Dit boek schetst de urgentie van de duurzaamheidstransitie en de zoektocht naar een natuurlijk sociaal contract, waarin de relatie tussen mens, samenleving en ecosysteem centraal staat. In plaats van individualisme en marktdominantie benadrukt dit contract collectieve verantwoordelijkheid, wederkerigheid en ecologisch bewustzijn. Sociale innovatie wordt hierin gepresenteerd als sleutel tot systeemverandering: nieuwe vormen van bestuur, organisatie en samenwerking tussen overheden, bedrijven, burgers en kennisinstellingen. Het boek bespreekt theoretische kaders zoals transitiemanagement, complexe adaptieve systemen, adaptief management, sociaal leren en transdisciplinaire samenwerking. Daarnaast introduceert het analytische instrumenten zoals krachtenveldanalyse en institutionele ontwerpprincipes om sociale innovaties beter te begrijpen en te faciliteren. Aan de hand van praktijkvoorbeelden – van kringlooplandbouw en korte ketens tot adaptieve gebiedsontwikkeling en eiwittransitie – laat Huntjens zien hoe innovaties op micro-, meso- en macroniveau bijdragen aan brede welvaart en meervoudige waardecreatie. Het lectoraat Sociale Innovatie in het Groene Domein positioneert zich daarmee als motor van kennisontwikkeling en praktijkgericht onderzoek. De kernboodschap is dat duurzame transitie alleen slaagt wanneer technologische vernieuwing wordt verbonden met sociale innovatie, waarbij waarden als rechtvaardigheid, verbondenheid en solidariteit richting geven aan collectieve oplossingen.
DOCUMENT
Japan begon aan het einde van de 19e eeuw met het moderne concept ‘the movement of civilization’. Meer dan honderd jaar volgde Japan de westerse modellen van onder andere het sociale domein. Japan werd na de Tweede Wereldoorlog het eerste land in Azië met een verzorgingsstaat. Dit terwijl het sociaal werk in die tijd nog niet erkend werd.
DOCUMENT
Excerpt van de oratie van prof. dr. G. van der Laan als lector aan de Fontys hogescholen te Eindhoven (sociaal werk).
DOCUMENT
Hoe is het sociaal werk georganiseerd in Noorwegen? Enerzijds heeft dit Scandinavische land een uitgebreid stelsel voor sociale zekerheid en is er weinig bureaucratie in vergelijking tot Nederland. Daarbij zien we dat veel sociaal werkers werkzaam zijn voor de overheid en daardoor andere verantwoordelijkheden hebben.
LINK
Al enkele decennia kampt de sociale sector met het beeld 'dat er maar wat gedaan wordt'. Effecten van interventies zijn moeilijk hard te maken en hartverscheurende incidenten waarbij het mis gaat, worden breed uitgemeten in de media. Er is daarom in de afgelopen decennia veel werk gemaakt van nieuwe sturings- en verantwoordingsinstrumenten, zoals de beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF). Deze publicatie beschrijft de huidige landelijke discussie en de Eindhovens situatie met betrekking tot sturing en verantwoording in lokaal sociaal beleid. Naast een stand van zaken worden voorstellen geformuleerd tot verbetering.
DOCUMENT
De incidentie van niet aangeboren hersenletsel (NAH) bij personen in de leeftijd tot 25 jaar in Nederland is aanzienlijk, met ca. 18.000 nieuwe gevallen per jaar. Kinderen en jongeren met NAH hebben naast fysieke, cognitieve en emotionele beperkingen, een significant lager niveau van sociale participatie dan hun gezonde leeftijdgenoten. Het gebruik van de Nintendo Wii, een spelcomputer die bewegingen op natuurlijke en intuïtieve wijze uitlokt, lijkt mogelijkheden te bieden om contacten met anderen en actieve vrijetijdsbesteding bij jongeren met NAH te stimuleren. In deze studie wordt onderzocht wat het effect is van het gebruik van de Nintendo Wii bij kinderen en jongeren met NAH op fysiek, cognitief en sociaal functioneren. Om dit te onderzoeken is een multicenter, observationele pilotstudie verricht, bij 50 kinderen en jongeren met NAH in de leeftijd van 6-29 jaar die onder controle of behandeling zijn van een revalidatiearts. De interventie, van in totaal 12 weken, startte met 2 trainingssessies van 60 minuten, waarbij de toe te passen games werden gekozen passend bij zelf gekozen behandeldoelen (te verbeteren functies of activiteiten) en uitvoerbaar gezien de individuele beperkingen van de deelnemer. Vervolgens werd er minimaal 2 keer in de week gegamed. Er was wekelijks contact met een therapeut per telefoon of e-mail. De effectmetingen (vragenlijsten en een neuropsychologische test) werden verricht aan het begin en einde van de interventie en betroffen het