De verandering van het klimaat zorgt voor steeds meer uitersten. Hevige regenval en droge periodes komen steeds vaker voor. Door de hevige regenval treedt wateroverlast op, terwijl in andere perioden er een tekort is aan water, waardoor verdroging plaatsvindt. Inwoners en bedrijven ondervinden door wateroverlast veel hinder en schade. Provincie, gemeenten en waterschap werken samen, in het project Waterklaar2, aan het voorkomen van problemen als wateroverlast door het stimuleren van het afkoppelen van hemelwater. Hiervoor is door de gemeenten en het waterschap een stimuleringsregeling afkoppeling hemelwater ontwikkeld. Op basis van deze regeling wordt aan inwoners en bedrijven subsidie verstrekt als tegemoetkoming in de kosten van het afkoppelen van hemelwater. Echter, tot op heden blijkt dat het afkoppelen hemelwater bij bedrijven nog onvoldoende van de grond komt. Het doel van dit onderzoek is gemeenten inzicht te geven in de motivatie tot afkoppelen door bedrijven.
MULTIFILE
Bedrijventerreinen zijn vanwege hun verharde inrichting extra gevoelig voor klimaatverandering. Effecten van hitte, droogte en intensieve neerslag hier zijn groter dan elders in de stad. Dit impliceert risico’s voor de aanwezige bedrijven. Bovendien dragen bedrijventerreinen sterk bij aan de klimaatgevoeligheid van andere delen van de stad. Lokale overheden willen graag integrale maatregelen doorvoeren om bedrijventerreinen naast klimaatadaptatief, tevens natuurinclusief, CO2 neutraal en aantrekkelijk te maken. Ondernemers zijn sleutelactoren bij het nemen van maatregelen, maar reguliere adaptatiestrategieën van overheden lijken niet direct aan te sluiten bij hun manier van werken. Om tot een meer duurzame en toekomstbestendige bedrijventerrein-inrichting te komen, hebben gemeenten en waterschappen behoefte aan een nieuwe aanpak waarmee effectieve samenwerking met ondernemers op die terreinen kan worden bereikt. Op verschillende bedrijventerreinen in Friesland, Groningen en Drenthe is via participatief onderzoek de situatie in kaart gebracht m.b.t. (ervaren) klimaatrisico’s, biodiversiteit en economische vitaliteit. Op basis daarvan hebben we knelpunten en kansen voor maatregelen en samenwerking geduid. Integrale oplossingen zijn uitgewerkt in co-creatie, en via verschillende methoden hebben we de voorwaarden voor effectieve samenwerking tussen overheden en ondernemers onderzocht. De uitkomsten vormen de basis voor een werkwijze voor overheden (gemeenten en waterschappen) om met ondernemers(verenigingen) te komen tot klimaatadaptieve maatregelen.Projectnummer: RAAK.PUB07.025
MULTIFILE
In Nederland en omringende landen zijn in de afgelopen jaren en decennia verschillende projecten gerealiseerd rond decentrale innovatieve concepten voor afvalwaterbehandeling en gebruik van re-genwater. Om gemeenten, waterschappen en andere belanghebbenden een rationele grondslag te bieden voor keuzes m.b.t. de inrichting van de stedelijke waterketen (wel of niet decentraal, wel of niet brongescheiden), is in dit KIEM project de potentie en beperkingen onderzocht van nieuwe en circulaire sanitatieconcepten, zoals brongescheiden sanitatie en lokaal (her)gebruik van regenwater op woonwijk schaal. De vraag is wat we kunnen leren van ervaringen bij gerealiseerde projecten, en welke rationele basis er is om, met name bij nieuwbouwplannen, een trendbreuk teweeg te brengen in de richting decentrale oplossingen voor waterzuivering en waterhergebruik op wijkniveau, als al-ternatief voor de huidige, centrale systemen. Daartoe zijn negen verschillende gerealiseerde pro-jecten, operationeel op praktijkschaal, verkend aan de hand van literatuurstudie, data-analyse, inter-views, enquêtes en scenarioberekeningen. Verschillende prestatie-indicatoren, o.a. met betrekking tot terugwinning van grondstoffen, waterkwaliteit, hergebruik en kosten zijn inzichtelijk gemaakt. Bo-vendien is onderzoek gedaan naar de acceptatie van burgers m.b.t. governance structuren (top-down versus bottom-up) als het gaat om de stedelijke waterketen en diensten m.b.t. waterlevering en wa-terbehandeling.Uit dit verkennende onderzoek is gebleken dat alternatieve systemen (brongescheiden sanitatie met vacuümriolering en lokaal gebruik van regenwater) voor toiletspoeling, evt. tuin en wasmachine tot substantieel minder gebruik van drinkwater leiden. Bovendien wordt met separate inzameling en be-handeling van zwart- en grijswater de terugwinning van nutriënten (N, P, C) gestimuleerd en is er bij decentrale behandeling van grijswater jaarrond aanvoer van schoon water wat met name in droge periodes meerwaarde heeft. Daarentegen leiden systemen op wijkschaal, mede vanwege de relatief kleine schaal, tot relatief hoge financiële kosten, d.w.z. in vergelijking met de kosten voor aanleg en beheer van reguliere systemen. Daarbij wordt benadrukt dat vergelijking van kleine, decentrale sys-temen met de huidige, grootschalige centrale (afval)watersystemen lastig is vanwege de relatief ge-ringe hoeveelheid data die beschikbaar is m.b.t. prestatie-indicatoren van decentrale systemen. We kunnen daarom slechts voorlopige en minder harde uitspraken doen over een aantal prestaties van decentrale concepten, bijv. m.b.t. waterkwaliteit. Bovendien is de beoordeling van prestatie-indicato-ren problematisch vanwege ongelijksoortigheid. De huidige grootschalige systemen zijn goeddeels uit-ontwikkeld (innovatie was gericht op kostenefficiency), terwijl decentrale, nieuwe vormen van sani-tatie nog volop in ontwikkeling zijn, met duurzaamheid als drijfveer.Aandachtspunten en vragen liggen met name op het gebied van governance. In de huidige inrichting en organisatie van de waterketen zijn de verantwoordelijkheden, beleidsontwikkeling en operatie in-stitutioneel geborgd en sectoraal verdeeld (waterbedrijf, gemeente en waterschap). Nieuwe vormen van sanitatie en gebruik van regenwater op wijkschaal brengen de noodzaak tot vergaande samen-werking en nieuwe vraagstukken met zich mee.Om de prestaties van grootschalige, centrale systemen m.b.t. afvalwaterbehandeling en watervoor-ziening beter te kunnen vergelijken met decentrale systemen op wijkschaal wordt aanbevolen om gelijktijdig te innoveren op beide schalen, waarbij de innovatie (ook op grote, centrale schaal) gericht is op klimaatadaptatie en aansluiting bij de circulaire economie. Belangrijk daarbij is langjarige data-verzameling en monitoring, zodat de integrale prestaties van concepten en systemen kunnen worden gevolgd, beoordeeld en verbeterd, in de context van integrale duurzaamheid. Daarnaast wordt aan-bevolen om, indien mogelijk, decentrale (afvalwater)systemen op wijkniveau op te schalen naar een grootte van minimaal 3.000 inwoners, om het (op berekeningen gebaseerde) veronderstelde break-evenpoint (kosten decentraal vergelijkbaar met grootschalige, centrale systemen) in de praktijk te ve-rifiëren. Gerealiseerde projecten, bijv. Reitdiep in Groningen of Waterschoon in Sneek, kunnen wor-den benut voor verdere innovatie gericht op kringloopsluiting en circulaire economie.
MULTIFILE