Er zijn veel verschillende sensoren beschikbaar die gebruikt kunnen worden om data in te winnen. Daarnaast zijn er veel verschillende werkwijzen om aan de slag te gaan met sensoren. Om een gestandaardiseerde werkwijze op te stellen, is een groep 4e-jaars AGIS studenten van de HAS green academy in het kader van het SURF project SMART sensordata infrastructuur aan de slag gegaan met het proces omtrent het inwinnen van data met sensoren. Hier is een werkwijze uit komen rollen die voor iedereen en overal werkt. In deze handleiding wordt de werkwijze stap voor stap uitgelegd.
MULTIFILE
Om concreet te maken wat er precies verandert in de techniek en wat dat betekent voor de competenties die technici in de toekomst nodig hebben, riepen wij de hulp in van werkgevers in de techniek. Technische bedrijven maken de opkomst van de Smart Industry en/of daaraan verwante ontwikkelingen ten slotte van dichtbij mee, als ze die niet al zelf vormgeven. Om een idee te krijgen van de competenties die van belang zouden zijn, hebben wij onderzoek gedaan onder 236 werkgevers in de technische sector. Wij bevroegen ze uitgebreid over de kennis, vaardigheden en houdingsaspecten (competenties) die ze onontbeerlijk achten voor technici die tussen nu en vijf jaar afstuderen. Wij stelden ze daarbij de vraag om zowel op huidige én toekomstige werksituaties te reflecteren, rekening houdend met technologische ontwikkelingen in hun werkveld. Na de introductie in Hoofdstuk 1, duikt Hoofdstuk 2 allereerst in de belangrijkste veranderingen in werk in de technische sector, volgens de door ons ondervraagde werkgevers. Hoofdstuk drie gaat vervolgens in op de gevolgen van deze veranderingen: welke competenties hebben werknemers van de toekomst hierdoor nodig? Het vierde hoofdstuk neemt je mee naar de werkvloer. We maken kennis met technici van de toekomst door een achttal portretten van werknemers die al (deels) over de benodigde competenties bezitten. Hoofdstuk vijf bevat een interview met innovatiedeskundige en wetenschapper Janina den Hertog waarin zij vertelt hoe bedrijven technici van de toekomst kunnen enthousiasmeren om te blijven vernieuwen. Het zesde en laatste hoofdstuk bespreekt ten slotte de belangrijkste bevindingen van ons onderzoek. Daarnaast bevat het concrete tips voor zowel (aankomende) technici, als werkgevers en docenten om zoveel mogelijk ‘toekomstproof’ te worden. Het boekje wordt afgesloten met een praktisch voorbeeld hoe het in de praktijk werkt: Smart Industry vereist Smart HRM!
MULTIFILE
In het kader van het Hydrogreenn Hoogeveen project gaan we op EnTranCe een drietal waterstof cv-ketels testen. Het zijn gewone aardgas cv-ketels waarvan de branders en wat sensortechniek aangepast is op 100% waterstof. Waarom zou je dit willen en waarom zou je niet meteen overstappen op een moderne warmtepomp?
LINK
De ambitie is het ontwikkelen van een toegespitste homogeniserende egalisatiemachine inclusief een in de grond flexibel in te bouwen sensorisch meetsysteem voor het implementeren van een innovatieve meetopstelling in het Aeres Innovation Centre (Bodem Band Bassin). In het Bodem Band Bassin wordt in kaart gebracht welke bodemdruk ontstaat door banden- of trackkeus en band/track afstelling bij inzet van machines en werktuigen. Essentie bij onderzoek in het BBB is het preventief zoeken naar de mogelijkheden om de ondergrondverdichting te minimaliseren. Dit stimuleert duurzaam bodembeheer in de landbouw en maakt ondernemers bewust van hoe de afstelling tussen bandformaat, bandafstelling, gewicht werktuig en bodemgesteldheid op elkaar afgestemd kunnen worden. In dit project wordt een, eerder zelf ontwikkelt, sensorisch meetsysteem doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor vertalingen naar praktijksituaties. Na één test is de bodem in het bassin verstoord en daarom moet na elke meting de voorgaande bodemsituatie hersteld worden. Daarvoor wordt in dit project via een morfologische analyse een werktuigbouwkundig constructieplan ontwikkeld zodat na afronding van dit project een dergelijke homogeniserende egalisatiemachine gebouwd kan worden. De essentie van de onderzoeksvraag van dit project ligt in het uitwerken van de zelf ontwikkelde meetopstelling en daarbij gebruik maken van bestaande kennis rondom band- en sensortechniek en bodemkunde. Door de meetopstelling en het egalisatiewerktuig op de tekentafel samen met de telers en mechanisatiebedrijven door te ontwikkelen in een praktijksetting vergroten we het inzicht in de (on)mogelijkheden van deze toepassing en kunnen we een innovatie ontwikkelen die nauw aansluit op de wens van telers zo min mogelijk bodemdruk te veroorzaken. Het ultieme doel is om ondergrondverdichting in de landbouw een halt toe te roepen. Op basis van dit project wordt een groter onderzoeksvoorstel geschreven waar de lectoraten Precisielandbouw (Aeres), Duurzaam Bodembeheer (Aeres) en Mechatronica (Saxion) samen het initiatief in nemen.