fysiek, cognitief en sociaal functioneren. De statistische analyse bestond uit vergelijkingen van de uitkomstmaten tussen 0 en 12 weken met behulp van gepaarde t-toetsen, Wilcoxon-Signed-Rank tests en chi-kwadraat toetsen. Deze eerste pilotstudie naar de effecten van het gamen met de Nintendo Wii bij jongeren met NAH laat significante verbetering zien op het fysiek en cognitief functioneren, en niet op het sociaal functioneren. Deze resultaten zijn aanleiding om de effectiviteit van de Nintendo Wii in deze patiëntengroep in een grotere, gecontroleerde studie verder te onder ABSTRACT Aim: To explore the effects of usage of the Nintendo Wii on physical, cognitive and social functioning in patients with acquired brain injury (ABI). Methods: This multicenter, observational proof-of-concept study included children, adolescents and young adults with ABI aged 6-29 years. A standardized, yet individually tailored 12-week intervention with the Nintendo Wii was delivered by trained instructors. The treatment goals were set on an individual basis and included targets regarding physical, mental and/or social functioning. Outcome assessments were done at baseline and after 12 weeks, and included: the average number of minutes per week of recreational physical activity; the CAPE (Children's Assessment of Participation and Enjoyment); the ANT (Amsterdam Neuropsychological Tasks); the achievement of individual treatment goals (Goal Attainment Scaling); and quality of life (PedsQL; Pediatric Quality of Life Inventory). Statistical analyses included paired t-tests or Wilcoxon-Signed-Rank tests. Results: 50 patients were included, (31 boys and 19 girls; mean age 17.1 years (SD 4.4)), of whom 45 (90%) completed the study. Significant changes of the amount of physical activity, speed of information processing, attention, response inhibition and visual-motor coordination (p<0.05) were seen after 12 weeks, whereas there were no differences in CAPE or PedsQL scores. Two-thirds of the patients reported an improvement of the main treatment goal. Conclusion: This study supports the potential benefits of gaming in children and youth with ABI.
DOCUMENT
De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
DOCUMENT
Kunst kan in haar rijkheid en variëteit worden ingezet om een inclusieve samenleving te bevorderen. Maar hoe doe je dat? Want ook het werken met kunst kan mensen uitsluiten. In het onderzoek naar het project De Kunst van Delen is gezocht naar de do’s en don’t’s bij het inzetten van kunst door sociale en culturele professionals gericht op een inclusieve relatie tussen ouderen en jongeren in de stad Utrecht. Wat betekent dit voor het sociaal werk en de verdere professionalisering ervan?
LINK
Over eenzaamheid in verpleeghuizen is relatief weinig bekend. Het doel van deze studie is inzicht krijgen in de prevalentie van sociale, emotionele en existentiële eenzaamheid onder verpleeghuisbewoners en de samenhang tussen eenzaamheid en deelname aan activiteiten en het hebben van contacten. Data is verzameld onder verpleeghuisbewoners van zorgcentra en groepswoningen in de provincie Zeeland (N = 101; leeftijdsrange = 42 tot 103 jaar; mediaan = 83 jaar; 71% = vrouw). Sociale, emotionele en existentiële eenzaamheid zijn bevraagd, alsmede persoonsgegevens en deelname aan activiteiten en het hebben van contacten. Prevalentiecijfers van eenzaamheid zijn berekend. Regressieanalyses zijn uitgevoerd om de relatie tussen eenzaamheid en persoonsgegevens, deelname aan activiteiten en het hebben van contacten te onderzoeken. De meerderheid van de respondenten voelt zich emotioneel, sociaal en/of existentieel eenzaam. Een langere verblijfsduur in het verpleeghuis en deelname aan beweegactiviteiten hangen samen met een mindere mate van sociale eenzaamheid, maar niet met emotionele of existentiële eenzaamheid. Het aanbod aan activiteiten in het verpleeghuis is gericht op sociale eenzaamheid. Voor emotionele en existentiële eenzaamheid lijkt geen aanbod te bestaan, terwijl deze vormen van eenzaamheid vaak voorkomen in het verpleeghuis.
MULTIFILE
In discussies over burgerkracht hoor je vaak dat burgerinitiatieven moeten bijdragen aan ‘leefbaarheid’, ‘sociale samenhang’ en ‘inclusie van kwetsbare groepen’. De roerige geschiedenis van Buurtboerderij Ons Genoegen aan de groene rafelrand van het Amsterdamse Westerpark laat zien dat een proces van zelforganisatie doorgaans gepaard gaat met voortdurende in- en uitsluiting.
DOCUMENT