Currently, there is no method available that can systematically score the available ecosystem services in streets or street segments in suburban districts. In this study, different climate adaptation measures and their ecosystem services were categorized into green, blue, and grey categories and weight was given to each category based on their impact on the microclimate. This study took place in the Hillesluis district in the city of Rotterdam and the Paddepoel district in the city of Groningen. In Rotterdam, 21 streets, composed of 42 street segments, were assessed. In Groningen, 17 streets, composed of 45 street segments, were assessed. The available ecosystem services of each street segment were scored from 0–100. The scorecard method that was developed and tested during this study provided insight in the variation of available ecosystem services of streets and street segments. Individual street scores were very low in the city of Rotterdam and ranged between 3 and 50, with the average score for the street segments of 29. In Groningen, the scores were considerably higher with a range between 23 and 70, with an average score of 47 per street segment. The presence of larger green trees, front yards, and façade gardens in the green category are the most distinctive variable, while adaptation measures in the blue category were absent in both cities. The scorecard proved to be very useful in the adaptation labeling of street segments and entire streets. After assessing a neighborhood, the least adaptive streets can be identified relatively easy. Based on the score a label can be given between A+++ and G. The scorecard informs residents and decision makers about which streets are most adaptive and which streets have an adaptation potential. The method can easily be duplicated and used by local governments and community groups to have better insight in the level of climate adaptation of their street. Labels for entire streets can be used to create awareness and encourage residents to take action and expand the number of climate adaptation measures in their street.
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van maatregelen waarmee de energieprestaties en binnenmilieu van onderwijsinstellingen verbeterd kunnen worden. Maatschappelijk vastgoed is een breed begrip, dit onderzoek zal zich daarom richten op onderwijsinstellingen. De FAME groep richt zich specifiek op het segment onderwijsinstellingen, vandaar dat het onderzoek gefocust wordt op dit segment. In de oriëntatie worden de werkzaamheden en de belangen van de FAME groep nader toegelicht. De probleemstelling in dit onderzoek zal zijn: Welke maatregelen kan de gemeente Zwolle treffen om haar primair, speciaal en voortgezet onderwijsinstellingen te verduurzamen.Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen.
DOCUMENT
Oekraïense vluchtelingen kunnen bij aankomst in Nederland direct participeren op de arbeidsmarkt. Mede hierdoor ligt hun arbeidsparticipatie een stuk hoger dan onder Oekraïense vluchtelingen in Duitsland. Is dit ‘work first’-model daarmee ook een voorbeeld voor andere landen? Het is aannemelijk dat een work-first aanpak een belangrijke bijdrage levert aan de relatief hoge arbeidsparticipatie van Oekraïners in Nederland. Die vaststelling ondersteunt de lopende politieke en maatschappelijke discussie om asielzoekers meer mogelijkheden te geven om tijdens de asielprocedure te werken. De bevindingen over de arbeidsmarktpositie van Oekraïners laten echter ook zien dat zij vooral aangewezen zijn op het flexibele segment van de arbeidsmarkt waar de meeste onder hun niveau werken. Dit is een groot verschil met de situatie in Duitsland. Een van de lessen zou kunnen zijn om in navolging van Duitsland de inburgering ook open te stellen voor Oekraïense ontheemden (Groenendijk, 2023). Oekraïense ontheemden kwamen naar Nederland met de gedachte dat dit tijdelijk zou zijn, en ook het beleid van de Nederlandse overheid is hierop gestoeld. Deze tijdelijkheidsgedachte brengt met zich mee dat langeretermijnoverwegingen nauwelijks een rol spelen in onder meer de oriëntatie op de arbeidsmarkt en de geneigdheid om de taal te leren. Naarmate de oorlog langer duurt, is de kans groot dat Oekraïners zich hier permanent gaan vestigen. Ook dat is een reden om in beleid het perspectief meer te verschuiven in de richting van een settle first-aanpak, die misschien op korte termijn de arbeidsparticipatie inperkt, maar als het goed is in de naaste toekomst tot een betere arbeidsmarktpositie en grotere zelfredzaamheid leidt.
MULTIFILE
Maatschappelijk vastgoed is een omvangrijk en daarmee belangrijk segment van de vastgoedmarkt in Nederland. Omdat maatschappelijk vastgoed wordt gefinancierd met publieke middelen, het vastgoed zich midden in de samenleving bevindt en dus invloed heeft op de leefbaarheid van onze leefomgeving, is het een onderwerp van gesprek in onze maatschappij.
DOCUMENT
Een blik achter de schermen van het popmuziekcircuit. Op basis van welke criteria wordt muziek geselecteerd door platenlabels, managers, de media, concertorganisatoren en boeiers? Wat is de impact van digitalisering? Hoe verloopt het sociale proces van selecteren? Die vragen worden toegespitst op de alternatieve mainstream, een nieuwe categorie waarmee dat segment in het popmuziekcircuit wordt aangeduid die een undergroundfilosofie hanteert (het belang van authenticiteit) om zich van de in zijn ogen commerciële mainstream te onderscheiden.
