen verschillende gerealiseerde pro-jecten, operationeel op praktijkschaal, verkend aan de hand van literatuurstudie, data-analyse, inter-views, enquêtes en scenarioberekeningen. Verschillende prestatie-indicatoren, o.a. met betrekking tot terugwinning van grondstoffen, waterkwaliteit, hergebruik en kosten zijn inzichtelijk gemaakt. Bo-vendien is onderzoek gedaan naar de acceptatie van burgers m.b.t. governance structuren (top-down versus bottom-up) als het gaat om de stedelijke waterketen en diensten m.b.t. waterlevering en wa-terbehandeling.Uit dit verkennende onderzoek is gebleken dat alternatieve systemen (brongescheiden sanitatie met vacuümriolering en lokaal gebruik van regenwater) voor toiletspoeling, evt. tuin en wasmachine tot substantieel minder gebruik van drinkwater leiden. Bovendien wordt met separate inzameling en be-handeling van zwart- en grijswater de terugwinning van nutriënten (N, P, C) gestimuleerd en is er bij decentrale behandeling van grijswater jaarrond aanvoer van schoon water wat met name in droge periodes meerwaarde heeft. Daarentegen leiden systemen op wijkschaal, mede vanwege de relatief kleine schaal, tot relatief hoge financiële kosten, d.w.z. in vergelijking met de kosten voor aanleg en beheer van reguliere systemen. Daarbij wordt benadrukt dat vergelijking van kleine, decentrale sys-temen met de huidige, grootschalige centrale (afval)watersystemen lastig is vanwege de relatief ge-ringe hoeveelheid data die beschikbaar is m.b.t. prestatie-indicatoren van decentrale systemen. We kunnen daarom slechts voorlopige en minder harde uitspraken doen over een aantal prestaties van decentrale concepten, bijv. m.b.t. waterkwaliteit. Bovendien is de beoordeling van prestatie-indicato-ren problematisch vanwege ongelijksoortigheid. De huidige grootschalige systemen zijn goeddeels uit-ontwikkeld (innovatie was gericht op kostenefficiency), terwijl decentrale, nieuwe vormen van sani-tatie nog volop in ontwikkeling zijn, met duurzaamheid als drijfveer.Aandachtspunten en vragen liggen met name op het gebied van governance. In de huidige inrichting en organisatie van de waterketen zijn de verantwoordelijkheden, beleidsontwikkeling en operatie in-stitutioneel geborgd en sectoraal verdeeld (waterbedrijf, gemeente en waterschap). Nieuwe vormen van sanitatie en gebruik van regenwater op wijkschaal brengen de noodzaak tot vergaande samen-werking en nieuwe vraagstukken met zich mee.Om de prestaties van grootschalige, centrale systemen m.b.t. afvalwaterbehandeling en watervoor-ziening beter te kunnen vergelijken met decentrale systemen op wijkschaal wordt aanbevolen om gelijktijdig te innoveren op beide schalen, waarbij de innovatie (ook op grote, centrale schaal) gericht is op klimaatadaptatie en aansluiting bij de circulaire economie. Belangrijk daarbij is langjarige data-verzameling en monitoring, zodat de integrale prestaties van concepten en systemen kunnen worden gevolgd, beoordeeld en verbeterd, in de context van integrale duurzaamheid. Daarnaast wordt aan-bevolen om, indien mogelijk, decentrale (afvalwater)systemen op wijkniveau op te schalen naar een grootte van minimaal 3.000 inwoners, om het (op berekeningen gebaseerde) veronderstelde break-evenpoint (kosten decentraal vergelijkbaar met grootschalige, centrale systemen) in de praktijk te ve-rifiëren. Gerealiseerde projecten, bijv. Reitdiep in Groningen of Waterschoon in Sneek, kunnen wor-den benut voor verdere innovatie gericht op kringloopsluiting en circulaire economie.
DOCUMENT
In het kader van Kennis Innovatie Mapping (KIEM) binnen het programma Van afval naar grond-stof (VANG) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is het Center of Expertise Smart Sustainable Cities van Hogeschool Utrecht een onderzoek gestart. Het consortium van Hogeschool Utrecht, BOOT, NL Greenlabel, Royal Haskoning, DHV, EBU en provincie Utrecht heeft de volgende vraag beantwoord: “Wat zijn de kansen voor toepassen van principes van circulaire economie in het beheer en de ontwikkeling van de openbare ruimte?”