Every year the police are confronted with an ever increasing number of complex cases involving missing persons. About 100 people are reported missing every year in the Netherlands, of which, an unknown number become victims of crime, and presumed buried in clandestine graves. Similarly, according to NWVA, several dead animals are also often buried illegally in clandestine graves in farm lands, which may result in the spread of diseases that have significant consequences to other animals and humans in general. Forensic investigators from both the national police (NP) and NWVA are often confronted with a dilemma: speed versus carefulness and precision. However, the current forensic investigation process of identifying and localizing clandestine graves are often labor intensive, time consuming and employ classical techniques, such as walking sticks and dogs (Police), which are not effective. Therefore, there is an urgent request from the forensic investigators to develop a new method to detect and localize clandestine graves quickly, efficiently and effectively. In this project, together with practitioners, knowledge institutes, SMEs and Field labs, practical research will be carried out to devise a new forensic investigation process to identify clandestine graves using an autonomous Crime Scene Investigative (CSI) drone. The new work process will exploit the newly adopted EU-wide drone regulation that relaxes a number of previously imposed flight restrictions. Moreover, it will effectively optimize the available drone and perception technologies in order to achieve the desired functionality, performance and operational safety in detecting/localizing clandestine graves autonomously. The proposed method will be demonstrated and validated in practical operational environments. This project will also make a demonstrable contribution to the renewal of higher professional education. The police and NVWA will be equipped with operating procedures, legislative knowledge, skills and technological expertise needed to effectively and efficiently performed their forensic investigations.
De Flevolandse bodem is relatief jong. De kwaliteit voor agrarisch gebruik was goed, maar kent een dalende trend. Dit komt voor een belangrijk deel door bodemdaling (natuurlijke inklinking en veenoxidatie) en bodemverdichting (door agrarische praktijken). Hiermee dreigt de (voedsel-)productiecapaciteit terug te lopen in een provincie waar de productiestructuur voornamelijk is gericht op de agribusiness. Bodemverdichting en –daling is ook bepalend voor het waterbergend vermogen, beperking van af- en uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater en de biodiversiteit van het bodemleven; een duurzaam bodem- en waterbeheer. Vanuit de agrarische sector is grote behoefte aan meer inzicht op huidige staat en handelingsperspectief op korte en lange termijn. Het onderzoek richt zich op het verkrijgen van meer begrip van achterliggende mechanismen, ontwikkeling en validatie van innovatieve meettechnieken, inzicht in ruimtelijke variabiliteit (en achterliggende oorzaken) en gevolgen van bodemdaling en -verdichting (landbouwkundig, hydrologisch, biologisch). Vervolgens om efficiënte, goedkope (plaats specifieke) oplossingen te ontwikkelen om de bodem (-hydrologie/chemie) ook voor de langere termijn gezond te houden en daarmee op een duurzame manier voedsel te produceren. De consortiumpartners werken samen aan de opzet en uitvoering. De samenwerking leidt tot nieuwe kennis en inzichten, toepassing in de dagelijkse praktijk en inbedding in de opleiding. O.a. door kennisontwikkeling bij studenten (de toekomstige agrariërs en adviseurs) en docenten over nieuwe digitale en sensortechnieken. De probleemstelling wordt onderschreven door: - Provincie Flevoland in het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Gebruik van de Flevolandse Ondergrond 2016-2020 en in het Actieplan Bodem en Water als invulling van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. - Programmabureau Basisregistratie Ondergrond (BRO). De gegevens die in dit RAAK-project worden gegenereerd leveren waardevolle informatie om de bodeminformatie in Flevoland te herzien. Afstemming en kennisuitwisseling zal plaatsvinden met onderzoek naar ‘Toekomstbestendige ontwikkeling in bodemdalingsgebieden’ (RAAK-PRO projectaanvraag, Saxion Hogeschool). Hiertoe is het lectoraat Bodem & Ondergrond partner in het projectconsortium.