DOCUMENT
Onderzoek naar selectiecriteria zoals die in de alternatieve mainstream gangbaar zijn. Dat segment in het popmuziekcircuit hanteert een undergroundlogica (nadruk op authenticiteit) om zich van de in zijn ogen commerciële mainstream te onderscheiden. Daarbij gaat de aandacht naar economische (organisatorische), positionele en individuele logica, maar ook naar het sociale proces dat selecteren ook is. Verder wordt de invloed van digitalisering (overaanbod, digitale alternatieven) bekeken, de onderlinge relaties tussen platenfirma's, managers, media, concertorganisatoren en boekers en de impact van hun selecties op artiestencarrières. Op die manier biedt 'Alternatieve Mainstream' een blik op de backstage van het muziekbedrijf.
DOCUMENT
Vlees eten is geworteld in onze eetcultuur. Het minderen van vlees vraagt tijd. Ondanks campagnes die plantaardige diëten promoten eet volgens CBS nog zo’n 95% Nederlanders vlees, en de meeste daarvan doen dat meerdere keren per week als een stukje vlees bij de maaltijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van consumentenkeuzes voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan ‘minder en beter’. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten in hun gedrag niet altijd doen dan wat hun intentie is met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Om dit te overkomen zijn marketinginterventies nodig die de capaciteit, gelegenheid en motivatie van consumenten verhogen/versterken. Deze rapportage bevat de resultaten – op hoofdlijnen – van een kwantitatieve segmentatiestudie onder Nederlandse vleeskopende consumenten
DOCUMENT
Hoe snel evolueert de markt en wat zien we daarvan nu terug in organisaties? Kunnen en willen organisaties in Nederland zich aanpassen aan snel veranderende omstandigheden: tempo van de markt, nieuwe technologieën en klantvraag? Is reality-pull alleen het nieuwe buzz-word of voorwaarde om te overleven? Gelden de bestaande ideeën over marktsegmentatie nog wel? In dit artikel presenteren we de resultaten van een onderzoek dat we hiernaar gedaan hebben.
DOCUMENT
Maatschappelijk vastgoed is een omvangrijk en daarmee belangrijk segment van de vastgoedmarkt in Nederland. Omdat maatschappelijk vastgoed wordt gefinancierd met publieke middelen, het vastgoed zich midden in de samenleving bevindt en dus invloed heeft op de leefbaarheid van onze leefomgeving, is het een onderwerp van gesprek in onze maatschappij. Toch lijkt er tot op heden nog weinig fundamenteel onderzoek te zijn gedaan naar het maatschappelijk vastgoed in Nederland. Dit onderzoek is een eerste stap in een groter (promotie)onderzoek naar maatschappelijk vastgoed, met het doel om inzicht te geven in de verhouding tussen WOZ-waarden en transactieprijzen van verkocht maatschappelijk vastgoed zodat een mogelijke trend in deze verhouding weergegeven kan worden.
DOCUMENT
De diamant reflectie als reflectie-instrument is voor het onderzoeksproject Procivi ontwikkeld door en voor studenten. Lectoraat CESRT van Hogeschool Zuyd en de welzijnsorganisaties Trajekt en Wel.Kom zijn partners in dit project. In Procivi staan professionaliteit, professionalisering en (reflectie op) werkpraktijken in het welzijnswerk centraal (Sniekers, Dinjens, Lamers, Potting, en Reverda, 2009). Dit is ook het geval bij studenten die binnen de opleiding Social Work opgeleid worden. Zes studenten1 CMV, SPH en MWD van Hogeschool Zuyd hebben in opdracht van CESRT de diamantfiguur ontwikkeld en de vragen opgesteld, die als basis dienen voor dit reflectiedocument. CESRT heeft de studenten gevraagd om een reflectie-instrument te ontwikkelen omdat gedurende het project Procivi is gebleken dat reflectie essentieel is voor een professional in het welzijnswerk. Onderzoekers hebben in samenwerking met welzijnsprofessionals reflectie-instrumenten voor professionals ontwikkeld (Lamers, van Engelen, Dinjens, Potting, Sniekers, en Reverda, 2009; Lamers, Dinjens, Potting, Sniekers, van Engelen, en Reverda, 2009). Deze Diamant reflectie hebben de studenten in samenwerking met de onderzoekers ontwikkeld. Studenten starten bij aanvang van hun opleiding ook met reflectie, op zowel hun studieloopbaan als op praktijkleren. De bedoeling van het ontwerpen van dit reflectie-instrument is dat het door studenten zelf ontwikkeld wordt, vanuit een praktijkperspectief. De studenten kennen zelf het beste hun eigen ervaringen vanuit werkveld en opleiding. Om die reden zijn vierdejaars studenten gevraagd, want zij hebben de meeste werkervaring kunnen opdoen, zijn bekend met het werkveld en met wat de opleiding van hen vraagt ten aanzien van reflectie. De keuze voor studenten van zowel de MWD, SPH en CMV opleiding is bewust gemaakt, omdat de volgende generaties studenten in Social Work worden opgeleid; een brede bachelor in het welzijnsdomein. Dit diamantmodel en bijbehorende vragen zijn dus door studenten voor studenten opgesteld. Het doel is om studenten Social Work te ondersteunen met reflecteren op de werkpraktijk tijdens hun praktijkleren in het derde studiejaar.
DOCUMENT