Assessment of the seismic vulnerability of the building stock in the earthquake-prone Marmara region of Turkey is of growing importance since such information is needed for reliable estimation of the losses that possible future earthquakes are likely to induce. The outcome of such loss assessment exercises can be used in planning of urban/regional-scale earthquake protection strategies; this is a priority in Turkey, particularly following the destructive earthquakes of 1999. Considering the size of the building inventory, Istanbul and its surrounding area is a case for which it is not easy to determine the structural properties and characteristics of the building stock. In this paper, geometrical, functional and material properties of the building stock in the northern Marmara Region, particularly around Istanbul, have been investigated and evaluated for use in loss estimation models and other types of statistic- or probability-based studies. In order to do that, the existing reinforced concrete (RC) stock has been classified as 'compliant' or 'non-compliant' buildings, dual (frame-wall) or frame structures and emergent or embedded-beam systems. In addition to the statistical parameters such as mean values, standard deviations, etc., probability density functions and their goodness-of-fit have also been investigated for all types of parameters. Functionalities such as purpose of use and floor area properties have been defined. Concrete properties of existing and recently constructed buildings and also characteristics of 220 and 420 MPa types of steel have been documented. Finally, the financial effects of retrofitting operations and damage repair have been investigated. © 2007 Elsevier Ltd. All rights reserved.
MULTIFILE
Het begrip empowerment komt regelmatig voor in social media en populaire discussies over loopbaanmanagement en professionele ontwikkeling. In zowel linked-in posts als vakliteratuur is de focus op persoonlijke ontwikkeling van skills en eigenschappen een centraal concept. ‘Iemand in de eigen kracht zetten’, ‘je eigenaarschap pakken’, of ‘empoweren’ worden vaak als synoniemen gebruikt om te benadrukken hoe belangrijk het is om je lekker te voelen in je werk en hierbij zelf aan het roer te staan. Zo wordt empowerment in een bijdrage rond e-HRM (Schouwstra, 2006) gelijkgesteld aan het in staat stellen van managers en medewerkers om de rol van HR als businesspartner in te vullen. Ook wordt empowerment zoals hierboven aangegeven vaak omschreven als ‘eigenaarschap’ nemen over de eigen werkzaamheden of loopbaan. Zie bijvoorbeeld ‘De 8 factoren van eigenaarschap van medewerkers’ (Motivaction in HR Praktijk, 21 juni 2016). Of de veelzeggende titel ‘Baas over je eigen loopbaan begint met persoonlijk leiderschap’ (Van Tienen, 2016). Empowerment heeft een bijkans magische betekenis waarbij het zoeken is naar geheimen achter dit felbegeerde doel, zoals Forbes Magazine stelt (2 maart 2017).
MULTIFILE
Het project "werkplaats Oud-Oost" is opgezet om verkokering tussen organisaties te verkleinen, versnippering van aanpak en projecten te voorkomen en kennis die in het werkveld wordt ontwikkeld vast te houden. Het project beoogt daarmee een bijdrage te leveren aan ontschotting, professionalisering en de ontwikkeling van een gedeelde visie voor de aanpak van het gebied Oud-Oost. In dit plan van aanpak wordt de opzet van deze werkplaats verder uitgewerkt
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Bedrijven bevinden zich tegenwoordig vaak in een keten. Een keten kan worden beschouwd als een verzameling organisaties die een virtueel netwerk delen waar informatie, diensten, goederen of geld doorheen stroomt. Hierbij staan ICT-systemen veelal centraal. Deze afhankelijkheid werkt in de hand dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Niet elke ketenorganisatie beschikt echter over de middelen en kennis om zichzelf te beschermen: om tot sterke ketens te komen is informatiedeling tussen ketenorganisaties over actuele dreigingen en incidenten van belang. Een doel van dit verkennend onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), is om inzicht te bieden in de succesfactoren van informatiedeling-initiatieven op het gebied van cyberveiligheid. Met deze kennis kan het NCSC haar accounthouders en adviseurs helpen om de doelgroepen positief te motiveren om actie te nemen ter versterking van ketenweerbaarheid. Tevens wordt met dit onderzoek beoogd om aanknopingspunten voor vervolgonderzoek te identificeren. Het identificeren van succesfactoren vond plaats op basis van een literatuurstudie en gestructureerde interviews met in totaal zes leden uit drie verschillende bestaande informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity: het Managed Service Provider (MSP) Information Sharing and Analysis Centre (ISAC), Energie ISAC en de securitycommissie van de Nederlandse Energie- Data Uitwisseling (NEDU). Alle respondenten zijn informatiebeveiligingsexperts die hun organisatie vertegenwoordigen in de samenwerkingsverbanden. In totaal zijn 20 succesfactoren geïdentificeerd. Deze factoren zijn vervolgens gecategoriseerd tot vier thema’s die bijdragen aan een succesvolle informatiedeling. De thema’s zijn samen te vatten als teamfactoren, individuele factoren, managementfactoren en faciliterende factoren. De vier meest genoemde succesfactoren zijn: ● Expertise: Leden met onderscheidende en gespecialiseerde kennis bevorderen de informatiedeling en zijn ondersteunend aan het individuele leerdoel van de leden. ● Vertrouwen: Vertrouwen is een essentiële voorwaarde voor de bereidheid om samen te werken en informatie te delen. Tijd is hierin een cruciale factor: tijd is nodig voor vertrouwen om te ontstaan. ● Lidmaatschapseisen: Expliciete en impliciete lidmaatschapseisen zorgen voor een selectie op geschikte deelnemers en faciliteren daarmee het onderling vertrouwen. ● Structurele opzet: Een samenwerking dient georganiseerd te zijn volgens een structuur en met een stabiele bezetting van voldoende omvang. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het identificeren van strategieën voor het opstarten van samenwerkingsverbanden en het over de tijd behouden van enthousiasme onder de leden in de informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity. Ook onderzoek naar de eigenschappen of kwaliteiten van de voorzitter en hoe deze bijdragen aan het succesvol initiëren en onderhouden van een samenwerkingsverband zijn genoemd. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe gedeelde of juist onderscheidende expertise van de leden bijdraagt aan succes van de informatiedeling-initiatieven. Verder is er behoefte aan kennis over hoe de samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van cyberveiligheid buiten bestaande samenwerkingsverbanden is ingericht. Denk hierbij aan een uitbreiding van de huidige studie, maar met een focus op kleinere bedrijven die deel uitmaken van ketens, maar waarbij IT niet de corebusiness is, aangezien die volgens respondenten als risicovol worden gezien voor de keten.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Dit document is één van de twee eindproducten voor de module Green Protorype Platform. In dit deel is te lezen hoe ons proces verlopen is en ook hoe we doelstellingen behaald hebben die vooraf gesteld zijn. Tot slot is een bondige beschrijving te lezen over urban farming. Dit is een samenvatting van het onderzoek dat het eerste blok heeft plaatsgevonden. Aangezien de tijd in het eerste blok voornamelijk gestoken is in research doen, lijkt de productie op het eerste gezicht wat weinig. Het is echter goed om te weten dat het onderzoek uit blok 1 ons ontzettend geholpen heeft om in blok 2 het schetsontwerp te maken. Dit schetsontwerp is ook meteen het tweede eindproduct. Het is een opzichzelfstaand boekje, zodat daar alleen inhoudelijk op eigenschappen van het schetsontwerp ingegaan kan worden. Als bijlage bij dit procesdocument is het artikel toegevoegd dat we samen hebben geschreven voor het vak Lezingencarrousel. Dit artikel gaat nog dieper in op de kenmerken van urban farming, en kan dan ook gelezen worden als een toevoeging aan dit document. Het is niet geschreven voor het GPP, maar kan wel van waarde zijn voor het platform. Het onderzoek dat we gedaan hebben in blok 1 voor het GPP, heeft deels bijgedragen aan het tot stand komen van het artikel.
DOCUMENT
Sportbonden staan onder grote druk om steeds marktgerichter te opereren. De koepelorganisatie NOC*NSF constateerde enkele jaren geleden dat de georganiseerde sport marktaandeel aan het verliezen was.Volgens NOC*NSF kwam dat doordat de bonden en verenigingen niet met de tijd meegingen. Met hulp van een gerenommeerd marketingbureau hebben vervolgens zestig sportbonden een marketingplan opgesteld om hun activiteitenaanbod te vernieuwen. De voorbeelden die daarbij gebruikt werden waren veelal afkomstig uit het bedrijfsleven. Marketingtechnieken, ontleend aan het bedrijfsleven, zijn voor sportbonden echter slecht toepasbaar gebleken. Sportbonden zijn nu eenmaal geen innovatieve, bedrijfsmatig gerunde organisaties. Zo zijn zij niet gewend te werken met investeringen vooraf, is belangenbehartiging van hun leden hun belangrijkste taak, worden hun verenigingen niet van bovenaf aangestuurd, en worden zij gekenmerkt door een democratische besluitvormingscultuur. Eigenschappen die zich slecht laten verenigen met een snelle, marktgerichte besluitvorming, waarbij inspringen op wensen en behoeften en een ruime blik op potentieel interessante doelgroepen een vereiste is. Bij het verruimen van hun aanbod kunnen sportbonden zich volgens dan ook beter richten op initiatieven die dichter bij hun eigen praktijk staan en dichter bij hun traditionele achterban. Zo heeft de Korfbalbond de zogenaamde 'Kangoeroe Klup' ontwikkeld, met de bedoeling om de jongste familieleden van korfballers op een speelse manier met korfbal kennis te laten maken. Een concept dat wel zijn vruchten heeft afgeworpen. Een ander, belangrijk aspect waar sportbonden rekening mee moeten houden is de van oudsher democratische besluitvorming bij die sportbonden. Dat deze tot grote frustratie kan leiden bij sommige, meer innovatief ingestelde bondsmedewerkers die zo hun vernieuwende ideeën zien sneuvelen, is begrijpelijk. Maar het inperken van de macht van de achterban is volgens de promovenda geen oplossing voor dit probleem. Daarmee raak je immers aan het bestaansrecht van sportbonden, bestaande uit belangenbehartiging van en dienstverlening aan verenigingen.
DOCUMENT
Organisaties die belang hechten aan hun informatie moeten ervoor zorgen dat de informatiebeveiliging goed is geregeld. Als de informatiebeveiligingsprocessen niet voldoende zijn ingericht en er geen duidelijke afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd, is de kans aanwezig dat een incident (te) laat wordt gesignaleerd. Via een volwassenheidsmeting wordt inzicht verkregen op welk niveau de informatiebeveiliging is georganiseerd.
DOCUMENT
In deze publicatie wordt ingegaan op het verbinden van dunne plaat en buis met behulp van de diverse lijmprocessen. Deze publicatie is er een uit een serie van vijf die naast de algemene publicatie (TI.03.13) tevens drie andere verbindingstechnieken behandelen, zoals lassen (TI.03.14), mechanisch verbinden (TI.03.16) en solderen (TI.03.17).
DOCUMENT