Artikel over nieuwe opvattingen over stedelijke regio's en regionale planning.
DOCUMENT
Er zit een gat tussen de theorie van het vakgebied economie en het praktijkgedrag van mensen. In de kwaliteitskunde lijkt het niet anders te zijn. De klassieke kwaliteitssystemen AQAP, ISO, INK/EFQM zijn in principe opgezet om tot verbetering van halffabricaten en eindproducten te komen.
DOCUMENT
In 1995 publiceerden Cott e.a. de "movement continuum theory for physiotherapy". In de Nederlandse discussie over stromingen in fysiotherapie bleef dit model onderbelicht terwijl dit model juist goede mogelijkheden biedt voor onderwijs, wetenschap en praktijk. De movement continuum theory maakt de dynamische systeem theorie toepasbaar voor fysiotherapie en brengt de elementen en hun onderlinge verband zowel grafisch in beeld als beschrijvend aan de hand van een aantal pricipes.
DOCUMENT
Hoewel de eindtermen voor het vreemdetalenonderwijs gericht zijn op communicatieve vaardigheden, blijkt in de praktijk dat veel leerlingen maar beperkt (leren) communiceren in de vreemde taal. Om een brug te slaan tussen de vakdidactische theorie en de vakdidactische ontwikkeling van leraren-in-opleiding in de (stage)praktijk hebben Charline Rouffet, Irene de Kleyn, Marleen IJzerman, Catherine van Beuningen en Rick de Graaff een observatie-instrument ontwikkeld dat gebaseerd is op principes van communicatief taalonderwijs, en dat het vakdidactisch handelen van leraren moderne vreemde talen (in opleiding) observeerbaar en evalueerbaar maakt. Het instrument kan zowel door lerarenopleiders en stagebegeleiders als door leraren-in-opleiding zelf gebruikt worden voor observeren, feedback geven of ontwerpen van onderwijs. Hun artikel laat zien hoe het observatie-instrument is geëvalueerd op validiteit, betrouwbaarheid en praktische bruikbaarheid en hoe het kan worden ingezet.
LINK
De centrale vraag voor dit inventarisatieonderzoek is: Wat wordt er in de theorie en in de praktijk van Scope (het samenwerkingsverband van zestien scholenclusters en de Educatieve Academie van Hogeschool Viaa) verstaan onder ‘goed onderwijs’? De drie deelvragen zijn: 1. Wat geeft recente literatuur aan als kenmerkend voor ‘goed onderwijs’ (theorie)? 2. Welke beelden leven er bij de verschillende betrokken partijen binnen Scope (bestuurders, schoolleiders, leraren, leerlingen, ouders, EAopleiders, schoolopleiders en pabo-studenten) over ‘goed onderwijs’ (praktijk)? 3. Welke onderzoeksvragen leven er binnen Scope met betrekking tot de praktijk van ‘goed onderwijs’? Om deze vragen te beantwoorden is literatuuronderzoek gedaan en zijn focusgroepinterviews gehouden bij acht betrokken partijen binnen Scope.
DOCUMENT
Dit artikel is een recensie van het tot de jaren 90 veel gebruikte handboek op het terrein van arbeidsverhoudingen van prof. dr. Reynaerts "Arbeidsverhoudingen in theorie en praktijk". Het betreft een beoordeling van de tweede herziene druk. De tweede herziene druk van deel 1 van het boek ,geschreven door Prof. Reynaerts en drs. Nagelkerke, verscheen in 1986. De tweede herziene druk van deel 2, onder redactie van Prof. Reynaerts , verscheen in 1987.
DOCUMENT
Vijftig jaar geleden hoorden jonge kinderen thuis bij hun moeder en waren er nauwelijks kindercentra. Ze speelden met broers, zussen of buurkinderen in en rond het huis zonder professionele begeleiding. Lang niet alle kinderen gingen naar de kleuterschool. En niemand had nog gehoord van leerlingvolgsystemen voor peuters en kleuters om hun taal en cognitie te beoordelen met het oog op schoolsucces. Binnen enkele generaties is de opvoeding van jonge kinderen diepgaand veranderd. Genetisch verandert ‘het kind’ of ‘de opvoeder’ natuurlijk niet. Maar de opvoeding van vroeger is wezenlijk anders dan de hedendaagse opvoeding. Enerzijds bieden kindercentra en scholen goede nieuwe mogelijkheden aan kinderen en hun ouders. Maar er zijn ook schaduwkanten door wisselende groepen in kindercentra of een te schoolse benadering. Dit boek gaat over de vakkennis van speelse en liefdevolle professionals die werken met jonge kinderen. Het biedt een theorie over ontwikkeling, opvoeding en educatie van jonge kinderen in de 21ste eeuw. Deze theorie is gebaseerd op ervaringen van praktijkpedagogen, internationaal onderzoek naar jonge kinderen in gezin, kindercentra en scholen en het empirische onderzoek van de auteurs de afgelopen 40 jaar.
LINK
Bij het opleiden van leraren is de relatie tussen opleidingstheorie en de schoolpraktijk vaak lastig. Tot midden jaren negentig lag het primaat vaak bij de theorie. In deze bijdrage wordt een project uit de jaren 1993-1996 beschreven en gekvalueerd, waarin het tijdstip en de aard van het aanbieden van onderwijskundige theorie in de tweedegraads lerarenopleiding afhankelijk wordt gemaakt van in de schoolpraktijk door studenten ervaren vragen en problemen. Scholen waren opdrachtgever en formuleerden praktijkgerichte opdrachten en projecten waarmee studenten aan de slag gingen. Een vorm van werkplek leren avant la lettre in 1995, met een eervolle vermelding van de toenmalige visitatiecommissie onder leiding van mevr. Ginjaar-Maas.
DOCUMENT
Catalogus met afstudeerprojecten van de Fontys Academie voor Architectuur en Stedenbouw (AAS), Tilburg, jaargang 2004-2005. Met een inleidend essay door Gabriel Verheggen.
DOCUMENT
Catalogus met afstudeerprojecten van de Fontys Academie voor Architectuur en Stedenbouw (AAS), Tilburg, jaargang 2002-2003. Met een inleidend essay door Arjen Oosterman
DOCUMENT