DOCUMENT
Onderzoek in Arnhem leert dat de infiltratiecapaciteiten van doorlatende verharding en regenwatertuinen voldoende is om forse buien te verwerken maar verschillen in tijd en ruimte. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied.
LINK
Veel waterschappen en gemeenten vragen zich af of de regenwatervoorzieningen die de laatste decennia op veel plaatsen zijn aangelegd, op lange termijn goed functioneren en of de implementatie kosteneffectief is. Onderzoek in Almere leert dat de infiltratiecapaciteiten van wadi’s voldoende zijn om het water binnen enkele uren te verwerken. Bij doorlatende verharding wordt vaak dichtslibbing aangetoond, maar ook na enkele jaren kunnen de infiltratiecapaciteiten nog boven de ingrijpmaatstaf liggen. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied.
MULTIFILE
Veel waterschappen en gemeenten vragen zich af of de regenwatervoorzieningen die de laatste decennia op veel plaatsen zijn aangelegd, op lange termijn goed functioneren en of de implementatie kosteneffectief is. Onderzoek in Almere leert dat de infiltratiecapaciteiten van wadi’s voldoende zijn om het water binnen enkele uren te verwerken. Bij doorlatende verharding wordt vaak dichtslibbing aangetoond, maar ook na enkele jaren kunnen de infiltratiecapaciteiten nog boven de ingrijpmaatstaf liggen. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied.
DOCUMENT
Veel gemeenten waterschappen vragen zich af of de klimaatadaptieve maatregelen die de laatste decennia op veel plaatsen zijn aangelegd, op lange termijn goed functioneren. Onderzoek in het Drents Overijsselse Delta gebied bij 5 gemeenten waaronder Raalte leer dat de infiltratiecapaciteiten van blauwgroene maatregelen sterk verschillen in ruimte en tijd, maar voldoende zijn om het water binnen enkele uren tot een dag te verwerken. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector aan Hogeschool van Hall Larenstein, 16 juni 2023. Rivieren en beken zijn een gemeenschappelijk, gedeeld goed (in het Engels: common property). De grote rivieren stonden via transport van sediment aan de oorsprong van ons Deltaland en zijn een manifestatie van een belangrijk gedeeld proces: de waterkringloop (Fig. 1). De biogeochemische processen binnen diehydrologische kringloop zorgen voor ons belangrijkste gemeenschappelijk goed: zoet water. Oppervlaktewater – zoals zeewater – verdampt, en wordt door de wind in de vorm van wolken landinwaarts gebracht. Daar valthet als neerslag en zakt in de aarde, wordt gebruikt door planten, verdampt of stroomt vanuit een groter of kleiner stroomgebied via beken en rivieren terug naar zee. Het is daarbij van levensbelang voor ons allen: mensen, dieren en planten. Wij gebruiken rivieren en beken voor ons drinkwater, omvoedsel te verzamelen, als transportader, als riool, als natuurlijke hulpbron inagrarische en industriële productie, voor energieproductie (zowel waterkracht als koeling), als aantrekkelijke woonplaats en voor recreatie. Maar ook wilde dieren en planten gebruiken het als drinkwater,transportader, om voedsel te verzamelen en als leefomgeving. Daarnaast genieten we van de schoonheid van rivieren en beken en biedt het onsinspiratie. Een goed beheer van (het stroomgebied van) beken en rivieren is daarom een gemeenschappelijk belang, waarbij het cruciaal is om de draagkracht van onze watersystemen te kennen en ze niet te overschrijden. Soms moeten we daarvoor terug of verder kijken: naar hoe het vroegerwas, hoe onze buren het doen, of hoe het zou kunnen. In deze rede wordt geschetst hoe er met natuur-gebaseerd rivierbeheer op zoek wordt gegaan naar grote gemene delers: maatregelen waar velen baat bij hebben en waar de belangen ook samenvallen, terwijl we binnen de systeemgrenzen blijven en de draagkracht niet wordt overschreden.
DOCUMENT