Oefenopdrachten, verwerkingsopdrachten, reflectievragen en toetsvragen bij 23 van de 24 hoofdstukken van het Handboek Werken in de Wijk van JP. Wilken & AM van Bergen
DOCUMENT
Handboek werken in de wijk gaat over de gevolgen van de stelselherziening voor het werk van de sociale professional. De auteurs beschrijven vanuit diverse invalshoeken, geïllustreerd met veel voorbeelden, de elementen van het werken op het niveau van een wijk, buurt of dorp. Het gaat om kennis die voor iedere allround werker van belang is. Om kennis van de omgeving, maar ook van de problematiek die je tegenkomt, zoals schulden, huiselijk geweld of psychiatrische aandoeningen. Het vraagt vaardigheden om aan te sluiten bij een diversiteit aan mensen en situaties, om de dialoog te voeren, om integraal te werken. Het vraagt ook methodische kennis, bijvoorbeeld om sociaal isolement, kindermishandeling of overbelasting van mantelzorgers te signaleren en te weten hoe dan te handelen. Voortdurend gaat het daarbij om de eigen kracht van mensen, sociale verbanden en de samenleving als uitgangspunt te nemen. Het boek is bedoeld als een basisboek voor (aankomende) professionals, maar is ook geschikt voor iedereen die meer wil weten over de nieuwe vormen van sociaal werk en hulpverlening
MULTIFILE
Voor u ligt het derde boekje dat wij uitgeven naar aanleiding van de lezingenreeks ‘Kracht van Sport’. Het betreft de vijfde maal dat wij de reeks organiseren. De reeks startte in 2012 met het onderwerp; ‘Olympische Spelen in Nederland: Droom of Nachtmerrie?’, in 2013 gevolgd door ‘Kracht van Sport’ (boekje), in 2014 ‘Kracht van Sport: over de grens’, in 2015 ‘Kracht van Sport: de verbinding’ (boekje), en afgelopen voorjaar (2016) ‘Kracht van Aangepaste Sport’. Tijdens deze lezingenreeks komen verschillende doelgroepen binnen de aangepaste sport naar voren, deze onderwerpen zijn vastgesteld samen met vertegenwoordigers uit de revalidatie, geneeskunde en sport. De onderwerpen die aan bod komen zijn sporten met: niet-aangeboren hersenletsel, een gedragsstoornis, een lichamelijke beperking, een verstandelijke beperking, een visuele beperking en een auditieve beperking.
DOCUMENT
Logopedisten en klinisch linguïsten onderzoeken de taalontwikkeling van jonge kinderen met een vermoedelijke of al vastgestelde taalontwikkelingsstoornis. Ze onderzoeken ook de taalvaardigheid van personen met afasie. Naast gestandaardiseerde tests worden samples spontane taal geanalyseerd. Hiervoor worden uitingen ontlokt aan de patiënten via vaste protocollen. De sessies worden opgenomen, getranscribeerd en vervolgens grammaticaal geanalyseerd. Bij de grammaticale analyse wordt bepaald welke soorten constructies en fouten voorkomen en in welke mate, en dit wordt vergeleken met een norm. Taal- en spraaktechnologie (TST) kan er in prin-cipe aan bijdragen om het proces van transcriptie en grammaticale analyse efficiënter te maken en mogelijk zelfs om de kwaliteit van de assessments te verhogen. In dit artikel richten we ons op de mogelijkheden van TST voor de analyse van kindertaal.
LINK
Buitenspelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen: ze leren sociale vaardigheden en risico’s nemen. Kinderen vinden buitenspelen leuk, maar ze doen het steeds minder. Helaas spelen kinderen met een beperking nog minder vaak en minder lang buiten. Dit komt deels door fysieke belemmeringen, bijvoorbeeld ontoegankelijke speelplekken. Echter, ook op toegankelijke speelplekken spelen weinig kinderen met een beperking. Sociale barrières, zoals moeilijk contact kunnen maken of buitengesloten worden, verhinderen ook dat kinderen met een beperking buitenspelen. Daarnaast speelt gescheiden onderwijs een rol: kinderen op speciaal onderwijs gaan vaak ver van huis naar school waardoor ze weinig kinderen in hun wijk kennen. Speeltuin Kloosterplantsoen IJsselstein is een (deels) aangepaste speeltuin, maar desondanks komen er weinig kinderen met een beperking. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat zij ook naar de speeltuin komen? Daarvoor richtten we ons op drie thema’s: (naams)bekendheid, de ‘samenspeelkliko’ en ouderbetrokkenheid, om zo te bouwen aan een lokale community die zich inzet voor inclusief buitenspelen. Door verscheidene evenementen te organiseren en te leren hoe we kinderen met een beperking beter konden bereiken, zagen we geleidelijk meer kinderen met een beperking op evenementen afkomen. Ook organiseerde de kinderfysiotherapeut samen met de buurtsportcoach samenspeelmiddagen in de speeltuin, waardoor kinderen met een beperking positieve ervaringen opdeden en de speeltuin leerden kennen. De samenspeelkliko is hierbij vaak uitgeprobeerd, en studenten hebben een nieuw spel ontwikkeld dat hieraan zou kunnen worden toegevoegd. Voor ouderbetrokkenheid zijn de eerste stappen gezet, er is onder andere een whatsapp community opgericht waarin ouders op de hoogte worden gehouden van alle activiteiten in de speeltuin. Er wordt nu vanuit een community samengewerkt aan inclusief buitenspelen in IJsselstein, waarbij professionals elkaar goed weten te vinden en de gemeente het onderwerp hoger op de agenda heeft staan.
DOCUMENT
Van Jeugdzorg naar oplossingen beschrijft de mogelijkheden om door samenwerking met jeugdzorg en onderwijs het product te verbeteren en tevens de waarde van de sportvereniging te verhogen voor alle belanghebbenden. Sport is een plezierige belevenis door Physieke Prestaties met Partners. Daarnaast bevat sport een groot scala van additionele producten waarmee de persoonlijke ontwikkeling van kinderen kunnen worden verbeterd, alsmede de socialisatie en nog veel maatschappelijke bijproducten. Door de verbetering van deze additionele waardes ontstaat vanzelf een beter hoofdproduct. Onderwijs en Jeugdzorg kunnen hier een belangrijke bijdrage in leveren. Anderzijds kan de sportvereniging een belangrijke tegenprestatie leveren ten gunste van de ontwikkeling en het geluk van kinderen. Hierdoor krijgt de subsidie een draagvlak waarmee verenigingen beoordeeld kunnen worden. Synergie is hierbij het sleutelwoord, door samenwerking ontstaan nieuwe processen of leiden ze tot kostenreductie. De productiviteit en dus de meerwaarde van verenigingen kan toenemen door deze verhoogde effectiviteit en efficiency. Organisatorisch zal er ruimte moeten worden gemaakt voor de pedagogisch- en zorg-coördinator. Met een beter informatiesysteem krijgt jeugd een meer centrale positie die sturend kan worden voor de ontwikkeling. Per regio of zorggebied kan een intensieve samenwerking worden gestimuleerd van zelfsturende teams met doelstellingen op projectbasis. Vanuit het onderwijs en de jeugdzorg kan de participatie bij jeugdverenigingen worden gestimuleerd. Verenigingen krijgen nu veel, volle en vaste leden/ vrijwilligers die vaker komen waarmee de positionering duidelijker wordt.
MULTIFILE